Autotagging is een functie die u nodig heeft voor het volgende:
- Conversies bijhouden op uw website in alle browsers.
- Conversiegegevens van Google Analytics en andere externe bronnen, zoals uw CRM-systeem (Customer Relation Management), importeren in Google Ads.
- Google Ads-campagnes en -kostengegevens importeren in rapporten van Google Analytics.
- Sitebetrokkenheidsstatistieken van Google Analytics, zoals het bouncepercentage en de gemiddelde sessieduur, importeren in Google Ads-rapporten.
Autotagging staat nu standaard aan voor nieuwe accounts. In dit artikel wordt uitgelegd hoe autotagging werkt en hoe u deze functie aan- of uitzet.
Waarom dit gebruiken?
Autotagging is een vereiste functie waarmee u, als u deze gebruikt met Conversies bijhouden van Google Ads of Google Analytics, kunt nagaan hoe effectief uw advertentieklikken resulteren in waardevolle acties van klanten, zoals aankopen op uw website, telefoongesprekken, downloads van apps, aanmeldingen voor uw nieuwsbrief en meer. De instelprocedure is afhankelijk van het type conversie. Als u Conversies bijhouden wilt instellen, moet u daarom eerst een conversiebron kiezen. Met andere woorden: u moet bepalen waar uw conversies vandaan komen.
Autotagging is ook vereist voor bedrijven die offline conversies willen bijhouden, zoals verkopen in de fysieke winkel als gevolg van uw online advertenties.
Hoe het werkt
Nadat iemand op uw advertentie heeft geklikt, voegt autotagging extra informatie toe aan de URL's waarop mensen klikken, namelijk een parameter met de naam GCLID (Google Click Identifier ofwel Google-klik-ID). Als iemand bijvoorbeeld klikt op uw advertentie voor www.example.com
, ziet de uiteindelijke URL eruit als www.example.com/?gclid=123xyz
. Als autotagging aanstaat en u een Google Analytics-tag op uw website heeft, wordt de GCLID opgeslagen in een nieuwe Google Analytics-cookie op het domein van uw site (meer informatie over hoe Google Ads websiteconversies bijhoudt).
Soms wordt de GCLID gemaakt op het moment van een vertoning in plaats van een klik. Als dat het geval is en een gebruiker opnieuw op dezelfde advertentie klikt, wordt dezelfde GCLID gebruikt. In het klikweergaverapport worden meerdere klikken op dezelfde advertentie van dezelfde gebruiker geteld als meerdere klikken in dezelfde Google-klik-ID-rij.
Een klein percentage websites staat geen willekeurige URL-parameters toe. Voor deze pagina's wordt een foutpagina weergegeven als autotagging aanstaat. Vraag uw webontwikkelaar of dit ook voor u geldt of voer een test uit door op uw advertentie te klikken. Als de link naar uw site werkt, kunt u autotagging gebruiken. Als er een foutmelding wordt weergegeven, zet u autotagging uit vanuit uw Google Ads-account. Vraag uw webontwikkelaar daarna willekeurige URL-parameters toe te staan voordat u autotagging weer aanzet.
Als uw website omleidingen gebruikt, is het ook belangrijk om ervoor te zorgen dat de GCLID wordt doorgegeven aan de uiteindelijke landingspagina om conversies bij te houden.
Autotagging aan- of uitzetten
Autotagging staat standaard aan voor nieuwe accounts. Volg de onderstaande stappen om de huidige status van autotagging in uw account te checken en deze functie aan of uit te zetten. Als u autotagging niet kunt gebruiken, kunt u door middel van handmatige tagging Google Ads-gegevens importeren in Google Analytics.
- Log in op uw Google Ads-account.
- Klik in het paginamenu aan de linkerkant op Instellingen.
- Klik op Accountinstellingen.
- Klik op het gedeelte Autotagging.
- Als u autotagging wilt inschakelen, vinkt u het selectievakje aan naast 'Tag de URL waarop mensen doorklikken vanuit mijn advertentie'.
- Klik op Opslaan.
Problemen?
Een koppelingsprobleem oplossen
Als u meer hulp nodig heeft met Google Analytics in Google Ads, neemt u contact met ons op.