Met bedieningselementen kunt u op deze manieren met de gegevens werken:
- De gegevens filteren op specifieke dimensiewaarden.
- Het datumbereik voor het rapport instellen
- Parameterwaarden instellen die dan in berekende velden kunnen worden gebruikt of naar de connector kunnen worden teruggestuurd.
- De onderliggende dataset wijzigen die door een gegevensbron wordt gebruikt.
Een bedieningselement toevoegen aan het rapport
- Bewerk uw rapport.
- Selecteer
Bedieningselement toevoegen in de werkbalk.
- Selecteer het type bedieningselement en plaats het in het diagram.
- Stel rechts het diagram in met het deelvenster Eigenschappen.
- Als u het rapport op specifieke dimensiewaarden wilt filteren, gebruikt u een dimensie voor het Veld voor bedieningselement.
- Als u de waarde van een parameter wilt instellen, gebruikt u die parameter als het Veld voor bedieningselement.
- Als u het uiterlijk van het gegevensbedieningselement wilt wijzigen, gebruikt u de opties op het tabblad Stijl van het deelvenster Eigenschappen.
Bedieningselement toevoegen in de werkbalk.Hoe bedieningselementen werken
Bedieningselementen hebben 2 hoofddoelen:
- Met bedieningselementen kunt u de gegevens filteren of wijzigen die in de componenten van het rapport worden weergegeven.
- Bedieningselementen bieden een manier om gegevens van gebruikers te verzamelen en die te gebruiken in berekende velden en in connectors die parameters ondersteunen, zoals BigQuery- en communityplug-ins.
Bedieningselementen in de vorm van filters
Als een bedieningselement op een dimensie is gebaseerd (als u een dimensie vanuit het deelvenster Gegevens toevoegt als het Veld voor bedieningselement), fungeert het bedieningselement als een filter voor de gegevens.
Zo kunt u de gegevens op land filteren met een lijstbedieningselement dat op de dimensie Land is gebaseerd. Met een geavanceerd filter dat op de dimensie Product-SKU is gebaseerd, filtert u op alle of een deel van de product-ID's.
Meer informatie over bedieningselementen als filter
Bedieningselementen filteren alle componenten op de pagina op basis van dezelfde gegevensbron als die van het bedieningselement zelf, of die dezelfde veld-ID's hebben. Bedieningselementen kunnen ook componenten filteren als de gegevensbronnen verschillend zijn, maar wel op dezelfde vaste schemaconnector zijn gebaseerd, zoals Google Ads en Google Analytics, omdat de interne veld-ID's in de verschillende gegevensbronnen die door die connectors zijn gemaakt, identiek zijn.
Bedieningselementen kunnen andere bedieningselementen filteren. Stel dat u één filter op de dimensie Land en een 2e filter op de dimensie Campagne heeft. Als u dan op 'Land = Frankrijk' filtert, toont het Campagnefilter alleen campagnes die in Frankrijk zijn uitgevoerd. Op dezelfde manier beperkt filteren op campagne 'ABC' het filter Land tot alleen die landen waar de campagne is uitgevoerd.
Bedieningselementen kunnen maar op één dimensie filteren. Als u een bedieningselement wilt maken dat op meer dan één dimensie filtert, heeft u verschillende opties:
- Maak meerdere filteropties: 1 voor elke dimensie waarop u wilt filteren.
- Voeg de dimensiegegevens waarop u wilt filteren, samen in een berekend veld in de gegevensbron.
- Voeg als het mogelijk is de dimensiegegevens waarop u wilt filteren, samen in de onderliggende gegevens.
Als u op statistische waarden wilt filteren, kunt u een schuifregelaar voor statistieken toevoegen aan afzonderlijke diagrammen.
Bedieningselementen in de vorm van invoer
Als een bedieningselement op een parameter is gebaseerd (als u een parameter vanuit het deelvenster Gegevens toevoegt als het Veld voor bedieningselement), biedt het bedieningselement invoer voor die parameter. Parameters werken hetzelfde als variabelen die hun waarde ontlenen aan een interactie met het rapport (bijvoorbeeld als er een waarde rechtstreeks wordt ingetypt of er een waarde uit een vooraf gedefinieerde lijst wordt gekozen).
U kunt parameters gebruiken om berekende velden dynamischer te maken. U kunt bijvoorbeeld een parameter met de naam Verkoopdoel maken en deze gebruiken als het veld voor het bedieningselement, voor een invoervak om mensen verschillende cijfers voor het verkoopdoel te laten invoeren om de voorspelde prestaties te visualiseren. Vervolgens kunt u regels voor voorwaardelijke opmaak toepassen waardoor de resultaten op opvallende manieren worden gemarkeerd.
U kunt ook parameters retourneren aan de onderliggende SQL-query die wordt gebruikt om een BigQuery-gegevensbron te maken, of aan gegevensbronnen die zijn gemaakt met communityplug-ins.
Meer informatie over parameters
Typen bedieningselementen
Het menu voor bedieningselementen bestaat uit 2 gedeelten.
Met de bedieningselementen in het 1e gedeelte kunt u gegevens filteren of parameterwaarden instellen. Dit gedeelte heeft de volgende opties:
- Dropdownmenu
- Lijst Vast formaat
- Invoerveld
- Geavanceerd filter
- Schuifregelaar
- Selectievakje
- Vooraf ingesteld filter
Met de bedieningselementen in het 2e gedeelte kunt u gespecialiseerde functies uitvoeren. U kunt deze bedieningselementen niet gebruiken om parameterwaarden in te stellen. Het 2e gedeelte heeft de volgende opties:
Een opmerking over hoofdlettergevoeligheid
De zoekoperators voor tekstdimensies zijn over het algemeen hoofdlettergevoelig. Dit verschilt vaak per connector. Daarom is het een goed idee om dit voor uw gegevens te testen en rapportkijkers instructies te geven.
Als u een niet-hoofdlettergevoelige reguliere expressie wilt maken, kunt u deze vooraan toevoegen met (?i). Ontdek meer informatie over reguliere expressies in Looker Studio.
Het type bedieningselement wijzigen
U kunt een bestaand bedieningselement in het rapport wijzigen van het ene type naar het andere. Dat doet u zo:
- Bewerk uw rapport.
- Selecteer het bedieningselement.
- Open aan de rechterkant, bovenaan het deelvenster Eigenschappen, de lade voor bedieningselementen
.
- Selecteer het nieuwe type bedieningselement.
.U moet de instellingen van het bedieningselement wijzigen om het nieuwe type te kunnen gebruiken.
Een bedieningselement weergeven op elke pagina
U kunt ervoor zorgen dat een bedieningselement op dezelfde locatie op elke pagina van uw rapport wordt weergegeven. Filters of parameters die op 1 pagina zijn ingesteld, worden naar alle pagina's in het rapport overgedragen.
- Bewerk uw rapport.
- Selecteer het bedieningselement.
- Selecteer het menu Rangschikken > Rapportniveau maken.