Melding

Ben je aan het plannen om weer op kantoor te gaan werken? Bekijk hoe Chrome OS hieraan kan bijdragen.

ChromeOS-apparaatbeleid instellen

Voor beheerders die Chrome-beleid beheren via de Google-beheerdersconsole.

Wil je beleid op afstand instellen voor ChromeOS-apparaten? Start vandaag nog kosteloos uw Chrome Enterprise Upgrade-proefperiode

Als Chrome Enterprise-beheerder kun je bepalen welke instellingen er worden toegepast wanneer personen een beheerd ChromeOS-apparaat gebruiken, zoals een Chromebook. Instellingen op apparaatniveau gelden voor iedereen die het apparaat gebruikt, zelfs als ze inloggen als gast of met een persoonlijk Gmail-account.

Apparaatinstellingen specificeren

Voordat je begint: als je instellingen wilt opgeven voor een specifieke groep apparaten, plaats je deze in een organisatie-eenheid.

  1. Log in bij de Google Beheerdersconsole.

    Log in met uw beheerdersaccount (dit eindigt niet op @gmail.com).

  2. Ga in de Beheerdersconsole naar Menu and then Apparatenand thenChromeand thenInstellingenand then Apparaatinstellingen.
  3. Laat de organisatie-eenheid op het hoogste niveau geselecteerd als u wilt dat de instelling geldt voor alle gebruikers en ingeschreven browsers. Selecteer anders een onderliggende organisatie-eenheid.
  4. Klik op de instelling die u wilt configureren. Meer informatie over elke instelling

    Tip: Zoek snel een instelling met het vak 'Zoeken in de instellingen' bovenaan.

    Er staat Overgenomen als een instelling is overgenomen van een bovenliggende instelling. Er staat Lokaal toegepast als de instelling wordt overschreven voor de onderliggende instelling.

  5. Klik op Opslaan.

    De instellingen worden meestal binnen enkele minuten van kracht, maar het kan 24 uur duren voordat ze voor iedereen zijn doorgevoerd.

Meer informatie over elke instelling

Voor beheerde ChromeOS-apparaten.

Als je 'Apparaatspecifieke instelling' ziet, Apparaatspecifieke instellingis deze instelling alleen beschikbaar voor specifieke apparaattypen. Sommige instellingen zijn niet beschikbaar voor kiosks voor één app.

Het meeste beleid geldt voor zowel aangesloten als niet-aangesloten gebruikers op ChromeOS. Gebruikers zijn aangesloten als ze worden beheerd door hetzelfde domein dat het ChromeOS-apparaat beheert waarop ze zijn ingelogd. Gebruikers zijn niet aangesloten als ze zijn ingelogd op het apparaat als beheerde gebruiker uit een ander domein, bijvoorbeeld als gebruiker@domeinA.com inlogt op een apparaat dat wordt beheerd door domeinB.com of op een onbeheerd apparaat. De beleidsregels die alleen gelden voor aangesloten of niet-aangesloten gebruikers zijn duidelijk aangegeven in de Beheerdersconsole.

Inschrijven en toegang

Alles openen  |  Alles sluiten

Opnieuw inschrijven afdwingen

Hiermee kun je opgeven of ChromeOS-apparaten opnieuw moeten worden ingeschreven bij je account nadat ze zijn gewist. Standaard worden gewiste apparaten automatisch opnieuw ingeschreven bij je account zonder dat gebruikers hun gebruikersnaam en wachtwoord hoeven in te voeren.

Kies een optie als je niet wilt dat automatisch opnieuw inschrijven het standaardgedrag is voor gewiste apparaten:

  • Niet afdwingen dat apparaat na wissen opnieuw wordt ingeschreven: Gebruikers kunnen het apparaat gebruiken zonder het opnieuw in te schrijven bij je account.
  • Apparaat afgedwongen opnieuw inschrijven met inloggegevens van gebruikers na wissen: Gebruikers wordt gevraagd het apparaat opnieuw in te schrijven bij je account.

Als afgedwongen opnieuw inschrijven aanstaat en je niet wilt dat een specifiek apparaat opnieuw wordt ingeschreven bij je account, moet je het apparaat uitschrijven.

Zie Afdwingen dat gewiste ChromeOS-apparaten opnieuw worden ingeschreven voor meer informatie over afgedwongen opnieuw inschrijven.

Powerwash

Hiermee kunnen gebruikers indien nodig de fabrieksinstellingen terugzetten op hun Chromebook.

De standaardinstelling is Toestaan dat powerwash wordt getriggerd.

Als je Niet toestaan dat powerwash wordt getriggerd selecteert, is er 1 uitzondering waarbij een gebruiker nog steeds een powerwash kan triggeren. Dit kan als je gebruikers hebt toegestaan een Trusted Platform Module-firmware (TPM) op apparaten te installeren maar deze nog niet is geüpdatet. Als de update wordt uitgevoerd, kan het apparaat worden gewist waarna de fabrieksinstellingen worden teruggezet. Zie Update van TPM-firmware voor meer informatie.

Geverifieerde toegang

Met deze instelling kan een webservice bewijs opvragen dat de client van de webservice wordt uitgevoerd op een onbewerkt ChromeOS-apparaat waarop beleid wordt nageleefd (uitgevoerd in de beveiligde modus indien vereist door de beheerder). De instelling bevat de volgende functies:

  • Aanzetten voor contentbescherming: Hiermee verifiëren ChromeOS-apparaten in je organisatie hun identiteit bij contentleveranciers met een unieke sleutel (Trusted Platform Module). Hiermee kunnen Chromebooks ook aantonen aan contentleveranciers dat ze worden opgestart in de Verified Boot-modus.
  • Uitschakelen voor contentbescherming: Als de instelling wordt uitgeschakeld, is bepaalde premium content wellicht niet meer beschikbaar voor je gebruikers.

Beheerders bekijken Geverifieerde toegang aanzetten voor ChromeOS-apparaten voor meer informatie. Ontwikkelaars bekijken de Ontwikkelaarshandleiding voor de Verified Access API.

Geverifieerde modus
  • Opstarten via geverifieerde modus vereisen voor geverifieerde toegang: Apparaten moeten worden uitgevoerd in de Verified Boot-modus voordat ze kunnen worden geverifieerd. Apparaten in de ontwikkelaarsmodus slagen niet voor de geverifieerde toegangscontrole.
  • Opstartmoduscontrole overslaan voor geverifieerde toegang: Hiermee slagen apparaten in de ontwikkelaarsmodus voor de geverifieerde toegangscontrole.
  • Service met volledige toegang: Hiermee wordt een lijst weergegeven met de e-mailadressen van de serviceaccounts die volledige toegang moeten hebben tot de Google Verified Access API. Dit zijn de serviceaccounts die zijn gemaakt in de Google Cloud Platform Console.
  • Service met beperkte toegang: Hiermee wordt een lijst getoond met de e-mailadressen van de serviceaccounts die beperkte toegang moeten hebben tot de Google Verified Access API. Dit zijn de serviceaccounts die zijn gemaakt in de Google Cloud Platform Console.

Beheerders bekijken Geverifieerde toegang aanzetten voor ChromeOS-apparaten voor meer informatie. Ontwikkelaars bekijken de Ontwikkelaarshandleiding voor de Verified Access API.

Retourinstructies voor uitgezette apparaten

Beheert de aangepaste tekst op het scherm op apparaten die zijn uitgezet omdat ze zijn kwijtgeraakt of gestolen. We raden je aan een retouradres en telefoonnummer te vermelden in het bericht. Dan kan iedereen die het scherm ziet, het apparaat terugsturen naar je organisatie.

Geïntegreerde tweede factor van FIDO
Geeft aan of gebruikers authenticatie in twee stappen (2FA) kunnen gebruiken op apparaten met een Titan M-beveiligingschip.

Inloginstellingen

Alles openen  |  Alles sluiten

Gastmodus

Hiermee bepaal je of gebruiken als gast is toegestaan op beheerde ChromeOS-apparaten. Als je Gastmodus toestaan selecteert, zien gebruikers op het inlogscherm de mogelijkheid in te loggen als gast. Als je Gastmodus uitzetten selecteert, moeten gebruikers inloggen met een Google- of Google Workspace-account. Als een gebruiker inlogt als gast, wordt het beleid van je organisatie niet toegepast.

Voor domeinen in het basis- en middelbaar onderwijs is de standaardinstelling Gastmodus uitzetten.

Voor alle andere domeinen is de standaardinstelling Gastmodus toestaan.

Inlogbeperking

Hiermee bepaal je welke gebruikers op ChromeOS-apparaten kunnen inloggen.

Opmerking: Als je gebruiken als gast of beheerde gastsessies toestaat, kunnen gebruikers apparaten gebruiken, ongeacht de instelling die je kiest.

Kies een optie:

  • Inloggen beperken tot een lijst gebruikers: Alleen gebruikers die je opgeeft, kunnen inloggen op apparaten. Andere gebruikers zien een foutmelding. Plaats één patroon op elke regel voor de gebruikers die je wilt opgeven:
    • Alle gebruikers toestaan in te loggen: Voer *@example.com in. De knop 'Persoon toevoegen' is dan altijd beschikbaar op apparaten.
    • Alleen specifieke gebruikers toestaan in te loggen: Voer gebruikers-ID@example.com in. Als alle opgegeven gebruikers zijn ingelogd op een apparaat, is de knop 'Persoon toevoegen' niet meer beschikbaar.
  • Alle gebruikers toestaan in te loggen: Elke gebruiker met een Google-account kan inloggen op apparaten. De knop 'Persoon toevoegen' wordt weergegeven op het inlogscherm.
  • Gebruikers niet toestaan in te loggen: Gebruikers kunnen niet inloggen op apparaten met hun Google-account. De knop 'Persoon toevoegen' wordt niet weergegeven.
Domein automatisch aanvullen

Hiermee kun je een domeinnaam kiezen die gebruikers zien op de inlogpagina, zodat ze niet het gedeelte @domein.com van hun gebruikersnaam hoeven in te vullen.

Als je deze instelling wilt aanzetten, selecteer je Bij inloggen automatisch de domeinnaam aanvullen die hieronder is ingesteld en voer je de domeinnaam in.

Inlogscherm

Hiermee bepaal je of op het inlogscherm van het ChromeOS-apparaat namen en foto's worden weergegeven van gebruikers die zijn ingelogd op het apparaat.

Als je de namen en foto's van gebruikers laat weergeven op het inlogscherm, kunnen gebruikers snel een sessie starten. Dit werkt het best voor de meeste implementaties. We raden je aan goed na te denken voordat je deze instelling wijzigt, omdat deze het makkelijkst werkt voor gebruikers.

  • Altijd namen en foto's van gebruikers weergeven: Hiermee kunnen gebruikers hun gebruikersaccount selecteren op het inlogscherm (standaard).
  • Nooit namen en foto's van gebruikers weergeven: Hiermee worden geen gebruikersaccounts weergegeven op het inlogscherm. Gebruikers moeten elke keer dat ze inloggen op hun apparaat de gebruikersnaam en het wachtwoord van hun Google-account invullen. Als je SAML Single sign-on (SSO) gebruikt voor apparaten en gebruikers rechtstreeks naar de pagina van de SAML-identiteitsprovider (IdP) stuurt, leidt Google ze naar de SSO-inlogpagina zonder dat ze hun e-mailadres hoeven in te vullen.

    Opmerking: Als gebruikers zijn ingeschreven voor verificatie in 2 stappen, moeten ze elke keer dat ze inloggen op hun apparaat de 2e verificatiestap uitvoeren.

Uren dat het beleid minder streng is

Hiermee wordt een wekelijks schema ingesteld voor wanneer instellingen voor gebruiken als gast en inlogbeperkingen niet gelden voor beheerde ChromeOS-apparaten.

Schoolbeheerders kunnen bijvoorbeeld gebruiken als gast blokkeren of alleen gebruikers met een gebruikersnaam die eindigt op @schooldomein.edu toestaan tijdens schooltijden in te loggen. Buiten schooltijden kunnen gebruikers in de gastmodus browsen of inloggen op een apparaat met een ander account dan hun @schooldomein.edu-account.

Achtergrondafbeelding voor apparaat

Hiermee wordt de standaardachtergrond van het inlogscherm vervangen door je eigen aangepaste achtergrond. Je kunt bestanden uploaden in jpg-indeling (jpg- of jpeg-bestanden) die maximaal 16 megabytes groot zijn. Andere bestandstypen worden niet ondersteund.

Gebruikersgegevens

Hiermee bepaal je of geregistreerde ChromeOS-apparaten alle lokaal opgeslagen instellingen en gebruikersgegevens verwijderen, telkens wanneer een gebruiker uitlogt. Gegevens die door het apparaat worden gesynchroniseerd, blijven wel in de cloud, maar niet op het apparaat zelf staan. Als je hier Alle lokale gebruikersgegevens wissen instelt, kunnen gebruikers de helft van de RAM-capaciteit van het apparaat gebruiken voor opslag. Als je dit beleid instelt samen met een beheerde gastsessie, worden de sessienaam en -avatar niet opgeslagen in het cachegeheugen.

Opmerking: Op ChromeOS-apparaten worden standaard alle gebruikersgegevens versleuteld en wordt automatisch schijfruimte vrijgemaakt als meerdere gebruikers hetzelfde apparaat gebruiken. Dit standaardgedrag werkt het best voor de meeste implementaties. Het biedt de beste gegevensbeveiliging en gebruikerservaring. We raden je aan goed na te denken voordat je Alle lokale gebruikersgegevens wissen inschakelt.

Single sign-on IdP-omleiding

Apparaten moeten SAML SSO gebruiken. Zie SAML Single sign-on instellen voor ChromeOS-apparaten.

Als je wilt toestaan dat Single sign-on-gebruikers rechtstreeks naar de pagina van je SAML-identiteitsprovider (IdP) worden geleid in plaats van dat ze eerst hun e-mailadres moeten invullen, kun je de instelling Single sign-on IdP-omleiding aanzetten.

Gedrag van Single Sign-On-cookies

Apparaten moeten SAML SSO gebruiken. Zie SAML Single sign-on instellen voor ChromeOS-apparaten.

Hiermee bepaal je of Single sign-on-gebruikers (SSO) bij volgende apparaatlogins kunnen inloggen bij interne websites en cloudservices die dezelfde identiteitsprovider (IdP) gebruiken. SAML SSO-cookies worden altijd overgezet als een gebruiker voor de eerste keer inlogt.

Als u cookies wilt overzetten bij volgende inlogpogingen, selecteert u Overdracht van SAML SSO-cookies naar gebruikerssessie tijdens inloggen aanzetten. Als je ook Android-apps hebt aangezet op ondersteunde apparaten in je organisatie, worden cookies niet overgezet naar Android-apps.

Single sign-on camerarechten

Zorg dat apparaten SAML SSO hebben. Zie SAML Single sign-on instellen voor ChromeOS-apparaten.

Belangrijk: Als je dit beleid aanzet, geef je namens je gebruikers derden toegang tot hun camera. Zorg dat je toestemmingsformulieren hebt van je gebruikers. Het systeem geeft geen toestemmingsformulieren weer voor eindgebruikers als toestemming wordt gegeven via dit beleid.

Hiermee bepaal je welke apps of services van derden toegang hebben tot de camera van gebruikers tijdens de SAML Single sign-on-flow (SSO). Als je deze instelling configureert, kunnen externe identiteitsproviders(IdP's) nieuwe vormen van verificatiestromen gebruiken op ChromeOS-apparaten.

Als je IdP's op de toelatingslijst wilt zetten, plaats je de URL van elke service op een aparte regel.

Ga naar de Clever-supportsite voor informatie over hoe je Clever-badges instelt voor je organisatie.

Gebruikersnaam automatisch invullen op de SAML IdP-inlogpagina

Je kunt automatisch gebruikersnamen uit Google Identity doorgeven aan externe identiteitsproviders (IdP's van derden) om te voorkomen dat gebruikers hun gebruikersnaam 2 keer moeten typen.

Je doet dit door de queryparametersleutel in te voeren die door ChromeOS wordt gebruikt om het gebruikersnaamveld automatisch in te vullen tijdens online verificatie met SAML op de inlog- en vergrendelschermen. Sommige identiteitsproviders ondersteunen deze speciale queryparameters op hun inlogpagina's.

De waarde van de queryparameter is het e-mailadres van de gebruiker dat is gekoppeld aan het ChromeOS-profiel. Laat dit veld leeg als gebruikers verschillende e-mailadressen moeten gebruiken met SAML IdP.

Als je geen queryparametersleutel opgeeft, moeten gebruikers hun gebruikersnaam handmatig invullen op de SAML IdP-inlogpagina.

Voorbeelden

Identiteitsprovider Beleidswaarde
Microsoft Entra ID login_hint
Okta username
ADFS login_hint

Gerelateerde onderwerpen

SAML Single sign-on instellen voor ChromeOS-apparaten

Clientcertificaten voor Single sign-on

Apparaten moeten SAML SSO gebruiken. Zie SAML Single sign-on instellen voor ChromeOS-apparaten.

Hiermee heb je controle over clientcertificaten voor Single sign-on-sites (SSO).

Je voert een lijst met URL-patronen in als JSON-tekenreeks. Als een SSO-site die overeenkomt met een patroon vervolgens een clientcertificaat opvraagt en er een geldig apparaatbreed clientcertificaat is geïnstalleerd, selecteert Chrome automatisch een certificaat voor de site.

Als de site die een certificaat opvraagt niet overeenkomt met een van de patronen, levert Chrome geen certificaat.

De JSON-tekenreeks moet de volgende indeling hebben:

{"pattern":"https://www.example.com","filter":{"ISSUER":{"CN":"naam certificaatuitgever"}}}

De parameter 'ISSUER/CN' (hierboven 'certificate issuer name') specificeert de echte naam van de certificeringsinstantie (CA) die de uitgever van de clientcertificaten moet zijn, willen deze automatisch worden geselecteerd. Als je wilt dat Chrome een certificaat van een willekeurige CA selecteert, laat je deze parameter leeg door "filter":{} in te voeren.

Voorbeelden:

{"pattern":"https://[*.]ext.example.com","filter":{}}, {"pattern":"https://[*.]corp.example.com","filter":{}}, {"pattern":"https://[*.]intranet.usercontent.com","filter":{}}

Toegankelijkheid beheren

Hiermee kun je toegankelijkheidsinstellingen op het inlogscherm beheren. Toegankelijkheidsinstellingen zijn bijvoorbeeld een grote cursor, gesproken feedback en de modus met hoog contrast.

  • Toegangsinstellingen uitzetten op inlogscherm bij uitloggen: Hiermee worden de toegankelijkheidsinstellingen teruggezet naar de standaardinstellingen als het inlogscherm wordt weergegeven of de gebruiker één minuut inactief blijft op het inlogscherm.
  • Gebruiker toestaan toegankelijkheidsinstellingen te beheren op het inlogscherm: Hiermee worden de toegankelijkheidsinstellingen hersteld die gebruikers op het inlogscherm hebben aan- of uitgezet, zelfs als het apparaat opnieuw wordt opgestart.
Inlogtaal

Hiermee kun je opgeven in welke taal het inlogscherm van het ChromeOS-apparaat wordt weergegeven. Je kunt gebruikers ook toestaan zelf een taal te kiezen.

Inlogtoetsenbord

Hiermee kun je opgeven welke toetsenbordindelingen zijn toegestaan op het inlogscherm van het ChromeOS-apparaat.

Single sign-on-geverifieerde toegang

Hiermee kun je bepalen welke URL's toegang hebben gekregen om geverifieerde toegangscontroles uit te voeren op apparaten tijdens SAML-verificatie op het inlogscherm.

Als een URL overeenkomt met een van de patronen die je hier invult, kan de URL een HTTP-header krijgen met een reactie op een externe attestuitdaging voor een attest van apparaatidentiteit en apparaatstatus.

Als je geen URL's in het veld Toegestane IdP-omleidingen zet, kunnen URL's geen externe attesten gebruiken op het inlogscherm.

URL's moeten een HTTPS-schema hebben, zoals https://example.com.

Zie Enterprise policy URL pattern format (URL-patroonindeling voor een zakelijk beleid) voor informatie over geldige URL-patronen.

Hiermee kun je bepalen of gebruikers ervoor kunnen kiezen de systeemgegevens van het apparaat (bijvoorbeeld de ChromeOS-versie of het serienummer van het apparaat) weer te geven op het inlogscherm of dat de systeemgegevens standaard altijd worden weergegeven.

De standaardinstelling is Gebruikers toestaan systeemgegevens weer te geven op het inlogscherm door op Alt+V te drukken.

Alleen voor ChromeOS-apparaten met een geïntegreerd elektronisch privacyscherm.

Hiermee kun je opgeven of het privacyscherm altijd aan- of uitstaat op het inlogscherm. Jij kunt het privacyscherm aan of uitzetten op het inlogscherm of gebruikers de mogelijkheid geven dit te doen.

Numeriek toetsenbord weergeven voor wachtwoord
Hiermee kun je opgeven of op het inlogscherm en het vergrendelingsscherm op ChromeOS-apparaten met een touchscreen een numeriek toetsenbord wordt weergegeven waarmee gebruikers hun wachtwoord kunnen invullen. Als je Standaard een numeriek toetsenbord weergegeven voor wachtwoordinvoer selecteert, kunnen gebruikers nog steeds overschakelen naar een standaard toetsenbord als ze een alfanumeriek wachtwoord hebben.
Beschikbaarheid van Manifest v2-extensies op het inlogscherm

Support voor Manifest v2-extensies wordt in de toekomst beëindigd. Je moet alle extensies migreren naar Manifest v3 volgens de supporttijdlijn voor Manifest V2.

Hiermee bepaal je of gebruikers toegang hebben tot Manifest v2-extensies op het inlogscherm van hun apparaat.

Elke extensie voor Chrome heeft een json-manifestbestand met de naam manifest.json. Het manifestbestand is de blauwdruk van je extensie en moet in de root-map van de extensie staan.

De informatie in het manifestbestand omvat het volgende:

  • Titel van extensie
  • Versienummer van extensie
  • Rechten die nodig zijn om de extensie uit te voeren

Zie Manifest file format (Manifest-bestandsindeling).

Kies een van deze opties:

  • Standaard apparaatgedrag (standaard): Gebruikers hebben toegang tot Manifest v2-extensies op basis van hun standaard apparaatinstellingen en de supporttijdlijn voor Manifest V2.
  • Manifest v2-extensies uitzetten op het inlogscherm: Gebruikers kunnen Manifest v2-extensies niet installeren en hun bestaande extensies worden uitgezet.
  • Manifest v2-extensies aanzetten op het inlogscherm: Gebruikers kunnen Manifest v2-extensies installeren.
  • Afgedwongen geïnstalleerde Manifest v2-extensies op het inlogscherm aanzetten: Gebruikers hebben alleen toegang tot afgedwongen geïnstalleerde Manifest v2-extensies. Dit geldt ook voor extensies die afgedwongen worden geïnstalleerd via de pagina Apps en extensies in de Google Beheerdersconsole. Alle andere Manifest v2-extensies staan uit. Deze optie is altijd beschikbaar, ongeacht de migratiefase.

Opmerking: De beschikbaarheid van extensies wordt ook beheerd door ander beleid. Een v2-extensie die door het beleid manifest is toegestaan, wordt bijvoorbeeld gewijzigd in Geblokkeerd als deze wordt geblokkeerd door de instelling Rechten en URL's op de pagina Apps en extensies in de Beheerdersconsole.

Geblokkeerde URL's op inlog-/vergrendelscherm

U kunt de beschikbare content op de inlog- en vergrendelschermen van gebruikers beheren als SAML of OpenID Connect single sign-on wordt gebruikt voor gebruikersverificatie of als u netwerkverbindingen instelt met Captive Portals.

Geblokkeerde URL's

Hiermee kan de gebruiker geen toegang krijgen tot specifieke URL's op het inlog- en vergrendelscherm.

Voer maximaal 1000 URL's in op aparte regels om deze instelling te configureren.

URL-syntaxis

Voor elke URL moet op de plek van de host een geldige hostnaam (zoals google.com), een IP-adres of een sterretje (*) staan. Het sterretje doet dienst als jokerteken en staat voor alle hostnamen en IP-adressen.

URL's kunnen ook het volgende bevatten:

  • Het URL-schema (http of https gevolgd door ://)
  • Een geldige poortwaarde van 1 t/m 65.535
  • Het pad naar de bron
  • Queryparameters

Opmerkingen:

  • Zet een extra punt voor de host om overeenkomst met subdomeinen uit te zetten.
  • Je kunt geen user:pass-velden zoals http://user:pass@example.com/pub/bigfile.iso gebruiken. Voer in plaats daarvan http://example.com/pub/bigfile.iso in.
  • Als de filters 'Geblokkeerde URL's' en 'Uitzonderingen op geblokkeerde URL's' allebei van toepassing zijn (met dezelfde padlengte), krijgt het uitzonderingsfilter voorrang.
  • Als de host wordt voorafgegaan door een extra punt, filtert het beleid alleen op exacte overeenkomsten met de host.
  • Je kunt geen jokerteken gebruiken aan het einde van een URL, zoals https://www.google.com/* of https://google.com/*.
  • Het beleid zoekt als laatste op jokertekens (*).
  • De optionele zoekopdracht is een reeks van sleutelwaarde- en alleen-sleuteltokens die worden voorafgegaan en afgesloten door '&'.
  • De sleutelwaardetokens worden gescheiden door '='.
  • Een zoeksleutel kan optioneel eindigen op een '*' om een voorvoegsel-overeenkomst aan te geven. De volgorde van tokens wordt genegeerd tijdens het zoeken naar overeenkomsten.

Voorbeelden

Invoer voor Geblokkeerde URL's Resultaat
example.com Blokkeert alle verzoeken voor example.com, www.example.com en sub.www.example.com.
http://example.com Blokkeert alle HTTP-verzoeken voor example.com en bijbehorende subdomeinen, maar staat HTTPS-verzoeken toe.
https://* Blokkeert alle HTTPS-verzoeken voor elk domein.
mail.example.com Blokkeert verzoeken voor mail.example.com maar niet voor www.example.com of example.com
.example.com Blokkeert example.com, maar geen bijbehorende subdomeinen, zoals example.com/docs.
.www.example.com Blokkeert www.example.com, maar geen bijbehorende subdomeinen.
* Blokkeert alle verzoeken naar URL's, behalve de URL's die op de lijst met uitzonderingen voor geblokkeerde URL's staan. Dit geldt voor elk URL-schema, zoals http://google.com, https://gmail.com en chrome://policy.
*:8080 Blokkeert alle verzoeken voor poort 8080.
*/html/crosh.html Blokkeert Chrome Secure Shell (ook wel 'Crosh Shell' genoemd)

chrome://settings

chrome://os-settings

Blokkeert alle verzoeken voor chrome://settings.

example.com/stuff Blokkeert alle verzoeken voor example.com/stuff en bijbehorende subdomeinen.
192.168.1.2 Blokkeert verzoeken naar 192.168.1.2.
youtube.com/watch?v=V1 Blokkeert YouTube-video's met ID V1.
Uitzonderingen voor geblokkeerde URL's op inlog-/vergrendelscherm

Je kunt de beschikbare content op de inlog- en vergrendelschermen van gebruikers beheren als SAML of OpenID Connect single sign-on wordt gebruikt voor gebruikersverificatie of als je netwerkverbindingen instelt met Captive Portals.

Uitzonderingen op geblokkeerde URL's

Hiermee kun je uitzonderingen opgeven voor de URL-blokkeringslijst die is opgegeven in de instelling Geblokkeerde URL's op inlog-/vergrendelscherm.

Voer maximaal 1000 URL's op aparte regels in om de instelling te configureren.

URL-syntaxis

Voor elke URL moet op de plek van de host een geldige hostnaam (zoals google.com), een IP-adres of een sterretje (*) staan. Het sterretje doet dienst als jokerteken en staat voor alle hostnamen en IP-adressen.

URL's kunnen ook het volgende bevatten:

  • Het URL-schema (http of https), gevolgd door ://.
  • Een geldige poortwaarde van 1 t/m 65.535
  • Het pad naar de bron
  • Queryparameters

Opmerkingen:

  • Zet een extra punt voor de host om overeenkomst met subdomeinen uit te zetten.
  • Je kunt geen user:pass-velden zoals http://user:pass@example.com/pub/bigfile.iso gebruiken. Voer in plaats daarvan http://example.com/pub/bigfile.iso in.
  • Als de filters 'Geblokkeerde URL's' en 'Uitzonderingen op geblokkeerde URL's' allebei van toepassing zijn (met dezelfde padlengte), krijgt het uitzonderingsfilter voorrang.
  • Als de host wordt voorafgegaan door een extra punt, filtert het beleid alleen op exacte overeenkomsten met de host.
  • Je kunt geen jokerteken gebruiken aan het einde van een URL, zoals https://www.google.com/* of https://google.com/*.
  • Het beleid zoekt als laatste op jokertekens (*).
  • De optionele zoekopdracht is een reeks van sleutelwaarde- en alleen-sleuteltokens die worden voorafgegaan en afgesloten door '&'.
  • De sleutelwaardetokens worden gescheiden door '='.
  • Een zoeksleutel kan optioneel eindigen op een '*' om een voorvoegsel-overeenkomst aan te geven. De volgorde van tokens wordt genegeerd tijdens het zoeken naar overeenkomsten.

Voorbeelden

Invoer van toegestane URL's Resultaat
example.com Staat alle verzoeken voor example.com, www.example.com en sub.www.example.com toe
https://* Staat alle HTTPS-verzoeken voor elk domein toe
*:8080 Staat alle verzoeken voor poort 8080 toe
*/html/crosh.html Staat Chrome Secure Shell (ook wel 'Crosh Shell' genoemd) toe

chrome://settings

chrome://os-settings

Staat alle verzoeken voor chrome://os-settings toe

example.com/stuff Staat alle verzoeken voor example.com/stuff en bijbehorende subdomeinen toe
192.168.1.2 Staat verzoeken naar 192.168.1.2 toe

Toegankelijkheid op het inlogscherm

Toegankelijkheidsinstellingen zijn standaard uitgezet op het inlogscherm van apparaten. Als je in de Beheerdersconsole toegankelijkheidsfuncties aan- of uitzet, kunnen gebruikers deze niet wijzigen of overschrijven. Als je Gebruiker laten bepalen selecteert, kunnen gebruikers de gewenste toegankelijkheidsfuncties aan- of uitzetten. Zie Toegankelijkheidsfuncties aanzetten op je Chromebook en Sneltoetsen op de Chromebook voor meer informatie.

Opmerking: Als je toegankelijkheidsfuncties uitzet, kunnen mensen met bepaalde beperkingen de apparaten niet gebruiken.

Alles openen  |  Alles sluiten

Hiermee kun je toestaan dat ChromeOS-apparaten hardop de tekst voorlezen die op het scherm staat. Indien nodig kunnen gebruikers ook braille-apparaten koppelen en instellen. Zie De ingebouwde schermlezer gebruiken en Een braille-apparaat gebruiken met je Chromebook voor meer informatie.

Hiermee kun je toestaan dat gebruikers items op het inlogscherm selecteren zodat deze worden voorgelezen. Terwijl de geselecteerde tekst wordt voorgelezen, wordt elk woord visueel gemarkeerd. Zie Tekst hardop voorlezen voor meer informatie.

Hiermee worden het lettertype en de achtergrondkleur gewijzigd zodat het inlogscherm beter leesbaar is.

Hiermee kun je toestaan dat gebruikers het hele inlogscherm (vergrootglas voor volledig scherm) of een deel ervan (vastgezet vergrootglas) vergroten. Zie Inzoomen op het scherm van je Chromebook of het scherm vergroten voor meer informatie.

Hiermee kun je toestaan dat gebruikers de toetsen van sneltoetscombinaties een voor een indrukken in plaats van meerdere toetsen tegelijk ingedrukt te houden. Als ze bijvoorbeeld een item willen plakken, hoeven ze met plaktoetsen niet de toetsen Ctrl en V tegelijk in te drukken, maar kunnen ze eerst Ctrl indrukken en vervolgens V indrukken. Zie Sneltoetsen één voor één gebruiken voor meer informatie.

Hiermee kun je toestaan dat gebruikers tekens invoeren zonder fysieke toetsen te gebruiken. Een schermtoetsenbord wordt meestal gebruikt op apparaten met een touchscreen-interface, maar gebruikers kunnen ook een touchpad, muis of gekoppelde joystick gebruiken. Zie Het schermtoetsenbord gebruiken voor meer informatie.

Hiermee kun je toestaan dat gebruikers tekst invoeren op het inlogscherm met hun stem in plaats van met een toetsenbord. Zie Tekst invoeren via spraak voor meer informatie.

Hiermee worden objecten op het scherm gemarkeerd als gebruikers door de objecten navigeren met het toetsenbord. Zo zien gebruikers waar ze zich bevinden op het scherm.

Hiermee wordt tijdens het bewerken van tekst het gedeelte rond te tekstcaret (de cursor) op het inlogscherm gemarkeerd.

Hiermee klikt de muisaanwijzer automatisch waar deze stopt op het inlogscherm, zonder dat gebruikers fysiek op een muis of touchpad hoeven te drukken. Zie Automatisch op objecten klikken op je Chromebook voor meer informatie.

Hiermee wordt de muisaanwijzer groter, zodat deze beter zichtbaar is op het inlogscherm.

Hiermee wordt een kleurfocusring rond de muisaanwijzer gemaakt zodat deze beter zichtbaar is op het inlogscherm.

Hiermee kun je de functie van de rechter- en linkermuisknoppen op het inlogscherm omwisselen. Standaard is de linkermuisknop de primaire knop.

Hiermee wordt via alle speakers hetzelfde geluid afgespeeld, zodat gebruikers geen content missen bij stereogeluid.

Hiermee kun je toestaan dat gebruikers sneltoetsen voor toegankelijkheid gebruiken op het inlogscherm. Zie Sneltoetsen op de Chromebook voor meer informatie.

Update-instellingen voor apparaat

Belangrijk: Lees Updates beheren op ChromeOS-apparaten voordat je een van de onderstaande instellingen voor automatisch updaten wijzigt.

Alles openen  |  Alles sluiten

Instellingen voor automatisch updaten

Toestaan dat apparaten de OS-versie automatisch updaten

Softwareondersteuning is alleen beschikbaar voor de nieuwste versie van ChromeOS.

Je kunt ChromeOS-apparaten automatisch laten updaten naar nieuwe versies van ChromeOS zodra deze worden vrijgegeven, of gebruikers zelf laten controleren of er updates zijn. Updates toestaan wordt sterk aangeraden.

Updates stoppen voordat een apparaat is ingeschreven en opnieuw is opgestart:

  • Druk op het scherm Licentieovereenkomst voor eindgebruikers op Ctrl+Alt+E. Anders worden gedownloade updates die door het beleid moeten worden geblokkeerd wellicht wel toegepast als de gebruiker het apparaat opnieuw opstart.

Doelversie

Softwareondersteuning is alleen beschikbaar voor de nieuwste versie van ChromeOS.

Hiermee geef je de meest recente ChromeOS-versie op waarnaar apparaten kunnen worden geüpdatet. ChromeOS wordt niet geüpdatet hoger dan de versie die je selecteert. De laatste paar versies van ChromeOS worden weergegeven. Stel alleen in dat ChromeOS niet kan updaten naar een hogere versie als je compatibiliteitsproblemen moet oplossen voordat de ChromeOS-versie wordt geüpdatet. Of als je ChromeOS-updates wilt vastzetten op een specifieke versie voordat je apparaten overschakelt naar het kanaal Langdurige support (LDS). Ga naar Langdurige support op ChromeOS voor meer informatie over hoe je overschakelt naar Langdurige support.

Selecteer Laatste beschikbare versie gebruiken als je ChromeOS wilt updaten naar de nieuwste versie zodra deze beschikbaar komt.

Terugzetten op doelversie

Bepaalt of apparaten moeten worden teruggezet op de versie die je opgeeft bij Doelversie als ze al een latere versie hebben.

Ga naar ChromeOS terugzetten naar een eerdere versie voor meer informatie.

Releasekanaal

Kan niet worden ingesteld voor de organisatie-eenheid op het hoogste niveau. Je moet dit instellen per organisatie-eenheid.

ChromeOS volgt standaard de updates op het Stabiele kanaal. Je kunt ook kiezen voor het Bèta-kanaal, het Dev-kanaal, het kanaal Langdurige support (LDS) of het kanaal Kandidaat voor langdurige support (KLS).

Je kunt een of meer van je apparaten instellen zodat deze het Dev- of Bètakanaal gebruiken, om compatibiliteitsproblemen in nieuwere versies van Chrome vast te kunnen stellen. Ga naar Praktische tips voor ChromeOS-releases voor meer informatie. Ga naar Praktische tips voor ChromeOS-releases voor meer informatie over welk kanaal je het best kunt kiezen voor je gebruikers.

Vanaf Chrome-versie 96 kun je overschakelen naar het KLS-kanaal voor meer stabiliteit. Op dit kanaal worden updates langzamer uitgerold dan op het Stabiele kanaal. Apparaten blijven regelmatig beveiligingsfixes krijgen, maar functie-updates worden slechts elke 6 maanden uitgevoerd. Ga naar Langdurige support (LDS) in ChromeOS voor meer informatie.

Als je gebruikers wilt toestaan zelf een kanaal te selecteren, selecteer je Instellen toestaan aan gebruiker. Hiermee kunnen gebruikers de nieuwste Chrome-functies testen door het releasekanaal te wijzigen. Ga naar Schakelen tussen stabiele, bèta- en dev-software voor meer informatie over hoe gebruikers dit kunnen doen op hun ChromeOS-apparaat.

Als je wilt dat gebruikers het Dev-kanaal kunnen selecteren, moet je het gebruikersbeleid voor ontwikkelaarstools instellen op Gebruik van ingebouwde ontwikkelaarstools altijd toestaan. Ga naar Ontwikkelaarstools voor meer informatie.

Uitrolplan

Hiermee geef je aan hoe je updates voor beheerde Chrome OS-apparaten wilt implementeren.

Kies een van deze opties:

  • Standaard (apparaten moeten worden geüpdatet zodra een nieuwe versie beschikbaar is): Apparaten worden automatisch geüpdatet naar de nieuwe versie van ChromeOS zodra deze wordt vrijgegeven.
  • Updates uitrollen volgens een specifiek schema: In eerste instantie wordt een kleiner percentage van de apparaten geüpdatet. Je kunt dit na verloop van tijd verhogen. Geef het uitrolschema op met de instelling Updateschema.
  • Updates verspreiden: Als er beperkingen zijn voor de netwerkbandbreedte, kun je updates verspreiden over een aantal dagen, met een maximum van 2 weken. Geef het aantal dagen op met de instelling Automatische updates willekeurig verspreiden over.

Updateschema

Alleen beschikbaar als je ervoor kiest updates te implementeren volgens een specifiek schema.

Hiermee geef je het uitrolschema op waarmee apparaten worden geüpdatet naar de nieuwe versie van ChromeOS. Met deze instelling kun je zorgen dat nieuwe versies van Chrome OS gedurende een bepaalde tijd slechts op een specifiek percentage apparaten worden gebruikt. De datum waarop sommige apparaten worden geüpdatet, kan na de releasedatum liggen. Je kunt apparaten geleidelijk toevoegen totdat ze allemaal zijn geüpdatet.

Automatische updates willekeurig verspreiden over

Alleen beschikbaar als je ervoor kiest updates te verspreiden

Hiermee geef je het aantal dagen na de release op waarbinnen een update wordt gedownload op beheerde apparaten. Met deze instelling kun je verkeerspieken voorkomen die van invloed kunnen zijn op oudere netwerken of netwerken met een lage bandbreedte. Apparaten die tijdens deze periode offline zijn, downloaden de update wanneer ze weer online zijn.

Selecteer Automatische updates niet verspreiden of een laag getal, tenzij je weet dat je netwerk geen verkeerspieken aankan. Als verspreide updates zijn uitgezet, kunnen gebruikers sneller Chrome-verbeteringen en nieuwe functies gebruiken. Ook wordt het aantal gelijktijdig gebruikte versies tot een minimum beperkt om verandermanagement tijdens de updateperiode te vereenvoudigen.

Aanvullende perioden waarin niet wordt geüpdatet

Hiermee geef je de dagen en tijden op waarop Chrome niet automatisch controleert op updates. Als het apparaat op dat moment wordt geüpdatet, wordt de update gepauzeerd door Chrome. Je kunt zo veel aanvullende perioden waarin niet wordt geüpdatet instellen als je wilt. Handmatige controles op updates die gebruikers of beheerders tijdens deze perioden starten, worden niet geblokkeerd.

Opmerking: Als je dit beleid instelt, kan dit invloed hebben op het schema voor testfasen, omdat apparaten geen automatische updates kunnen downloaden tijdens deze perioden.

Automatisch opnieuw opstarten na updates

Hiermee geef je op of het apparaat automatisch opnieuw wordt opgestart na een update. Als het apparaat is ingesteld als kiosk, start het apparaat meteen opnieuw op. Voor gebruikerssessies of beheerde gastsessies wordt het apparaat opnieuw opgestart nadat de gebruiker de volgende keer uitlogt.

  • Automatisch opnieuw opstarten toestaan: Als een ChromeOS-apparaat automatisch is geüpdatet, wordt het opnieuw opgestart wanneer de gebruiker uitlogt.
  • Automatisch opnieuw opstarten niet toestaan: Hiermee wordt automatisch opnieuw opstarten uitgezet.

Opmerking: We raden je aan voor gebruikerssessies ook het gebruikersbeleid 'Melding voor opnieuw opstarten' in te stellen, zodat gebruikers wordt gevraagd hun apparaat opnieuw op te starten om de nieuwste update te krijgen. Ga naar Melding voor opnieuw opstarten voor meer informatie.

Updates via mobiel internet

Hiermee geef je de verbindingstypen op waarmee ChromeOS-apparaten automatisch kunnen worden geüpdatet naar nieuwe versies van ChromeOS. Standaard controleren apparaten alleen op updates en downloaden ze deze alleen als ze verbinding hebben via wifi of ethernet. Selecteer Automatische updates toestaan via alle verbindingen, inclusief mobiel internet als je wilt toestaan dat apparaten automatisch worden geüpdatet wanneer ze verbinding hebben met een mobiel netwerk.

Peer-to-peer

Geeft aan of peer-to-peer wordt gebruikt voor updatepayloads van ChromeOS. Als je Downloads van automatische peer-to-peer-updates toestaan selecteert, delen apparaten een updatepayload in het LAN en proberen ze deze te gebruiken. Hierdoor kan het gebruik en de congestie van de internetbandbreedte afnemen. Als de updatepayload niet beschikbaar is via het LAN, gaat het apparaat over tot downloaden via een updateserver.

Updates afdwingen

Voor apparaten met ChromeOS versie 86 en hoger.

  • Apparaten en gebruikerssessies blokkeren na: Voor apparaten met een ChromeOS-versie die ouder is dan de versie die je opgeeft. Hiermee stel je in na hoeveel tijd gebruikers worden uitgelogd bij apparaten. Kies een waarde tussen 1 en 6 weken. Als je wilt dat gebruikers meteen worden uitgelogd totdat het apparaat wordt geüpdatet, kies je Geen waarschuwing.
  • Als er niet minstens de volgende versie op wordt uitgevoerd: Hiermee geef je de oudste ChromeOS-versie op die je toestaat op de apparaten van gebruikers.
  • De periode verlengen waarin apparaten die geen automatische updates krijgen, worden geblokkeerd naar: Voor apparaten die geen automatische updates meer krijgen en een versie van ChromeOS hebben die ouder is dan de versie die je opgeeft. Hiermee stel je in na hoeveel tijd gebruikers worden uitgelogd van apparaten nadat automatische updates zijn gestopt. Kies een waarde tussen 1 en 12 weken. Als je wilt dat gebruikers meteen worden uitgelogd, kies je Geen waarschuwing.

  • Laatste automatische updatebericht: Hiermee geef je het bericht op dat gebruikers zien op apparaten die geen automatische updates meer krijgen en die een ChromeOS-versie hebben die ouder is dan de versie die je opgeeft. Gebruik platte tekst zonder opmaak. Opmaak is niet toegestaan. Als je dit leeg laat, zien gebruikers het standaardbericht.
    Ga naar Beleid voor automatische updates voor meer informatie over automatische apparaatupdates.
    Hoe gebruikers dit bericht zien op hun apparaat, hangt af van of de tijdsduur die je hebt ingevoerd in Apparaten en gebruikerssessies blokkeren nadat voorbij is:
    • Totdat apparaten de tijdsduur bereiken die je hebt ingevoerd: Gebruikers zien het bericht op de Chrome-beheerpagina nadat ze zijn ingelogd.
    • Nadat apparaten de tijdsduur hebben bereikt die je hebt ingevoerd: Gebruikers zien het bericht op het inlogscherm. Het apparaat is geblokkeerd en gebruikers kunnen niet inloggen.

Downloads updaten

Hiermee bepaal je of ChromeOS-apparaten ChromeOS-updates downloaden via HTTP of HTTPS.

Door app bepaalde updates

Hiermee kun je voorkomen dat apparaten worden geüpdatet naar Chrome-versies hoger dan het versienummer dat is opgegeven door de app die je kiest.

Als je op Een app selecteren klikt, wordt de Chrome Web Store geopend. Hier kun je de gewenste app zoeken en selecteren.

Door kiosk bepaalde updates

Alleen beschikbaar voor kiosk-apps die automatisch worden gestart

Hiermee kan een kiosk-app die automatisch wordt gestart, bepalen welke ChromeOS-versie wordt gebruikt, waardoor apparaten niet kunnen updaten naar versies van Chrome die hoger zijn dan het versienummer dat is opgegeven door de app.

In het manifestbestand van de app moet "kiosk_enabled": true staan en moet de vereiste ChromeOS-versie onder required_platform_version staan. Het kan 24 uur duren voordat updates in het manifestbestand van kracht worden op apparaten. Zie Een kiosk-app de Chrome-versie laten bepalen voor meer informatie over de configuratie van instellingen in het manifestbestand van de app.

Versies

Hiermee bepaal je of Chrome-varianten helemaal aanstaan, alleen aanstaan voor kritieke oplossingen of uitstaan op apparaten.

Door varianten te gebruiken, kunnen wijzigingen aan Google Chrome worden aangeboden zonder dat er een nieuwe versie van de browser hoeft te worden verstuurd, door bestaande functies selectief aan of uit te zetten.

Opmerking: We raden je af varianten uit te zetten, omdat dit ertoe kan leiden dat de Google Chrome-ontwikkelaars kritieke beveiligingsoplossingen niet tijdig kunnen sturen.

Zie Het framework voor Chrome-varianten beheren voor meer informatie.

Geplande updates
Apparaatspecifieke instellingGeldt voor de apparaten Dell Latitude 5300 2-in-1, 5400, 7410 en 7410 2-in-1 Chromebook Enterprise.

Hiermee kun je de dag en tijd opgeven waarop apparaten controleren op updates, zelfs als ze zich in de slaapmodus bevinden. Apparaten controleren niet op updates als ze zijn uitgezet.

Kiosk-instellingen

Voordat je kiosk-instellingen kunt instellen, moet je het apparaat inschrijven als kiosk.

Gerelateerde onderwerpen: ChromeOS-apparaten inschrijven, ChromeOS-apparaatgegevens bekijken, Apps en extensies bekijken en instellen en App- en extensiebeleid instellen

Alles openen  |  Alles sluiten

Beheerde gastsessie

Alleen beschikbaar voor apparaten die zijn ingeschreven voor Chrome Enterprise Upgrade of Chrome Education Upgrade.

Voordat je een ChromeOS-apparaat kunt instellen als beheerde gastsessie, moet je zorgen dat er instellingen zijn gemaakt voor beheerde gastsessies voor de organisatie-eenheid waaraan het apparaat is toegewezen. Selecteer vervolgens Beheerde gastsessies toestaan om de kiosk in te stellen als kiosk voor beheerde gastsessies.

Zie Apparaten voor beheerde gastsessies beheren voor meer informatie over hoe je instellingen voor beheerde gastsessies kunt maken.

Als je automatisch een beheerde gastsessie op een apparaat wilt starten, selecteer je Beheerde gastsessie automatisch starten en stel je Vertraging bij automatisch starten in op 0.

Controle van apparaatstatus aanzetten

Alleen beschikbaar voor beheerde gastsessies die automatisch worden gestart op ChromeOS-apparaten.

Selecteer Controle van apparaatstatus aanzetten om toe te staan dat rapporten worden gestuurd over de status van de kiosk. Hierna kun je controleren of een apparaat online is en naar behoren werkt.

Zie Gezondheidscontrole van Chrome-kiosks voor meer informatie.

Uploaden van systeemlogboeken aanzetten voor apparaat

Alleen beschikbaar voor beheerde gastsessies die automatisch worden gestart op ChromeOS-apparaten.

Belangrijk: Voordat je deze instelling gebruikt, moet je eerst de gebruikers van beheerde kiosk-apparaten op de hoogte stellen dat hun activiteiten gecontroleerd kunnen worden en dat gegevens onbedoeld kunnen worden opgeslagen en gedeeld. Als je je gebruikers hier niet van op de hoogte stelt, ben je in overtreding van de voorwaarden van je overeenkomst met Google.

Selecteer Uploaden van systeemlogboeken aanzetten voor apparaat om automatisch systeemlogboeken op te slaan voor kiosk-apparaten. Logboeken worden elke 12 uur opgeslagen en worden geüpload naar de beheerdersconsole. Daar worden ze maximaal 60 dagen bewaard. Op elk moment kunnen er 7 logboeken worden gedownload: een voor elke dag van de afgelopen 5 dagen, een van 30 dagen geleden en een van 45 dagen geleden.

Zie Gezondheidscontrole van Chrome-kiosks voor meer informatie.

Schermrotatie (rechtsom)

Alleen beschikbaar voor beheerde gastsessies die automatisch worden gestart op ChromeOS-apparaten.

Selecteer de juiste schermstand om de schermrotatie voor kiosk-apparaten in te stellen. Als je wilt dat het scherm wordt geroteerd zodat het in de portretstand komt te staan, selecteer je 90 graden. Dit beleid kan worden overschreven door op het apparaat handmatig een andere schermstand in te stellen.

Bezorgen van meldingen over de status van kioskapparaten

Als je een melding wilt krijgen als een Chrome-kioskapparaat wordt uitgezet, vink je het vakje aan voor Meldingen krijgen via e-mail, Meldingen krijgen via sms of allebei.

Contactgegevens voor meldingen over de status van kioskapparaten

Krijg statusupdates over je Chrome-kioskapparaten.

  • Updates ontvangen per e-mail: Voer naast E-mailadressen voor meldingen één e-mailadres per regel in.
  • Updates ontvangen via sms: Voer naast Mobiele telefoonnummers voor meldingen één telefoonnummer per regel in.
URL-blokkering

Geblokkeerde URL's

Hiermee kun je voorkomen dat gebruikers van de Chrome-browser toegang krijgen tot specifieke URL's.

Vul maximaal 1000 URL's in op aparte regels om deze instelling in te stellen.

Uitzonderingen op geblokkeerde URL's

Hiermee kun je uitzonderingen opgeven voor de URL-blokkeringslijst.

Vul maximaal 1000 URL's in op aparte regels om deze instelling in te stellen.

URL-syntaxis

Voor elke URL moet op de plek van de host een geldige hostnaam (zoals google.com), een IP-adres of een sterretje (*) staan. Het sterretje doet dienst als jokerteken en staat voor alle hostnamen en IP-adressen.

URL's kunnen ook het volgende bevatten:

  • Het URL-schema (http of https gevolgd door ://)
  • Een geldige poortwaarde van 1 t/m 65.535
  • Het pad naar de bron
  • Queryparameters

Opmerkingen:

  • Zet een extra punt voor de host om overeenkomst met subdomeinen uit te zetten.
  • Je kunt geen user:pass-velden zoals http://user:pass@example.com/pub/bigfile.iso gebruiken. Voer in plaats daarvan http://example.com/pub/bigfile.iso in.
  • Als de filters 'Geblokkeerde URL's' en 'Uitzonderingen op geblokkeerde URL's' allebei van toepassing zijn (met dezelfde padlengte), krijgt het uitzonderingsfilter voorrang.
  • Als de host wordt voorafgegaan door een extra punt, filtert het beleid alleen op exacte overeenkomsten met de host.
  • Je kunt geen jokerteken gebruiken aan het einde van een URL, zoals https://www.google.com/* of https://google.com/*.
  • Het beleid zoekt als laatste op jokertekens (*).
  • De optionele zoekopdracht is een reeks van sleutelwaarde- en alleen-sleuteltokens die worden voorafgegaan en afgesloten door '&'.
  • De sleutelwaardetokens worden gescheiden door '='.
  • Een zoeksleutel kan optioneel eindigen op een '*' om een voorvoegsel-overeenkomst aan te geven. De volgorde van tokens wordt genegeerd tijdens het zoeken naar overeenkomsten.

Voorbeelden

Invoer voor Geblokkeerde URL's Resultaat
example.com Blokkeert alle verzoeken voor example.com, www.example.com en sub.www.example.com.
http://example.com Blokkeert alle HTTP-verzoeken voor example.com en bijbehorende subdomeinen, maar staat HTTPS-verzoeken toe.
https://* Blokkeert alle HTTPS-verzoeken voor elk domein.
mail.example.com Blokkeert verzoeken voor mail.example.com maar niet voor www.example.com of example.com
.example.com Blokkeert example.com, maar geen bijbehorende subdomeinen, zoals example.com/docs.
.www.example.com Blokkeert www.example.com, maar geen bijbehorende subdomeinen.
* Blokkeert alle verzoeken naar URL's, behalve de URL's die op de lijst met uitzonderingen voor geblokkeerde URL's staan. Dit geldt voor elk URL-schema, zoals http://google.com, https://gmail.com en chrome://policy.
*:8080 Blokkeert alle verzoeken voor poort 8080.
*/html/crosh.html Blokkeert Chrome Secure Shell (ook wel 'Crosh Shell' genoemd)

chrome://settings

chrome://os-settings

Blokkeert alle verzoeken voor chrome://settings.

example.com/stuff Blokkeert alle verzoeken voor example.com/stuff en bijbehorende subdomeinen.
192.168.1.2 Blokkeert verzoeken naar 192.168.1.2.
youtube.com/watch?v=V1 Blokkeert YouTube-video's met ID V1.
Functies voor virtueel toetsenbord op kiosks.

Geldt voor progressive web-apps (PWA) in de kioskmodus.

Hiermee bepaal je welke functies voor het virtuele toetsenbord aanstaan. Vink de vakjes aan voor de functies die je wilt aanzetten voor gebruikers:

  • Automatische suggesties: Woorden worden automatisch gecorrigeerd met autocorrectie of spellingcontrole en voorgestelde woorden worden getoond terwijl je typt.
  • Handschriftherkenning: Hiermee wordt het handschrift van de gebruiker gelezen. Gebruikers kunnen rechtstreeks op het scherm schrijven in plaats van het virtuele toetsenbord te gebruiken.
  • Gesproken: Hiermee wordt stem geconverteerd naar tekst. Gebruikers kunnen spreken om tekst in te voeren op de meeste plekken waar ze normaal zouden typen.

Zie Het schermtoetsenbord gebruiken voor meer informatie over hoe gebruikers het schermtoetsenbord kunnen gebruiken.

Opmerking: Voordat je de instelling 'Functies voor virtueel toetsenbord op kiosks' instelt, moet je zorgen dat het schermtoetsenbord aanstaat. Meer informatie over de instelling Schermtoetsenbord in kiosks.

Probleemoplossingstools voor kiosks

We raden je af om probleemoplossingstools aan te zetten op productieapparaten. Als u de tools wilt aanzetten, maakt u een onderliggende organisatie-eenheid voor de vereiste apparaten en past u daar de instelling toe. Zet deze instelling uit voordat u apparaten implementeert in uw productieomgeving.

U kunt bepalen of gebruikers toegang hebben tot probleemoplossingstools voor kiosks in een kiosksessie.

Zie Problemen met ChromeOS-kioskapparaten oplossen voor meer informatie.

Geanonimiseerde gegevensverzameling met URL-sleutel

Je kunt aangeven of de geanonimiseerde gegevensverzameling met URL-sleutel wordt uitgevoerd voor kiosksessies.

Als je de instelling aanzet voor de ChromeOS-kiosk, worden URL-sleutelstatistieken verzameld voor kiosk-apps. Als het beleid niet is ingesteld, is het standaard actief en kan de gebruiker dit niet wijzigen.

Beheerders met externe toegang toestaan bestanden over te zetten van/naar de host

Je kunt invoeren of beheerders bestanden kunnen uploaden en downloaden van kioskapparaten in Chrome Remote Desktop-sessies. Hiermee kunnen beheerders logboeken van apparaten downloaden en alle gegevens uploaden naar apparaten die ze tijdens het oplossen van problemen nodig hebben.

Bestandsoverdracht is niet standaard toegestaan.

Stroominstellingen voor kiosks

Voordat je stroominstellingen voor kiosks kunt instellen, moet je het apparaat inschrijven als kiosk.

Als je een kiosk-apparaat altijd aan wilt laten staan, doe je het volgende:

  • Selecteer bij Actie bij inactief de optie Niets doen.
  • Geef bij Timeout voor scherm dimmen in minuten de waarde 0 op.
  • Geef bij Timeout voor scherm uitzetten in minuten de waarde 0 op.
  • Via de app waarvoor het kiosk-apparaat altijd moet zijn ingeschakeld, in Apps en extensies > Kiosken, zet App toestaan batterijgebruik te beheren aan.
Actie bij sluiten klep

Selecteer of je wilt dat het apparaat in de slaapstand gaat, wordt uitgezet of niets doet als de gebruiker de klep van het apparaat sluit.

Instellingen voor kiosks met AC-stroom

Geldt voor kioskapparaten die wisselstroom gebruiken

Timeout bij inactiviteit in minuten

Geef een waarde in minuten op dat een kioskapparaat inactief moet zijn voordat het apparaat in de slaapstand gaat, de gebruiker wordt uitgelogd of het apparaat wordt uitgezet.

Als je de systeemstandaard wilt gebruiken (die verschilt per apparaat), laat je het vak leeg. Als je niet wilt dat er iets gebeurt als een apparaat inactief is, selecteer je bij Actie bij inactief de optie Niets doen.

Waarschuwing voor timeout bij inactiviteit in minuten

Geef een waarde in minuten op om de hoeveelheid inactieve tijd aan te geven voordat een waarschuwing wordt getoond dat de huidige gebruiker wordt uitgelogd of dat het apparaat wordt uitgezet.

Voer een van de volgende handelingen uit om nooit een waarschuwing voor inactiviteit te laten zien:

  • Geef in het veld Waarschuwing voor timeout bij inactiviteit in minuten de waarde 0 op.
  • Selecteer bij Actie bij inactief de optie Slaapstand
  • Selecteer bij Actie bij inactief de optie Niets doen.

Als je de systeemstandaard wilt gebruiken (die verschilt per apparaat), laat je het vak Waarschuwing voor timeout bij inactiviteit in minuten leeg.

Actie bij inactief

Selecteer wat je wilt dat het apparaat doet wanneer het een bepaalde tijd inactief is geweest:

  • Slaapstand: Het apparaat gaat in de slaapstand.
  • Uitloggen: De huidige kiosksessie wordt beëindigd.
  • Uitzetten: Het kioskapparaat wordt uitgezet.
  • Niets doen: Er wordt niets gedaan.

Timeout voor scherm dimmen in minuten

Geef een waarde in minuten op om de hoeveelheid tijd aan te geven voordat het scherm van het apparaat wordt gedimd. Geef 0 op om het scherm nooit te dimmen. Als je de systeemstandaard wilt gebruiken (die verschilt per apparaat), laat je het vak leeg.

Timeout voor scherm uitzetten in minuten

Geef een waarde in minuten op om de hoeveelheid tijd aan te geven voordat het scherm van het apparaat wordt uitgezet. Geef 0 op om het scherm nooit uit te zetten. Als je de systeemstandaard wilt gebruiken (die verschilt per apparaat), laat je het vak leeg.

Instellingen voor kiosks met batterijstroom

Geldt voor kioskapparaten met een batterij

Timeout bij inactiviteit in minuten

Geef een waarde in minuten op dat een kioskapparaat inactief moet zijn voordat het apparaat in de slaapstand gaat, de gebruiker wordt uitgelogd of het apparaat wordt uitgezet.

Als je de systeemstandaard wilt gebruiken (die verschilt per apparaat), laat je het vak leeg. Als je niet wilt dat er iets gebeurt als een apparaat inactief is, selecteer je bij Actie bij inactief de optie Niets doen.

Waarschuwing voor timeout bij inactiviteit in minuten

Geef een waarde in minuten op om de hoeveelheid inactieve tijd aan te geven voordat een waarschuwing wordt getoond dat de huidige gebruiker wordt uitgelogd of dat het apparaat wordt uitgezet.

Voer een van de volgende handelingen uit om nooit een waarschuwing voor inactiviteit te laten zien:

  • Geef in het veld Waarschuwing voor timeout bij inactiviteit in minuten de waarde 0 op.
  • Selecteer bij Actie bij inactief de optie Slaapstand
  • Selecteer bij Actie bij inactief de optie Niets doen.

Als je de systeemstandaard wilt gebruiken (die verschilt per apparaat), laat je het vak Waarschuwing voor timeout bij inactiviteit in minuten leeg.

Actie bij inactief

Selecteer wat je wilt dat het apparaat doet wanneer het een bepaalde tijd inactief is geweest:

  • Slaapstand: Het apparaat gaat in de slaapstand.
  • Uitloggen: De huidige kiosksessie wordt beëindigd.
  • Uitzetten: Het kioskapparaat wordt uitgezet.
  • Niets doen: Er wordt niets gedaan.

Timeout voor scherm dimmen in minuten

Geef een waarde in minuten op om de hoeveelheid tijd aan te geven voordat het scherm van het apparaat wordt gedimd. Geef 0 op om het scherm nooit te dimmen. Als je de systeemstandaard wilt gebruiken (die verschilt per apparaat), laat je het vak leeg.

Timeout voor scherm uitzetten in minuten

Geef een waarde in minuten op om de hoeveelheid tijd aan te geven voordat het scherm van het apparaat wordt uitgezet. Geef 0 op om het scherm nooit uit te zetten. Als je de systeemstandaard wilt gebruiken (die verschilt per apparaat), laat je het vak leeg.

Toegankelijkheid op kiosks

Standaard is Gebruiker laten bepalen geselecteerd voor elke individuele toegankelijkheidsinstelling. Op apparaten met Chrome-kiosk-apps staan toegankelijkheidsinstellingen dus uit en kunnen gebruikers ze indien nodig aan- of uitzetten. Als je in de Beheerdersconsole individuele toegankelijkheidsfuncties aan- of uitzet, kunnen gebruikers ze niet wijzigen of overschrijven.

Opmerking: Als je toegankelijkheidsfuncties uitzet, kunnen mensen met bepaalde beperkingen de apparaten niet gebruiken.

Alles openen  |  Alles sluiten

Zwevend toegankelijkheidsmenu op kiosk

Het toegankelijkheidsmenu is standaard verborgen op apparaten met Chrome-kiosk-apps. Als je Zwevend toegankelijkheidsmenu weergeven in de kioskmodus selecteert, is het toegankelijkheidsmenu altijd zichtbaar op apparaten. Het menu staat rechtsonder op het scherm. Gebruikers kunnen het menu naar een andere hoek van het scherm verplaatsen om te voorkomen dat app-onderdelen (zoals knoppen) worden geblokkeerd.

Zelfs als Zwevend toegankelijkheidsmenu niet weergeven in de kioskmodus is geselecteerd, kunnen gebruikers toegankelijkheidsfuncties nog steeds aanzetten via sneltoetsen, zolang je de individuele toegangkelijkheidsinstelling voor de functies niet hebt uitgezet in de Beheerdersconsole en er een sneltoets voor is. Zie Sneltoetsen op Chromebooks voor meer informatie.

Opmerking: Normaal gesproken wordt met de sneltoets Shift + Alt + L de focus geplaatst op de Launcher-knop en items op de plank. Op apparaten met Chrome-kiosk-apps wordt de focus echter op het toegankelijkheidsmenu geplaatst.

Gesproken feedback op kiosks

Hiermee kun je instellen dat kiosk-apparaten hardop de tekst voorlezen die op het scherm wordt weergegeven. Indien nodig kunnen gebruikers ook braille-apparaten koppelen en instellen. Zie De ingebouwde schermlezer gebruiken en Een braille-apparaat gebruiken met je Chromebook voor meer informatie.

Selecteer om uitgesproken te worden op kiosks

Hiermee kun je toestaan dat gebruikers items op het scherm selecteren zodat deze worden voorgelezen. Terwijl de geselecteerde tekst wordt voorgelezen, wordt elk woord visueel gemarkeerd. Zie Tekst hardop voorlezen voor meer informatie.

Hoog contrast op kiosks

Hiermee worden het lettertype en de achtergrondkleur gewijzigd zodat het scherm beter leesbaar is.

Plaktoetsen op kiosks

Hiermee kun je toestaan dat gebruikers de toetsen van sneltoetscombinaties een voor een indrukken in plaats van meerdere toetsen tegelijk ingedrukt te houden. Als ze bijvoorbeeld een item willen plakken, hoeven ze met plaktoetsen niet de toetsen Ctrl en V tegelijk in te drukken, maar kunnen ze eerst Ctrl indrukken en vervolgens V indrukken. Zie Sneltoetsen één voor één gebruiken voor meer informatie.

Schermtoetsenbord in kiosk

Hiermee kun je toestaan dat gebruikers tekens invoeren zonder fysieke toetsen te gebruiken. Een schermtoetsenbord wordt meestal gebruikt op apparaten met een touchscreen-interface, maar gebruikers kunnen ook een touchpad, muis of gekoppelde joystick gebruiken. Zie Het schermtoetsenbord gebruiken voor meer informatie.

Dicteren op kiosks

Hiermee kun je toestaan dat gebruikers tekst invoeren met hun stem in plaats van met een toetsenbord. Zie Tekst invoeren via spraak voor meer informatie.

Markering toetsenbordfocus op kiosks

Hiermee worden objecten op het scherm gemarkeerd als gebruikers door de objecten navigeren met het toetsenbord. Zo zien gebruikers waar ze zich bevinden op het scherm.

Caretmarkering op kiosks

Hiermee wordt tijdens het bewerken van tekst het gedeelte rond te tekstcaret (de cursor) op het scherm gemarkeerd.

Automatisch klikken aan op kiosks

Hiermee klikt de muisaanwijzer automatisch waar deze stopt op het scherm, zonder dat gebruikers fysiek op een muis of touchpad hoeven te drukken. Zie Automatisch op objecten klikken op je Chromebook voor meer informatie.

Grote cursor op kiosks

Hiermee wordt de muisaanwijzer groter, zodat deze beter zichtbaar is op het scherm.

Cursormarkering op kiosks

Hiermee wordt een kleurfocusring rond de muisaanwijzer gemaakt zodat deze beter zichtbaar is op het scherm.

Primaire muisknop op kiosks

Hiermee kun je de functie van de rechter- en linkermuisknoppen op kiosks omwisselen. Standaard is de linkermuisknop de primaire knop.

Monogeluid op kiosks

Hiermee wordt via alle speakers hetzelfde geluid afgespeeld, zodat gebruikers geen content missen bij stereogeluid.

Sneltoetsen voor toegankelijkheid op kiosks

Hiermee kun je toestaan dat gebruikers sneltoetsen voor toegankelijkheid gebruiken. Zie Sneltoetsen op de Chromebook voor meer informatie.

Vergrootglas op kiosks
Hiermee kun je toestaan dat gebruikers het hele scherm (vergrootglas voor volledig scherm) of een deel ervan (vastgezet vergrootglas) vergroten. Zie Inzoomen op het scherm van je Chromebook of het scherm vergroten voor meer informatie.

Gebruikers- en apparaatrapporten

We raden je aan alle rapporten over ChromeOS-apparaatgegevens aan te zetten. Je kunt dan alle beschikbare gerapporteerde gegevens bekijken voor functies waarvoor rapporten zijn vereist, zoals de apparaatgegevens, inzichtenrapporten of de Telemetry API.

Meer informatie:

Alles openen  |  Alles sluiten

OS-gegevens van het apparaat melden

Hiermee bepaal je of ingeschreven ChromeOS-apparaten informatie over hun huidige OS-status doorgeven, zoals de OS-versie, de opstartmodus en de updatestatus.

Je kunt rapporten aan- of uitzetten voor alle informatie over de OS of Aanpassen selecteren om te bepalen welke informatie wordt gerapporteerd.

Als je Android-apps hebt aangezet op ondersteunde apparaten in je organisatie, heeft deze instelling geen gevolgen voor Android-logboeken en -rapporten.

Hardwaregegevens van het apparaat melden

Hiermee bepaal je of ingeschreven ChromeOS-apparaten informatie over de huidige hardware rapporteren, zoals belangrijke productgegevens, systeeminformatie en tijdzonestatus.

Je kunt rapporten aan- of uitzetten voor alle informatie over hardware of Aanpassen selecteren om te bepalen welke informatie wordt gerapporteerd.

Als je Android-apps hebt aangezet op ondersteunde apparaten in je organisatie, heeft deze instelling geen gevolgen voor Android-logboeken en -rapporten.

Telemetrie van het apparaat melden

De opties Hardwarestatus en Netwerkinterface gelden alleen voor apparaten met ChromeOS versie 95 of lager.

Hiermee bepaal je of ingeschreven ChromeOS-apparaten informatie over apparaattelemetrie rapporteren over de status van belangrijke componenten, zoals CPU, geheugen, opslag en grafische elementen.

Je kunt rapporten aan- of uitzetten voor alle informatie over telemetrie of Aanpassen selecteren om te bepalen welke informatie wordt gerapporteerd.

Als je Android-apps hebt aangezet op ondersteunde apparaten in je organisatie, heeft deze instelling geen gevolgen voor Android-logboeken en -rapporten.

Gebruiker tracken op apparaat rapporteren

Hiermee bepaal je of recente gebruikers van een apparaat worden bijgehouden.

Standaard is Monitoren van recente gebruikers aanzetten geselecteerd. Als de instelling Gebruikersgegevens is ingesteld op Alle lokale gebruikersgegevens wissen (alle gebruikersgegevens op een apparaat worden gewist als een gebruiker uitlogt), wordt deze instelling genegeerd. Zie Gebruikersgegevens.

Status van kiosksessie rapporteren

Hiermee bepaal je of ingeschreven ChromeOS-apparaten in de kioskmodus hun sessiestatus rapporteren.

De actieve kiosk-app rapporteren

Hiermee bepaal je of ingeschreven ChromeOS-apparaten in de kioskmodus informatie over de kiosk-app rapporteren.

Afdruktaken op apparaat rapporteren

Hiermee bepaal je of ingeschreven ChromeOS-apparaten afdruktaken en afdrukgebruik bijhouden.

Zie Afdrukrapporten bekijken voor meer informatie.

Uploadfrequentie van apparaatstatusrapport

Hiermee bepaal je hoe vaak ChromeOS apparaatstatusuploads verstuurt, in minuten. De minimum toegestane frequentie is 60 minuten.

Meldingen van inactieve apparaten

Meldingsrapporten over inactieve apparaten

Krijg e-mailrapporten over inactieve apparaten in je domein. De rapporten bevatten het volgende:

  • Informatie over alle inactieve apparaten in je domein (apparaten die niet zijn gesynchroniseerd binnen de tijd die je hebt opgegeven in Tijdsperiode inactief).
  • Het totale aantal inactieve apparaten, inclusief hoeveel apparaten onlangs inactief zijn geworden, voor elke organisatie-eenheid.
  • Een link met uitgebreide informatie over elk apparaat, zoals organisatie-eenheid, serienummer, item-ID en laatste synchronisatiedatum als er minder dan 30 apparaten onlangs inactief zijn geworden.

Opmerking: Het kan een dag duren voordat bepaalde gegevens zichtbaar worden in de rapporten. Als een apparaat bijvoorbeeld in de afgelopen 24 uur is gesynchroniseerd, maar daarvoor inactief was, kan het nog steeds op de lijst met inactieve apparaten worden weergegeven, ook al is het nu actief.

Tijdsperiode inactief (dagen)

Als een apparaat langer dan het aantal dagen dat je opgeeft niet wordt geregistreerd door de beheerserver, wordt het apparaat geregistreerd als inactief. Je kunt het aantal dagen instellen op elk geheel getal groter dan 1.

Als je bijvoorbeeld alle apparaten die in de afgelopen week niet zijn gesynchroniseerd, wilt markeren als inactief, vul je naast Tijdsperiode inactief (dagen) het getal 7 in.

Tijdsperiode tussen meldingen (dagen)

Als je wilt opgeven hoe vaak meldingsrapporten van inactieve apparaten worden verstuurd, vul je het aantal dagen in het veld Tijdsperiode tussen meldingen in.

E-mailadressen die meldingsrapporten moeten krijgen

Als je e-mailadressen wilt opgeven die meldingsrapporten moeten krijgen, voer je de adressen in (één per regel).

Statistieken anoniem melden

Hiermee bepaal je of het ChromeOS-apparaat gebruiksstatistieken en crashrapporten naar Google stuurt. Deze rapporten worden gemaakt als er een systeemfout optreedt of de browser vastloopt.

Gebruiksstatistieken bevatten verzamelde informatie, zoals voorkeuren, knoppen waarop is geklikt en geheugenverbruik. Ze bevatten geen URL's van webpagina's of persoonlijke informatie. Crashrapporten bevatten systeeminformatie van het moment dat de crash zich voordeed. Ze kunnen URL's van webpagina's of persoonlijke informatie bevatten, afhankelijk van wat er gebeurde tijdens de crash.

Als je Android-apps hebt aangezet op ondersteunde apparaten in je organisatie, bepaalt dit beleid ook of gebruiks- en diagnostische gegevens van Android worden verzameld.

Uploaden van systeemlogboek apparaat

Als deze instelling is aangezet, sturen apparaten systeemlogboeken naar de beheerserver en kun je deze logboeken controleren.

De standaardinstelling is Uploaden van systeemlogboeken uitzetten voor apparaat.

Prestatietracering voor het hele systeem verzamelen

Hiermee bepaal je of gebruikers een prestatietracering voor het hele systeem kunnen verzamelen via de service voor systeemtracering.

Standaard kunnen gebruikers geen prestatietracering voor het hele systeem verzamelen. Met deze instelling wordt alleen het verzamelen van een tracering voor het hele systeem uitgezet. De instelling heeft geen invloed op het verzamelen van een tracering voor de browser.

Rapporteren over XDR-gebeurtenissen (Extended Detection and Response)

XDR-gebeurtenissen worden niet weergegeven in de Beheerdersconsole. Als je wilt dat XDR-gebeurtenissen worden gerapporteerd aan je provider, stel je de XDR-providerconfiguratie in voordat je deze instelling aanzet. Ga naar XDR instellen voor ChromeOS-apparaten voor meer informatie.

Hiermee bepaal je of ChromeOS-apparaten XDR-gebeurtenissen sturen.

XDR-systemen (Extended Detection and Response) kunnen verdachte reeksen activiteiten in je organisatie van beheerde apparaten herkennen door processen, netwerk- en beveiligingsgerelateerde gebeurtenissen te controleren.

Als je Informatie over XDR-gebeurtenissen (Extended Detection and Response) melden selecteert, rapporteren ingeschreven apparaten informatie over XDR-gebeurtenissen aan je provider.

Weergave-instellingen

Scherminstellingen

Hiermee stel je de schermresolutie en schaalfactor voor het apparaatscherm in.

Instellingen voor externe weergave gelden voor gekoppelde schermen. Ze gelden niet voor schermen waarop de opgegeven resolutie of schaal niet wordt ondersteund.

Wijzigen door gebruiker toestaan

Standaard is Toestaan dat gebruikers vooraf ingestelde scherminstellingen overschrijven (aanbevolen) geselecteerd. Gebruikers kunnen de resolutie en schaalfactor van hun scherm wijzigen, maar de instellingen worden teruggezet naar de standaard als het apparaat opnieuw wordt opgestart. Als je niet wilt dat gebruikers de weergave-instellingen wijzigen, selecteer je Niet toestaan dat gebruikers vooraf ingestelde scherminstellingen wijzigen.

Externe resolutie

Standaard is Altijd systeemeigen resolutie gebruiken geselecteerd. Waarden die worden ingevoerd voor Breedte van extern scherm en Hoogte van extern scherm worden genegeerd en externe schermen worden ingesteld op hun native resolutie.

Als je Aangepaste resolutie gebruiken selecteert, wordt de aangepaste resolutie toegepast op alle externe schermen. Als de resolutie daarop niet wordt ondersteund, wordt de systeemeigen resolutie gebruikt.

Schaal van extern scherm (percentage)

Specificeert de weergaveschaal voor externe beeldschermen die zijn verbonden met ChromeOS-apparaten.

Schaal van intern scherm (percentage)

Hiermee geef je de interne weergaveschaal op voor ChromeOS-apparaten.

Stroom en afsluiten

Alles openen  |  Alles sluiten

Energiebeheer

Hiermee bepaal je of een ChromeOS-apparaat waarop het inlogscherm wordt weergegeven (er is geen gebruiker ingelogd), na een bepaalde tijd in de slaapstand gaat, wordt afgesloten of actief blijft. Deze instelling is handig om te zorgen dat apparaten die worden gebruikt als kiosk, nooit worden afgesloten.

Opnieuw opstarten na uptimelimiet

Werkt momenteel alleen met kiosk-apparaten waarop een inlogscherm wordt getoond.

Hiermee kun je het aantal dagen opgeven waarna een apparaat opnieuw wordt opgestart. Het apparaat start niet altijd op dezelfde tijd van de dag opnieuw op. Opnieuw opstarten kan ook worden uitgesteld totdat de gebruiker uitlogt. Als een sessie actief is, geldt een respijtperiode van maximaal 24 uur.

Google raadt je aan kiosk-apps zo in te stellen dat ze regelmatig worden afgesloten, zodat de app of het hele apparaat opnieuw kan opstarten.

Uitzetten toestaan

Je kunt de volgende opties selecteren:

  • Gebruikers toestaan het apparaat uit te zetten met het pictogram Uitzetten of de aan/uit-knop (standaard): Gebruikers kunnen het apparaat uitzetten met de knop op het apparaat, het toetsenbord, de muis of het scherm.
  • Gebruikers alleen toestaan het apparaat uit te zetten met de aan/uit-knop op het apparaat: Gebruikers kunnen het apparaat uitzetten met de knop op het apparaat, niet met het toetsenbord, de muis of het scherm.

Deze instelling kan nuttig zijn in specifieke situaties, bijvoorbeeld als het ChromeOS-apparaat wordt gebruikt als kiosk of als digitale bewegwijzering.

Stroombeheer voor piekuren

Apparaatspecifieke instellingGeldt voor de apparaten Dell Latitude 5300 2-in-1, 5400, 7410 en 7410 2-in-1 Chromebook Enterprise.

Hiermee kun je het stroomverbruik verminderen door de Chromebook automatisch over te schakelen naar batterijvoeding.

Ga als volgt te werk als je 'Stroombeheer voor piekuren inschakelt':

  1. Voer bij Batterijdrempel voor piekuren een percentage in tussen 15 en 100. Als het batterijpercentage hoger is dan de waarde die je opgeeft, werkt het apparaat op de batterij.
  2. Ga zo te werk als je een dagelijkse start- en eindtijd wilt instellen voor het uitvoeren van 'Stroombeheer voor piekuren':

    1. Selecteer onder Dagconfiguratie piekuren een begin- en eindtijd. Gedurende deze tijden wordt de voeding niet gebruikt, tenzij het apparaat de hierboven ingestelde drempel bereikt.
    2. Selecteer onder Starttijd opladen een tijdstip om de batterij te laden.
Configuratie voor het opladen van de primaire batterij

Apparaatspecifieke instellingGeldt voor de apparaten Dell Latitude 5300 2-in-1, 5400, 7410 en 7410 2-in-1 Chromebook Enterprise.

Hiermee kun je de laadmodus van de primaire batterij instellen. Maak een keuze uit de volgende opties:

  • Standaard: Laadt de batterij helemaal op met een standaardsnelheid
  • Adaptief: Batterij wordt adaptief geoptimaliseerd op basis van een typisch gebruikspatroon
  • Snel opladen: Batterij wordt binnen een kortere periode opgeladen
  • Voornamelijk via voedingsadapter: Verlengt de levensduur van de batterij door hoofdzakelijk op te laden via de voeding
  • Aangepast: Hiermee kun je een start- en stoptijd invoeren op basis van het batterijpercentage

Opmerking: Je kunt deze instelling niet tegelijkertijd gebruiken met de instelling voor 'Geavanceerde oplaadmodus' voor batterijen.

'Geavanceerde oplaadmodus' voor batterijen

Apparaatspecifieke instellingGeldt voor de apparaten Dell Latitude 5300 2-in-1, 5400, 7410 en 7410 2-in-1 Chromebook Enterprise.

Hiermee kun je de bruikbare levensduur van een batterij verlengen door deze slechts eenmaal per dag helemaal op te laden. De rest van de dag hebben batterijen een lagere laadstatus, wat beter is voor opslag, zelfs wanneer het systeem is aangesloten op een rechtstreekse stroombron.

Als je 'Geavanceerde oplaadmodus' voor batterijen aanzet, voer je een dagelijkse start- en eindtijd in.

Opmerking: Binnen de laatste anderhalf uur van de eindtijd kan het apparaat voorkomen dat de batterij wordt opgeladen om een lager batterijpercentage te bereiken.

Opstarten bij voedingsadapter
Apparaatspecifieke instellingGeldt voor de apparaten Dell Latitude 5300 2-in-1, 5400, 7410 en 7410 2-in-1 Chromebook Enterprise.

Als je 'Opstarten bij voedingsdapter' inschakelt en een apparaat wordt uitgeschakeld, wordt dit ingeschakeld wanneer het is aangesloten op een voedingsadapter.

Opmerking: Als het apparaat is gekoppeld aan een Dell WD19-dockingstation dat is aangesloten op een stopcontact, wordt de Chromebook aangezet, zelfs als deze instelling is uitgezet.

USB PowerShare
Apparaatspecifieke instellingGeldt voor de apparaten Dell Latitude 5300 2-in-1, 5400, 7410 en 7410 2-in-1 Chromebook Enterprise.

Hiermee kunnen gebruikers andere apparaten, zoals een mobiele telefoon, opladen via een speciale USB-poort. Dit kan als de Chromebook is uitgezet en op de voeding is aangesloten. Alle USB-poorten laden apparaten op wanneer de Chromebook in de slaapstand staat.

Opnieuw opstarten na uitloggen

Geldt alleen voor niet-aangesloten gebruikers.

Hiermee bepaal je of apparaten opnieuw moeten worden opgestart als gebruikers uitloggen. Standaard is Niet opnieuw opstarten na uitloggen gebruiker geselecteerd.

Opnieuw opstarten gepland

Je kunt de tijd, de frequentie (dagelijks, wekelijks of maandelijks) en de dag van de week of maand opgeven waarop een apparaat opnieuw wordt opgestart. De planning is gebaseerd op de tijdzone-instelling van het apparaat.

Voor gebruikerssessies of beheerde gastsessies is het volgende van toepassing:

  • De gebruikers krijgen een melding dat het apparaat 1 uur voor de geplande tijd opnieuw wordt opgestart. Ze kunnen ervoor kiezen op dat moment opnieuw op te starten of te wachten op het gepland opnieuw opstarten. Gepland opnieuw opstarten kan niet worden uitgesteld.
  • Er is een respijtperiode van 1 uur nadat het apparaat is opgestart. Instanties van gepland opnieuw opstarten worden overgeslagen tijdens deze periode en opnieuw gepland voor de volgende dag, week of maand, afhankelijk van de instelling.

Gepland opnieuw opstarten staat standaard uit.

Google raadt je aan apps zo in te stellen dat ze regelmatig worden afgesloten, zodat de app of het hele apparaat opnieuw kan opstarten. Je kunt bijvoorbeeld instellen dat het apparaat elke maandag om 02:00 uur wordt afgesloten.

Virtuele machines

Virtuele Linux-machines voor niet-aangesloten gebruikers (bèta)

Hiermee bepaal je of niet-aangesloten gebruikers virtuele machines kunnen gebruiken voor Linux-apps. De instelling wordt toegepast op nieuwe Linux-containers die worden gestart, niet op containers die al worden uitgevoerd.

De standaardinstelling is Gebruik van virtuele machines die nodig zijn om Linux-apps te ondersteunen blokkeren voor niet-aangesloten gebruikers. Niet-aangesloten gebruikers kunnen geen virtuele machines gebruiken om Linux-apps te ondersteunen.

Als je Gebruik van virtuele machines die nodig zijn om Linux-apps te ondersteunen toestaan voor niet-aangesloten gebruikers selecteert, kunnen alle niet-aangesloten gebruikers virtuele Linux-machines gebruiken.

Als je dit wilt aanzetten voor aangesloten gebruikers, selecteer je op de pagina 'Gebruikers en browsers' de optie Gebruik van virtuele machines die nodig zijn om Linux-apps te ondersteunen toestaan voor gebruikers. Zie Virtuele Linux-machines voor niet-aangesloten gebruikers (bèta) voor meer informatie.

Opmerking: Deze functie bevindt zich niet meer in de bètafase voor ChromeOS-consumentenapparaten. De functie blijft in de bètafase voor beheerde apparaten en gebruikers.

Android-apps van niet-vertrouwde bronnen

Hiermee kun je bepalen of gebruikers op individuele ChromeOS-apparaten Android-apps van niet-vertrouwde bronnen mogen gebruiken. Deze instelling geldt niet voor Google Play.

  • Gebruikers van dit apparaat niet toestaan ADB-sideloading te gebruiken: De standaardinstelling is dat er geen Android-apps van niet-vertrouwde bronnen kunnen worden gebruikt op het apparaat. Gebruikers hoeven de fabrieksinstellingen niet terug te zetten op de Chromebook.
  • Gebruikers van dit apparaat niet toestaan ADB-sideloading te gebruiken en een Powerwash van het apparaat afdwingen als sideloading eerder was aangezet: Hiermee kunnen er geen Android-apps van niet-vertrouwde bronnen worden gebruikt op het apparaat en moeten gebruikers afgedwongen de fabrieksinstellingen terugzetten op de Chromebook als sideloading eerder was aangezet.
  • Aangesloten gebruikers van dit apparaat toestaan ADB-sideloading te gebruiken: Hiermee sta je aangesloten gebruikers van dit apparaat toe Android-apps van niet-vertrouwde bronnen te gebruiken. Je moet ook de gebruikersinstelling 'Android-apps van niet-vertrouwde bronnen' aanzetten. Zie Android-apps van niet-vertrouwde bronnen voor meer informatie.

Andere instellingen

Alles openen  |  Alles sluiten

Template voor hostnaam van apparaat in netwerk

Hiermee kun je de hostnaam opgeven die wordt doorgegeven aan de DHCP-server met DHCP-verzoeken.

Als voor dit beleid een tekenreeks is ingesteld, wordt die tekenreeks gebruikt als de hostnaam van het apparaat tijdens het DHCP-verzoek.

De tekenreeks kan de variabelen ${ASSET_ID}, ${SERIAL_NUM}, ${MAC_ADDR}, ${MACHINE_NAME} en ${LOCATION} bevatten. Deze variabelen worden vervangen door de waarden op het apparaat. De waarden moeten worden vervangen door een geldige hostnaam volgens RFC 1035, gedeelte 3.1.

Als dit beleid niet is ingesteld of als de waarde na vervanging geen geldige hostnaam is, wordt er geen hostnaam gebruikt in het DHCP-verzoek.

Kenmerk clientnaam Internet Printing Protocol

Deze actie wordt alleen toegepast als de verbinding met de printer beveiligd is (ipps:// URI-schema) en de afdruktaak wordt gestuurd door een aangesloten gebruiker. Geldt alleen voor printers die client-info ondersteunen.

Je kunt de waarde voor client-name instellen om door te geven aan afdruktaken voor Internet Printing Protocol (IPP).

Als je een template toevoegt voor het kenmerk client-naam, wordt de waarde client-info gestuurd naar afdruktaken die worden verzonden naar IPP-printers. Het client-type-lid van de waarde client-info die je hebt toegevoegd, is ingesteld op other. Het lid client-name van de toegevoegde waarde client-info wordt ingesteld op de waarde van het beleid, na de vervanging van tijdelijke aanduidingen voor variabelen.

Ondersteunde tijdelijke variabelen zijn:

  • ${DEVICE_DIRECTORY_API_ID}
  • ${DEVICE_SERIAL_NUMBER}
  • ${DEVICE_ASSET_ID}
  • ${DEVICE_ANNOTATED_LOCATION}

Niet-ondersteunde tijdelijke variabelen worden niet vervangen. De waarde van de clientnaam mag niet langer zijn dan 127 tekens.

Geldige waarden zijn:

  • kleine en hoofdletters van het Engelse alfabet
  • cijfers
  • streepjes (-)
  • punten (.)
  • underscores (_)

Als je het beleid leeg laat of er een ongeldige waarde wordt toegevoegd, wordt er geen aanvullende waarde voor client-info toegevoegd aan verzoeken voor afdruktaken.

Zie ChromeOS-apparaatgegevens weergeven voor meer informatie.
Tijdzone

Systeemtijdzone

Hiermee wordt de tijdzone opgegeven die moet worden ingesteld op de apparaten van je gebruikers.

Systeemtijdzone automatisch detecteren

Kies een van de volgende opties om te specificeren hoe een apparaat de huidige tijdzone detecteert en instelt:

  • Laat gebruikers beslissen: Gebruikers bepalen de tijdzone met de standaard datum- en tijdinstellingen van Chrome.
  • Tijdzone nooit automatisch detecteren: Gebruikers moeten handmatig een tijdzone kiezen.
  • Altijd minder nauwkeurige tijdzonedetectie gebruiken: Het IP-adres van het apparaat wordt gebruikt om de tijdzone in te stellen.
  • Altijd wifi-toegangspunten sturen naar de server bij het bepalen van de tijdzone: De locatie van het wifi-toegangspunt waar het apparaat verbinding mee maakt, wordt gebruikt om de tijdzone in te stellen (meest nauwkeurig).
  • Alle locatiegegevens sturen: Locatiegegevens, zoals wifi-toegangspunten en gps, worden gebruikt om de tijdzone in te stellen.
Mobiele dataroaming

Hiermee bepaal je of gebruikers op het ChromeOS-apparaat online mogen gaan met een mobiel netwerk dat door een andere provider wordt beheerd (hiervoor kunnen kosten in rekening worden gebracht). Met deze instelling moeten gebruikers mobiele dataroaming op het apparaat toestaan.

Gerelateerd onderwerp: Verbinding maken met een mobiel gegevensnetwerk

USB-toegang

Hiermee kun je een lijst opgeven met USB-apparaten waartoe apps rechtstreeks toegang hebben, zoals Citrix Receiver. Je kunt apparaten opgeven als toetsenborden, pads voor het vastleggen van handtekeningen, printers, scanners en andere USB-apparaten. Als dit beleid niet is ingesteld, is de lijst met afneembare USB-apparaten leeg.

Als je apparaten wilt toevoegen aan de lijst, voer je de USB Vendor Identifier (ID van de USB-leverancier, VID) en de Product Identifier (product-ID, PID) in als hexadecimaal paar met een dubbele punt ertussen (VID:PID). Plaats dit paar voor elk apparaat op een nieuwe regel. Als je bijvoorbeeld een muis wilt invoeren met VID 046E en PID D626 en een pad voor het vastleggen van handtekeningen met VID 0404 en PID 6002, voer je het volgende in:

046E:D626
0404:6002

Beveiliging voor gegevenstoegang voor randapparaten

Voor sommige randapparaten, zoals bepaalde Thunderbolt- of USB4-docks, -schermen en -connectorkabels, moeten gebruikers de beveiliging voor gegevenstoegang uitzetten, anders werken ze niet goed.

Standaard is beveiliging voor gegevenstoegang voor randapparaten aangezet voor ingeschreven ChromeOS-apparaten. Dit kan leiden tot minder goede prestaties van de randapparaten. Als je Beveiliging voor gegevenstoegang uitzetten selecteert, kunnen randapparaten beter presteren, maar kunnen ze persoonsgegevens openbaar maken als gevolg van ongeautoriseerd gebruik.

Bluetooth

Hiermee kun je Bluetooth op een apparaat aan- of uitzetten.

  • Als je Bluetooth wilt aanzetten, selecteer je Bluetooth niet uitzetten.
  • Als je Bluetooth wilt uitzetten, selecteer je Bluetooth uitzetten.

Als je het beleid wijzigt van Bluetooth uitschakelen in Bluetooth niet uitschakelen, moet je het apparaat opnieuw opstarten om de wijziging door te voeren.

Als je het beleid wijzigt van Bluetooth niet uitzetten in Bluetooth uitzetten, wordt de wijziging meteen doorgevoerd en hoef je het apparaat niet opnieuw op te starten.

Bluetooth-services toegestaan

Hier staan de Bluetooth-services waarmee ChromeOS-apparaten verbinding kunnen maken. Als je dit leeg laat, kunnen gebruikers verbinding maken met elke Bluetooth-service.

Apparaatbandbreedte beperken

Apparaten in de kiosk-, beheerde gastsessie- of gebruikersmodus met Chrome-versie 56 en hoger

Hiermee wordt het bandbreedtegebruik op apparaatniveau bepaald. Alle netwerkinterfaces op een apparaat worden beperkt, inclusief wifi, ethernet, USB-ethernetadapter, mobiele USB-dongle en draadloze USB-kaart. Al het netwerkverkeer wordt beperkt, inclusief OS-updates.

Ga zo te werk om de instelling aan te zetten:

  1. Selecteer Netwerkbeperkingen aanzetten.
  2. Voer de download- en uploadsnelheid in kbps in. De minimum snelheid die je kunt opgeven is 513 kbps.
Update van TPM-firmware

Als je updates van TPM-firmware installeert, kan een apparaat worden gewist en kunnen de fabrieksinstellingen worden teruggezet. Als een update herhaaldelijk mislukt, kan het apparaat onbruikbaar worden.

Als je gebruikers wilt toestaan een update voor Trusted Platform Module-firmware (TPM) op apparaten te installeren, selecteer je Gebruikers toestaan TPM-firmware te updaten. Zie De beveiliging van je Chromebook updaten voor informatie over hoe gebruikers een firmware-update kunnen installeren.

Verkeer via geverifieerde proxy

Hiermee bepaal je of systeemverkeer via een internetproxyserver met verificatie kan worden gestuurd.

Standaard wordt verkeer via een proxyserver met verificatie geblokkeerd.

Als je Toestaan dat systeemverkeer via een proxy met verificatie wordt gestuurd selecteert, vereisen proxyservers verificatie met de inloggegevens van een serviceaccount (een gebruikersnaam en wachtwoord) om toegang te krijgen tot internet. Deze inloggegevens worden alleen gebruikt voor systeemverkeer. Voor browserverkeer moeten gebruikers nog steeds hun identiteit bevestigen bij de proxy met hun eigen inloggegevens.

Opmerking: Alleen HTTPS-systeemverkeer kan via de geverifieerde proxy worden gestuurd. Dit kan gevolgen hebben voor gebruikers die HTTP gebruiken voor ChromeOS-updates. Als je netwerk ChromeOS-updates via HTTPS niet ondersteunt, moet je bij Downloads updaten instellen dat updates via HTTP zijn toegestaan. Deze updates gaan niet via de proxy. Zie Downloads updaten voor meer informatie.

Via MAC-adres

Apparaatspecifieke instellingGeldt voor de apparaten Dell Latitude 5300 2-in-1, 5400, 7410 en 7410 2-in-1 Chromebook Enterprise.

Hiermee kun je het MAC-adres kiezen dat het dockingstation gebruikt wanneer het is verbonden met de Chromebook.

Dell SupportAssist

Apparaatspecifieke instellingGeldt voor de apparaten Dell Latitude 5300 2-in-1, 5400, 7410 en 7410 2-in-1 Chromebook Enterprise.

Hiermee kun je het Dell SupportAssist-programma aanzetten en instellen. Ga voor informatie over Dell SupportAssist naar de Dell-support.

Indeling systeemklok

Hiermee bepaal je welke klokindeling wordt gebruikt op het inlogscherm en tijdens beheerde gastsessies op ChromeOS-apparaten.

De standaardwaarde is Automatisch, gebaseerd op huidige taal. Je kunt ook instellen dat de klok volgens een 12- of 24-uursindeling wordt weergegeven. Gebruikers kunnen altijd de klokindeling voor hun eigen account wijzigen.

Grootte cachegeheugen van apps en extensies

Hiermee geef je de grootte op in bytes voor het opslaan van apps en extensies in het cachegeheugen voor installaties door meerdere gebruikers van één apparaat. Apps en extensies hoeven dan niet opnieuw te worden gedownload voor elke gebruiker.

Als je dit instelt op minder dan 1 MB of niet instelt, gebruikt ChromeOS de standaardgrootte van 256 MiB.

Hardwareprofielen

Hiermee bepaal je of hardwareprofielen, zoals ICC-schermprofielen die worden gebruikt om de weergavekwaliteit van gekoppelde schermen te verbeteren, kunnen worden gedownload van Google-servers.

Standaard kunnen hardwareprofielen worden gedownload.

Melding over weinig schijfruimte

Je kunt bepalen of er een melding wordt getoond als er weinig schijfruimte is. Dit is van toepassing op alle gebruikers op het apparaat.

De standaardinstelling is Geen melding tonen bij weinig schijfruimte.

  • Als het apparaat onbeheerd is of als er slechts één gebruiker is, wordt het beleid genegeerd en wordt de melding altijd weergegeven.
  • Als er meerdere gebruikersaccounts op een beheerd apparaat staan, wordt de melding alleen weergegeven als je Melding tonen bij weinig schrijfruimte selecteert.
Aanbiedingen inwisselen via ChromeOS-registratie
Je kunt bepalen of gebruikers van zakelijke apparaten aanbiedingen kunnen inwisselen via ChromeOS-registratie.
Fouten opsporen in pakketopnamen van netwerk

Hiermee wordt bepaald of gebruikers IP-pakketten (Internet Protocol) op hun apparaat kunnen vastleggen voor beoordeling of analyse.

Prompt voor als meerdere certificaten overeenkomen op het inlogscherm

Hiermee bepaal je of gebruikers worden gevraagd een clientcertificaat te selecteren op het inlogscherm als meerdere certificaten overeenkomen.

Als je instelt dat de gebruiker om het juiste certificaat wordt gevraagd en je een lijst met URL-patronen hebt ingevuld in de instelling Clientcertificaten voor Single sign-on, wordt de gebruiker gevraagd het clientcertificaat te selecteren als het beleid voor automatische selectie overeenkomt met meerdere certificaten. Zie Clientcertificaten voor Single sign-on voor meer informatie.

Als PIV-kaarten worden gebruikt, kun je in de app DriveLock Smart Card Middleware (CSSI) de parameter filter_auth_cert zo instellen dat er automatisch wordt gefilterd op verificatiecertificaten. Zie Certificaten automatisch selecteren tijdens inloggen voor meer informatie.

Opmerking: Omdat gebruikers mogelijk niet weten welk certificaat ze moeten selecteren, raden we je aan de instelling Prompt voor als meerdere certificaten overeenkomen op het inlogscherm alleen te gebruiken voor testdoeleinden of als je het filter niet juist kunt instellen in de instelling Clientcertificaten voor Single sign-on.

Sneltoetsen voor internationale toetsenborden toewijzen

Hiermee kun je de toewijzing van sneltoetsen voor internationale toetsenborden aan- of uitzetten. De standaardinstelling is Sneltoetsen voor internationale toetsenborden worden toegewezen aan de locatie van de toetsen op het toetsenbord in plaats van aan de glief van de toetsen.. Sneltoetsen werken dan consistent met internationale toetsenbordindelingen en beëindigde verouderde sneltoetsen.

Opmerking: Dit beleid wordt beëindigd nadat aangepaste sneltoetsen beschikbaar zijn.

Android-apps voor niet-aangesloten gebruikers

Niet-aangesloten gebruikers kunnen standaard Android-apps gebruiken op beheerde ChromeOS-apparaten.

Wijzigingen in deze instelling worden alleen toegepast op beheerde ChromeOS-apparaten terwijl er geen Android-apps worden uitgevoerd, bijvoorbeeld als ChromeOS wordt gestart.

Zie Android-apps implementeren voor beheerde gebruikers op ChromeOS-apparaten voor meer informatie over de installatie van Android-apps op ChromeOS-apparaten.

Standaardkleur voor achtergrondverlichting toetsenbord

Hiermee geef je de standaard kleur van de achtergrondverlichting van het toetsenbord op voor de apparaten van gebruikers.

Geluid Batterij bijna leeg

Geeft aan of een apparaat een hoorbare melding afspeelt als het batterijniveau of de resterende tijd onder een drempelwaarde zakt.

Als het apparaat niet is aangesloten op een stopcontact, speelt het apparaat waarschuwingsgeluiden af wanneer:

  • De resterende gebruikstijd is nog 15 minuten.
  • De resterende gebruikstijd is nog 5 minuten.

Opmerking: Als het apparaat wordt aangesloten op een oplader met een laag vermogen, speelt het een waarschuwingsgeluid af als de batterij daalt tot 10% en daarna opnieuw bij 5%.

Kies een van deze opties:

  • Geluid voor een bijna lege batterij aanzetten: Het apparaat speelt een hoorbare melding af als de batterij bijna leeg is. Als jij dit beleid aanzet, kunnen gebruikers het niet uitzetten.
  • Geluid voor een bijna lege batterij uitzetten: Het apparaat speelt geen melding af als waarschuwing dat de batterij bijna leeg is. Als jij dit beleid uitzet, kunnen gebruikers het niet aanzetten.
  • Gebruiker laten bepalen: Het geluid voor een bijna lege batterij staat in eerste instantie uit voor bestaande gebruikers en aan voor nieuwe gebruikers, maar gebruikers kunnen het geluid altijd zelf aan- of uitzetten.
Oplaadgeluiden

Geeft aan of een apparaat oplaadgeluiden maakt als het wordt aangesloten op een stopcontact. Er worden iets andere geluiden afgespeeld als het batterijniveau deze drempelwaarden bereikt:

  • 0-15% (laag batterijniveau)
  • 16-79% (gemiddeld batterijniveau)
  • 80-100% (hoog batterijniveau)

Kies een van deze opties:

  • Oplaadgeluiden aanzetten: Het apparaat speelt een hoorbare melding af als de oplader is aangesloten op een stopcontact. Als jij dit beleid aanzet, kunnen gebruikers het niet uitzetten.
  • Oplaadgeluiden uitzetten: Het apparaat speelt geen hoorbare melding af als de oplader is aangesloten op een stopcontact. Als jij dit beleid uitzet, kunnen gebruikers het niet aanzetten.
  • Gebruiker laten bepalen: Het oplaadgeluid staat in eerste instantie uit op het apparaat, maar gebruikers kunnen het geluid altijd aan- of uitzetten.
Aanvullende hardwaregegevens in ChromeOS Flex

Hiermee bepaal je of ChromeOS Flex-apparaten aanvullende hardwaregegevens naar Google sturen.

Deze hardwaregegevens worden gebruikt voor algemene verbeteringen van ChromeOS en ChromeOS Flex. We kunnen bijvoorbeeld de impact van een crash analyseren op basis van de centrale verwerkingseenheid (CPU) of een bugfix prioriteit geven op basis van hoeveel apparaten een component delen.

Als je deze instelling aanzet, delen ChromeOS Flex-apparaten aanvullende hardwaregegevens. Als je deze instelling uitzet, delen apparaten alleen standaard hardwaregegevens.

Hardwareversnelling voor video

Wordt niet ondersteund op ChromeOS-apparaten die worden beheerd door Active Directory.

Bepaal of video's worden gedecodeerd met hardwareversnelling.

Hardwareversnelling draagt videodecodering over van de Central Processing Unit (CPU) naar de Graphics Processing Unit (GPU). Dit zorgt voor een snellere en efficiëntere videoverwerking en een lager energieverbruik.

De instelling staat standaard aan. Dit betekent dat indien mogelijk gebruikt wordt gemaakt van videodecodering met hardwareversnelling. Als je deze instelling uitzet, is er nooit videodecodering met hardwareversnelling mogelijk.

Opmerking: We raden je af deze instelling uit te zetten, omdat dit leidt tot een hogere CPU-belasting. Dit heeft negatieve invloed op de prestaties van het apparaat en het batterijverbruik.

Gedrag van functietoetsen

Je kunt bepalen of gebruikers het gedrag van functietoetsen kunnen wijzigen met de Launcher- of zoektoets.

Kies een optie:

  • Gebruiker laten bepalen: Gebruikers bepalen zelf of ze het gedrag van de functietoetsen kunnen wijzigen met de Launcher- of zoektoets.
  • Toestaan dat het gedrag van functietoetsen kan worden gewijzigd met de Launcher-/zoektoets: Gebruikers kunnen het gedrag van functietoetsen wijzigen met de Launcher- of zoektoets. Gebruikers kunnen deze optie niet wijzigen.
  • Niet toestaan dat het gedrag van functietoetsen kan worden gewijzigd met de Launcher-/zoektoets: Gebruikers kunnen het gedrag van functietoetsen niet wijzigen met de Launcher- of zoektoets. Gebruikers kunnen deze optie niet wijzigen.

Chrome-beheer: partnertoegang

EMM-partners toegang geven tot apparaatbeheer

Momenteel niet beschikbaar voor de Education-versie

Hiermee krijgen EMM-partners programmatische toegang om apparaatbeleid te beheren, apparaatgegevens op te halen en opdrachten op afstand uit te voeren. Met deze toegangsfunctie kunnen partners functies van de Google Beheerdersconsole integreren in hun EMM-console.

Als partnertoegang aanstaat, kan je EMM-partner individuele ChromeOS-apparaten beheren. Deze hoeft apparaten dan niet meer te beheren volgens de organisatiestructuur in de Beheerdersconsole. De partner kan de structuur gebruiken die is ingesteld in de EMM-console.

Je kunt niet hetzelfde beleid instellen voor hetzelfde apparaat met partnertoegang en de Beheerdersconsole. Beleid op apparaatniveau dat is ingesteld met functies voor partnertoegang, krijgt voorrang op beleid dat is ingesteld in de Beheerdersconsole. Als je beleid wilt afdwingen voor apparaten op organisatie-eenheidsniveau, moet je 'Chrome-beheer: partnertoegang' uitzetten selecteren.

Gerelateerd onderwerp: ChromeOS-apparaten beheren met een EMM-console

Imprivata

Hiermee bepaal je of gebruikers kunnen inloggen op ChromeOS-apparaten door op hun badge te tikken in plaats van hun gebruikersnaam en wachtwoord te hoeven invullen. Zie ChromeOS-apparaten gebruiken met Imprivata OneSign voor meer informatie over hoe je dit instelt.

Google en de gerelateerde merken en logo's zijn handelsmerken van Google LLC. Alle andere bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de bedrijven waarmee ze in verband worden gebracht.

Was dit nuttig?

Hoe kunnen we dit verbeteren?
Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Hoofdmenu
12354377474646407719
true
Zoeken in het Helpcentrum
true
true
true
true
true
410864
false
false