Melding

Duet AI heet nu Gemini voor Google Workspace. Meer informatie

Opties instellen via het register

Google Workspace Sync for Microsoft Outlook

Dit artikel is bestemd voor beheerders die GWSMO instellen voor hun gebruikers. Als u gebruiker bent, gaat u naar GWSMO downloaden en installeren.

U kunt bepaalde functies van Google Workspace Sync for Microsoft Outlook (GWSMO) instellen door het Microsoft Windows-register aan te passen. U kunt updates uitvoeren op individuele clientapparaten of op meerdere clientapparaten tegelijk. Als gebruikers vertrouwd zijn met werken in het register, kunnen ze dit zelf doen. Anders moeten de wijzigingen worden doorgevoerd door u of een andere beheerder.

Tip: Als u meerdere clientapparaten tegelijk wilt updaten, gebruikt u de console Groepsbeleidsbeheer (Group Policy Management Console, GPMC). Bekijk de Microsoft-documentatie voor meer informatie over het gebruik van de GPMC met een registerextensie.

Het register gebruiken

Gedeelte openen  |  Alles samenvouwen en naar bovenkant gaan

Hoe wijzig ik het register?

Het register bevat gegevens waarmee Windows en de apps en services in Windows worden uitgevoerd. De gegevens zijn geordend in een boomstructuur waarbij elke map in de structuur een sleutel wordt genoemd. Elke sleutel kan zowel submappen als gegevensinvoeren ('waarden' genoemd) bevatten. Bekijk de Microsoft-documentatie voor meer informatie over de structuur van het register.

Als u het register wilt wijzigen, moet u het volgende doen:

  • De Register-editor openen (dit is een tool waarmee u registerinstellingen kunt bekijken en aanpassen)
  • Een registersleutel maken of wijzigen
  • Een waarde voor een registersleutel maken of wijzigen
  • De waarde aanpassen met gegevens

De gedeelten hieronder bevatten algemene instructies voor hoe u met het register werkt. Als u specifieke instructies wilt over hoe u registerinstellingen voor GWSMO wijzigt, bekijkt u de instructies voor elke instelling onder Optionele registerinstellingen voor GWSMO.

Opmerking: Als u een 32-bits versie van Outlook gebruikt in een 64-bits versie van Windows, werkt het aanpassen van het register anders. Zie Een 32-bits versie van Outlook gebruiken in een 64-bits versie van Windows voor meer informatie.

Belangrijk: Als u een numerieke waarde voor een gegevenstype toevoegt aan het register, moet u altijd DWORD (32 bits)-waarde kiezen. Dit geldt voor 32-bits en 64-bits Windows-apparaten. Als u QWORD (64 bits)-waarde selecteert, wordt de registerinstelling niet correct toegepast.

De Register-editor openen

  1. Klik in het menu Start op Windows-systeem and then Uitvoeren.

    Opmerking: U kunt ook op Windows-toets + R drukken.

  2. Voer regedit in het vak Uitvoeren in.
  3. Klik op OK.

Een registersleutel maken of wijzigen

Zo maakt u een registersleutel:

  1. Ga naar de map waarin u volgens de instructies de sleutel moet maken.
  2. Klik op Bewerkenand then Nieuwand thenSleutel om een nieuwe sleutelmap te maken.
  3. Vul de naam van de sleutel in zoals die in de instructies staat en druk op Enter.

Zo wijzigt u een bestaande sleutel:

  1. Ga naar de sleutelmap in de boomstructuur links in de Register-editor, volgens het pad dat in de instructies staat. Het pad begint met HKEY_CURRENT_USER of HKEY_LOCAL_MACHINE.

Een registersleutelwaarde maken of wijzigen

Zo maakt u een registersleutelwaarde:

  1. Ga naar de map waarin u volgens de instructies de sleutel moet maken.
  2. Selecteer de map waarin de sleutel zich bevindt.
  3. Klik op Bewerkenand thenNieuwand thenDWORD (32-bits)-waarde of Tekenreekswaarde.
  4. Vul de naam in van de waarde die in de instructies staat en druk op Enter.

Zo wijzigt u een registersleutelwaarde:

  1. Ga naar de registersleutel in de boomstructuur links in de Register-editor, volgens het pad dat in de instructies staat.

Waardegegevens wijzigen

  1. Klik met de rechtermuisknop op de waarde en selecteer Wijzigen.
  2. Vul in het vak DWORD (32 bits)-waarde bewerken of het vak Tekenreeks bewerken, onder Waardegegevens, de waarde in die in de instructies staat en klik op OK.
Een 32-bits versie van Outlook gebruiken in een 64-bits versie van Windows

Als u een 32-bits versie van Outlook gebruikt in een 64-bits versie van Windows, moet u de registerinstellingen bewerken op de juiste locatie voor 32-bits apps. Dit kan op 2 manieren:

Optie 1: 32-bits registerversie

Vul in het vak Uitvoeren %systemroot%\syswow64\regedit in (in plaats van regedit) om de 32-bits versie van de Register-editor te openen. Wijzig vervolgens het register zoals beschreven in de instructies.

Optie 2: Wow6432Node

Open de gewone Register-editor door regedit in het vak Uitvoeren in te vullen. Als u dan het register aanpast volgens de instructies voor elke instelling, gaat u naar elke registersleutel in de Wow6432Node-locatie voor 32-bits apps.

In plaats van bijvoorbeeld naar HKEY_CURRENT_USER\Software\Google\Google Apps Sync te gaan, gaat u naar HKEY_CURRENT_USER\Software\Wow6432Node\Google\Google Apps Sync.

Optionele registerinstellingen voor GWSMO

Gedeelte openen  |  Alles samenvouwen en naar bovenkant gaan

De synchronisatiestatus verbergen voor nieuwe profielen

U kunt instellen dat de synchronisatiestatus niet wordt getoond als een nieuwe gebruiker GWSMO voor het eerst start:

  1. Ga in het register van het clientapparaat waarop GWSMO is geïnstalleerd naar HKEY_CURRENT_USER\Software\Google\Google Apps Sync\.
  2. Klik op Bewerkenand then Nieuwand thenSleutel om een nieuwe sleutelmap te maken.
  3. Vul Other in als de naam van de sleutel en druk op Enter.
  4. Selecteer de map Other die u heeft gemaakt.
  5. Klik op Bewerkenand thenNieuwand thenDWORD (32-bits)-waarde.
  6. Vul DefaultSyncStatusVisibility in als de nieuwe waarde en druk op Enter.
  7. Klik met de rechtermuisknop op de waarde DefaultSyncStatusVisibility die u heeft gemaakt en selecteer Wijzigen.
  8. Vul in het vak DWORD (32-bits)-waarde bewerken, onder Waardegegevens, de waarde 0 in om de synchronisatiestatus te verbergen als een gebruiker voor het eerst inlogt.

    Opmerking: Als u wilt dat de synchronisatiestatus wordt getoond wanneer de gebruiker voor het eerst inlogt, vult u 1 in.

  9. Klik op OK.
Inlogopties aanpassen voor gebruikers

U kunt bepalen of inloggegevens worden opgeslagen:

  1. Ga in het register van het clientapparaat waarop GWSMO is geïnstalleerd naar HKEY_LOCAL_MACHINE\Software\Google\Google Apps Sync\.
  2. Klik op Bewerkenand then Nieuwand thenSleutel om een nieuwe sleutelmap te maken.
  3. Vul SignIn in als de naam van de sleutel en druk op Enter.
  4. Selecteer de map SignIn die u heeft gemaakt.
  5. Klik op Bewerkenand thenNieuwand thenDWORD (32-bits)-waarde.
  6. Gebruikers toestaan hun inloggegevens op te slaan:
    • DWORD (32-bits)-waarde: SaveCredentialsAllowed
    • Waardegegevens: 1 (standaard)

      Opmerking: Als u niet wilt dat gebruikers hun inloggegevens kunnen opslaan, vult u 0 in.

  7. Klik op OK.
Synchronisatie uitschakelen voor een bepaald product

Belangrijk: Deze opties zijn experimenteel en worden niet volledig ondersteund.

Als u problemen ondervindt met een bepaald product, kunt u de synchronisatie voor dat product uitschakelen.

  1. Ga in het register naar HKEY_CURRENT_USER\Software\Google\Google Apps Sync\.
  2. Klik op Bewerkenand thenNieuwand thenDWORD (32-bits)-waarde.
  3. Voer SyncFlagsEnabled in als de nieuwe waarde en druk op Enter.
  4. Klik met de rechtermuisknop op de waarde SyncFlagsEnabled die u heeft gemaakt en selecteer Wijzigen.
  5. Voer in het vak DWORD (32-bits)-waarde bewerken, onder Waardegegevens, de waarde 1 in.
  6. Klik op OK.
  7. Klik op Bewerkenand then Nieuwand thenSleutel om een nieuwe sleutelmap te maken.
  8. Voer een van de volgende waarden in als de naam van de sleutel. Deze waarden staan voor het product dat u wilt uitschakelen:
    • ContactsSync: Google Contacten
    • CalendarSync: Google Agenda
    • EmailSync: Google Mail
    • TasksSync: Google Tasks
    • NotesSync: Notes
    • AddressBookSync: Google-adresboek (gedeelde contacten)

    Druk op Enter.

  9. Selecteer de productmap die u heeft gemaakt.
  10. Klik op Bewerkenand thenNieuwand thenDWORD (32-bits)-waarde.
  11. Voer DownloadEnabled in als de nieuwe waarde en druk op Enter.
  12. Klik met de rechtermuisknop op de waarde DownloadEnabled die u heeft gemaakt en selecteer Wijzigen.
  13. Voer in het vak DWORD (32-bits)-waarde bewerken, onder Waardegegevens, de waarde 0 in om de downloadsynchronisatie uit te schakelen.
  14. Klik op OK.
  15. Klik op Bewerkenand thenNieuwand thenDWORD (32-bits)-waarde.
  16. Voer UploadEnabled in als de nieuwe waarde en druk op Enter.
  17. Klik met de rechtermuisknop op de waarde UploadEnabled die u heeft gemaakt en selecteer Wijzigen.
  18. Voer in het vak DWORD (32-bits)-waarde bewerken, onder Waardegegevens, de waarde 0 in om de uploadsynchronisatie uit te schakelen.
  19. Klik op OK.
De algemene adreslijst uitschakelen voor een gebruiker

Als u niet wilt dat een gebruiker de algemene adreslijst van uw organisatie gebruikt in Google Workspace, kunt u deze functie uitschakelen.

Tip: Zie De Directory in- of uitschakelen om de algemene adreslijst uit te schakelen voor iedereen in uw organisatie.

Ga als volgt te werk om de algemene adreslijst uit te schakelen voor een individuele gebruiker:

  1. Ga in het register van het clientapparaat waarop GWSMO is geïnstalleerd naar HKEY_CURRENT_USER\Software\Google\Google Apps Sync\.
  2. Klik op Bewerkenand then Nieuwand thenSleutel om een nieuwe sleutelmap te maken.
  3. Voer AddressbookSync in als de naam van de sleutel en druk op Enter.
  4. Selecteer de map AddressBookSync die u heeft gemaakt.
  5. Klik op Bewerkenand thenNieuwand thenDWORD (32-bits)-waarde.
  6. Voer DynamicGal in als de nieuwe waarde en druk op Enter.
  7. Klik met de rechtermuisknop op de waarde DynamicGal die u heeft gemaakt en selecteer Wijzigen.
  8. Voer in het vak DWORD (32-bits)-waarde bewerken, onder Waardegegevens, de waarde 0 in om de algemene adreslijst uit te schakelen.
  9. Klik op OK.

Meer informatie over de algemene adreslijst beheren.

Importopties in- of uitschakelen

U kunt importopties in- of uitschakelen in GWSMO. Schakel eerst de instelling in waarmee importopties kunnen worden beheerd met registersleutels.

Stap 1: Importopties instellen met registersleutels

  1. Ga in het register naar HKEY_CURRENT_USER\Software\Google\Google Apps Sync\.
  2. Klik op Bewerkenand thenNieuwand thenDWORD (32-bits)-waarde.
  3. Voer SyncFlagsEnabled in als de nieuwe waarde en druk op Enter.
  4. Klik met de rechtermuisknop op de waarde SyncFlagsEnabled die u heeft gemaakt en selecteer Wijzigen.
  5. Voer in het vak DWORD (32-bits)-waarde bewerken, onder Waardegegevens, de waarde 1 in om toe te staan dat importopties worden in- of uitgeschakeld met registersleutels.

    Opmerking: Als u niet wilt dat importopties kunnen worden ingeschakeld met registersleutels, voert u 0 in.

  6. Klik op OK.

Stap 2: Importopties in- of uitschakelen

U kunt alle importopties in- of uitschakelen. U kunt de importopties voor Agenda, E-mail, Contacten, Tasks en Overige ook afzonderlijk in- of uitschakelen.

Keuze 1: Alle importopties in- of uitschakelen

  1. Ga in het register naar HKEY_CURRENT_USER\Software\Google\Google Apps Sync\.
  2. Klik op Bewerkenand thenNieuwand thenDWORD (32-bits)-waarde.
  3. Voer ImportEnabled in als de nieuwe waarde en druk op Enter.
  4. Klik met de rechtermuisknop op de waarde ImportEnabled die u heeft gemaakt en selecteer Wijzigen.
  5. Voer in het vak DWORD (32-bits)-waarde bewerken, onder Waardegegevens, de waarde 1 in om alle importopties in te schakelen.

    Opmerking: Als u alle importopties wilt uitschakelen, voert u 0 in.

  6. Klik op OK.
  7. Klik op Bewerkenand then Nieuwand thenSleutel om een nieuwe sleutelmap te maken.
  8. Voer Migration op als de naam van de sleutel en druk op Enter.
  9. Selecteer de map Migration die u heeft gemaakt.
  10. Klik op Bewerkenand thenNieuwand thenDWORD (32-bits)-waarde.
  11. Voer ImportEnabled in als de nieuwe waarde en druk op Enter.
  12. Klik met de rechtermuisknop op de waarde ImportEnabled die u heeft gemaakt en selecteer Wijzigen.
  13. Voer in het vak DWORD (32-bits)-waarde bewerken, onder Waardegegevens, de waarde 1 in om alle importopties in te schakelen.

    Opmerking: Als u alle importopties wilt uitschakelen, voert u 0 in.

  14. Klik op OK.

Keuze 2: Afzonderlijke importopties in- of uitschakelen

  1. Ga in het register naar HKEY_CURRENT_USER\Software\Google\Google Apps Sync\.
  2. Klik op Bewerkenand then Nieuwand thenSleutel om een nieuwe sleutelmap te maken.
  3. Voer een van de volgende waarden in als de naam van de sleutel. Deze waarden staan voor de importoptie die u wilt in- of uitschakelen:
    • ContactsSync: Google Contacten
    • CalendarSync: Google Agenda
    • EmailSync: Google Mail
    • TasksSync: Google Tasks
    • Other: Anders

    Druk op Enter.

  4. Selecteer de map met importopties die u heeft gemaakt.
  5. Klik op Bewerkenand thenNieuwand thenDWORD (32-bits)-waarde.
  6. Voer ImportEnabled in als de nieuwe waarde en druk op Enter.
  7. Klik met de rechtermuisknop op de waarde ImportEnabled die u heeft gemaakt en selecteer Wijzigen.
  8. Voer in het vak DWORD (32-bits)-waarde bewerken, onder Waardegegevens, de waarde 1 in om de importoptie in te schakelen.

    Opmerking: Als u de importopties wilt uitschakelen, voert u 0 in.

  9. Klik op OK.
Postvakgrootte instellen

U kunt de grootte van het lokale primaire postvakaccount van een gebruiker beperken tot een specifiek aantal megabytes. De waarde geldt ook voor de grootte van de postvakken in gemachtigde accounts waartoe de gebruiker toegang heeft.

  1. Ga in het register naar HKEY_CURRENT_USER\Software\Google\Google Apps Sync\.
  2. Klik op Bewerkenand then Nieuwand thenSleutel om een nieuwe sleutelmap te maken.
  3. Voer E-mailSync in als de naam van de sleutel en druk op Enter.
  4. Selecteer de map EmailSync die u heeft gemaakt.
  5. Klik op Bewerkenand thenNieuwand thenDWORD (32-bits)-waarde.
  6. Voer MaxStorePstSizeMegaBytes in als de nieuwe waarde en druk op Enter.
  7. Klik met de rechtermuisknop op de waarde MaxStorePstSizeMegaBytes die u heeft gemaakt en selecteer Wijzigen.
  8. Voer in het vak DWORD (32-bits)-waarde bewerken, onder Waardegegevens, de maximale grootte van het postvak in megabytes in.

    Bijvoorbeeld 4000 MB = 4 GB.

  9. Klik op OK.

Opmerking: U kunt de grootte van het lokale postvak ook instellen met GWSMO. De groottelimiet geldt dan echter alleen voor het primaire postvakaccount van de gebruiker. Zie Grootte van het lokale postvak instellen voor meer informatie.

Paden instellen naar PST- en logbestanden

U kunt de maplocaties van lokale PST- en logbestanden updaten. De nieuwe locaties gelden alleen voor:

  • PST-bestanden die zijn gekoppeld aan nieuwe Outlook-profielen.
  • Logbestanden die worden gegenereerd nadat Outlook opnieuw is opgestart.

Pad van PST-map

  1. Ga in het register van elk clientapparaat waarop GWSMO is geïnstalleerd naar HKEY_CURRENT_USER\Software\Google\Google Apps Sync\.
  2. Klik op Bewerkenand thenNieuwand thenTekenreekswaarde.
  3. Voer PstFolder in als de nieuwe waarde en druk op Enter.
  4. Klik met de rechtermuisknop op de waarde PstFolder die u heeft gemaakt en selecteer Wijzigen.
  5. Voer in het vak Tekenreeks bewerken, onder Waardegegevens, het mappad naar het PST-bestand op het clientapparaat in.

    Bijvoorbeeld C:\Program Files\Google\Google Apps Sync\PST\.

  6. Klik op OK.

Pad van logboekmap

  1. Ga in het register van elk clientapparaat waarop GWSMO is geïnstalleerd naar HKEY_CURRENT_USER\Software\Google\Google Apps Sync\.
  2. Klik op Bewerkenand thenNieuwand thenTekenreekswaarde.
  3. Voer LogFolder in als de nieuwe waarde en druk op Enter.
  4. Klik met de rechtermuisknop op de waarde LogFolder die u heeft gemaakt en selecteer Wijzigen.
  5. Voer in het vak Tekenreeks bewerken, onder Waardegegevens, het mappad naar het logbestand op het clientapparaat in.

    Bijvoorbeeld C:\Program Files\Google\Google Apps Sync\Logs\.

    Zie Waar vind ik de trace-bestanden? voor meer informatie over GWSMO-logboekbestanden.

  6. Klik op OK.

Opmerking: U kunt de paden van de PST- en logboekmappen ook updaten met GWSMO. Zie Grootte van het lokale postvak instellen voor meer informatie.

Registratieniveaus instellen

Als u de verschillende logboekniveaus (Informatie, Uitgebreid of Prestaties) wilt instellen voor GWSMO, bewerkt u de registersleutel Tracing en de bijbehorende DWORD-waarde.

Opmerking: Met de instelling Uitgebreid kunnen grote logboekbestanden worden gemaakt. Dit kan gevolgen hebben voor de prestaties en de beschikbare schijfruimte.

  1. Ga in het register naar HKEY_CURRENT_USER\Software\Google\Google Apps Sync\.
  2. Klik op Bewerkenand then Nieuwand thenSleutel om een nieuwe sleutelmap te maken.
  3. Voer Tracing in als de naam van de sleutel en druk op Enter.
  4. Selecteer de map Tracing die u heeft gemaakt.
  5. Klik op Bewerkenand thenNieuwand thenDWORD (32-bits)-waarde.
  6. Voer Level in als de nieuwe waarde en druk op Enter.
  7. Klik met de rechtermuisknop op de waarde Level die u heeft gemaakt en selecteer Wijzigen.
  8. Voer in het vak DWORD (32-bits)-waarde bewerken, onder Waardegegevens, een van de volgende hexadecimale waarden in:
    • f: Informatie
    • ff: Uitgebreid
    • 4F: Prestaties
  9. Klik op OK.

Logboekniveaus voor GWMMO

Als u Google Workspace Migration for Microsoft Outlook (GWMMO) gebruikt, moet u mogelijk verschillende logboekniveaus inschakelen. Volg deze instructies om de logboekniveaus voor GWMMO te wijzigen:

  1. Ga in het register naar HKEY_CURRENT_USER\Software\Google\Google Apps Migration\.
  2. Selecteer de map Tracing.
  3. Klik met de rechtermuisknop op de waarde bij Level en selecteer Wijzigen.
  4. Wijzig in het vak DWORD (32-bits)-waarde bewerken, onder Waardegegevens, de standaardwaarde 7 in een van de volgende hexadecimale waarden:
    • f: Informatie
    • ff: Uitgebreid
    • 4F: Prestaties
  5. Klik op OK.

Meer informatie over GWMMO.

UTF-8-kopteksten voor binnenkomende berichten in- of uitschakelen

Standaard zijn UTF-8-kopteksten voor binnenkomende berichten uitgeschakeld. U kunt instellen dat deze wel worden ondersteund als u berichten ontvangt waarbij de afzender, de ontvanger of het onderwerp onleesbaar lijken te zijn.

Doe het volgende als u Outlook 2016 of later gebruikt:

Schakel eerst compatibiliteit met RFC 6530 in door de markering CCSF_GLOBAL_MESSAGE te gebruiken om binnenkomende berichten naar Outlook te synchroniseren. Zorg dat GWSMO de MIME-tekenset instelt op UTF-8 als deze niet is gespecificeerd in het bericht.

  1. Ga in het register naar HKEY_CURRENT_USER\Software\Google\Google Apps Sync\.
  2. Klik op Bewerkenand thenNieuwand thenDWORD (32-bits)-waarde.
  3. Voer UseGlobalMessageFlag in als de nieuwe waarde en druk op Enter.
  4. Klik met de rechtermuisknop op de waarde UseGlobalMessageFlag die u heeft gemaakt en selecteer Wijzigen.
  5. Voer in het vak DWORD (32-bits)-waarde bewerken, onder Waardegegevens, de waarde 1 in om de markering CCSF_GLOBAL_MESSAGE in te schakelen.
  6. Klik op OK.
  7. Herhaal stap 2-6 om de MIME-tekenset in te stellen op UTF-8:
    • DWORD (32-bits)-waarde: SetMIMECharsetToUTF8
    • Waardegegevens: 1

Doe het volgende als u Outlook 2013 of eerder gebruikt:

RFC 6530 wordt niet ondersteund in Outlook 2013 en eerder. In plaats daarvan moet u GWSMO zo instellen dat berichten werken met RFC 2047 door bepaalde UTF-8-kopteksten met gecodeerde woorden opnieuw te laten coderen.

  1. Ga in het register naar HKEY_CURRENT_USER\Software\Google\Google Apps Sync\.
  2. Klik op Bewerkenand thenNieuwand thenDWORD (32-bits)-waarde.
  3. Voer FixUTF8HeadersEnabled in als de nieuwe waarde en druk op Enter.
  4. Klik met de rechtermuisknop op de waarde FixUTF8HeadersEnabled die u heeft gemaakt en selecteer Wijzigen.
  5. Voer in het vak DWORD (32-bits)-waarde bewerken, onder Waardegegevens, de waarde 1 in om opnieuw coderen van UTF-8-kopteksten in te schakelen.
  6. Klik op OK.

Belangrijk: Welke methode u ook gebruikt om in te stellen dat UTF-8-kopteksten worden ondersteund voor binnenkomende berichten, u moet nadat u wijzigingen in het register heeft aangebracht Outlook opnieuw opstarten en volledig opnieuw synchroniseren, zodat de wijzigingen van kracht kunnen worden.

Als u uw gegevens opnieuw wilt synchroniseren, volgt u de stappen in Outlook-gegevens opnieuw synchroniseren of herstellen en selecteert u de optie Verwijderen en opnieuw synchroniseren. Hiermee worden Outlook-specifieke gegevens uit uw lokale profiel verwijderd.

Gerelateerde onderwerpen


Google, Google Workspace en de gerelateerde merken en logo's zijn handelsmerken van Google LLC. Alle andere bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de bedrijven waarmee ze in verband worden gebracht.

Was dit nuttig?

Hoe kunnen we dit verbeteren?
Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Hoofdmenu
14752972620118544978
true
Zoeken in het Helpcentrum
true
true
true
true
true
73010
false
false