Video-, audio- en afbeeldingsclips

Met mediaclips kunt u video en audio opnemen in een videoadvertentie of video in een geanimeerde gif. Elke clip heeft een bron voor een media-item, zoals een video-, audio- of afbeeldingsbestand.

Video- en afbeeldingsclips moeten in een video- of audiotrack worden geplaatst. Elke videotrack komt overeen met een videocontainer om de clips in die track weer te geven en kan op het werkvlak worden opgemaakt en geanimeerd zoals andere elementen.

Op de tijdlijn wordt voor videoclips een miniatuur van het eerste frame getoond en audioclips zijn te zien als golfvorm.

De positie van een clip op de tijdlijn bepaalt wanneer de weergave begint. De lengte geeft de duur aan.

Aanbevelingen voor track- en clipindeling

• Plaats clips in dezelfde track als u een dubbelzijdige overgang tussen clips wilt.
• Plaats clips in afzonderlijke tracks als u wilt dat ze tegelijkertijd worden afgespeeld.
• Plaats videoclips in afzonderlijke tracks als u ze in verschillende videocontainers wilt weergeven.

Clips toevoegen

U kunt clips toevoegen aan nieuwe of bestaande tracks:

• Nieuwe tracks: Als u nieuwe video- of audiotracks maakt door items toe te voegen, worden de tracks automatisch ingevuld met clips van die items.
• Bestaande tracks: Voeg een clip toe aan een bestaande track door het bronitem voor de clip vanuit de bibliotheek of uw bestandssysteem naar de bestemmingstrack te slepen. U kunt slechts 1 clip tegelijk toevoegen.

De duur van een nieuwe clip is standaard ingesteld op de volledige lengte van de bron. Nieuwe afbeeldingsclips zijn 1 seconde lang.

Als u een nieuwe clip over een bestaande clip sleept, wordt de vorige clip overschreven.

Clipbronnen

Clipbronnen zijn een van de volgende itemtypen:

• Video
• Audio (alleen in videoadvertenties)
• Afbeelding

Meerdere clips kunnen dezelfde bron hebben.

Als een clipbron ongeldig wordt omdat het bronitem uit de bibliotheek is verwijderd, wordt de clip gemarkeerd met een icoon voor niet-werkende media totdat het bronitem opnieuw wordt geïmporteerd.

Clips selecteren

U moet clips selecteren op de tijdlijn of in het structuuroverzicht, omdat deze niet op het werkvlak kunnen worden geselecteerd. U kunt op verschillende manieren clips selecteren:

• Klik op een clip op de tijdlijn of in het structuuroverzicht om deze te selecteren.
• Ctrl+klik om nog een clip toe te voegen aan de huidige selectie clips.
• Klik en sleep een rechthoekig selectievak op de tijdlijn om alle clips binnen de rechthoek te selecteren.
• Ctrl+klik en sleep (Windows) of ⌘+klik en sleep (Mac) een selectievak op de tijdlijn om te wisselen tussen geselecteerde en gedeselecteerde clips. Clips binnen de rechthoek die momenteel niet zijn geselecteerd, worden geselecteerd, terwijl geselecteerde clips worden gedeselecteerd.

Een selectie kan zowel clips als sleutelframes bevatten.

Clips kopiëren en plakken

U kunt een clip kopiëren en plakken in een andere track van hetzelfde type, of in een ander videodocument.

Gebruik een van de volgende methoden om clips te kopiëren en te plakken:

• Selecteer de clip die u wilt kopiëren en druk op Ctrl+C (Windows) of ⌘+C (Mac). Klik vervolgens op de nieuwe positie op de bestemmingstrack in de tijdlijn. Druk op Ctrl+V (Windows) of ⌘+V (Mac) om te plakken.

• Klik met de rechtermuisknop op de clip die u wilt kopiëren. Selecteer Kopiëren in het pop-upmenu. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op de nieuwe positie op de bestemmingstrack in de tijdlijn en selecteer Plakken in het pop-upmenu.

• Alt+klik en sleep (Windows) of Option+klik en sleep (Mac) een clip op de tijdlijn om deze te dupliceren op de eindpositie. Deze methode werkt niet voor verschillende tracks of documenten. Gekoppelde clips worden ook automatisch opgenomen. Deze methode werkt niet voor verschillende tracks of documenten.

U kunt geen clips kopiëren en plakken uit meerdere tracks of een combinatie van clips en sleutelframes.

Als u een clip over een andere clip plakt, wordt de laatste clip overschreven.

Overschreven clips

Wat er gebeurt met een overschreven clip, is afhankelijk van de omvang van de overschrijving:

• Als een clip volledig door een andere clip wordt overschreven: De overschreven clip wordt van de track verwijderd.
• Als het middengedeelte van een clip wordt overschreven: De overschreven clip wordt gesplitst en het begin- en eindpunt van de resulterende clip worden aangepast om ruimte te maken voor de nieuwe clip.
• Als alleen het begin of einde van een clip wordt overschreven: De duur van de overschreven clip en het begin- of eindpunt van deze clip worden aangepast om ruimte te maken voor de clip.

Variantbindingen voor overschreven clips worden automatisch verwijderd en overschreven overgangen worden verwijderd of ingekort.

Naam van clips wijzigen

Clips worden gemaakt met een algemene ID, waardoor ze moeilijk te onderscheiden zijn in de lijst met variantbindingen van het structuuroverzicht of het deelvenster Dynamisch. De naam van een clip wijzigen:

1. Selecteer de clip waarvan u de naam wilt wijzigen.
2. Geef in het deelvenster Eigenschappen de nieuwe ID op.

Clipbronnen bewerken

Als u een ander item voor een clip wilt gebruiken, wijzigt u de bron van de clip.

1. Selecteer de clip waarvan u de bron wilt wijzigen.
2. Klik in het deelvenster Eigenschappen op de knop in het veld Bron.
3. Selecteer een item in de bibliotheek of browse naar een ander item. Bronbestanden van items moeten in de submap assets staan voor uw project.

Het begin- en eindpunt van de clip blijven hetzelfde, tenzij ze buiten de duur van de nieuwe bron vallen. In dat geval worden ze aangepast aan de nieuwe duur.

U kunt de bron van een clip met vastgezet frame niet wijzigen. Daarnaast kan de bron van een gekoppelde videoclip alleen worden gewijzigd in een ander video-item dat audio bevat.

De timing van een clip wijzigen

U kunt op de volgende manieren een clip verplaatsen of inkorten om de timing aan te passen:

• Wijzigen wanneer de clip start en stopt met afspelen op de tijdlijn van het videodocument (begintijd, eindtijd en duur)
• Aangeven welk deel van de bronmedia de clip moet afspelen (begin- en eindpunt)

In het deelvenster Eigenschappen kunt u de begin- en eindtijd, het begin- en eindpunt, en de duur van een clip bekijken.

Clips verplaatsen

Als u de begintijd van een clip wilt wijzigen, sleept u de clip langs de tijdlijn totdat deze op de gewenste begintijd staat. De duur van de clip blijft gelijk.

Als uitlijnen op tijdlijn actief is, kunt u clips gemakkelijk uitlijnen met andere clips, overgangen, sleutelframes of de schuifregelaar.

U kunt ook clips verplaatsen naar andere tracks van het juiste mediatype.

Clips inkorten

Als u een media-item niet volledig van begin tot einde wilt gebruiken, kunt u de clip inkorten door het beginpunt of het eindpunt te wijzigen. Het begin- en eindpunt zijn de punten in de bronmedia waarop de weergave van de clip wordt gestart en gestopt.

Voorbeelden

• Een beginpunt van 05:00 (5 seconden) betekent dat de clip de eerste 5 seconden van de bron negeert en vanaf dat punt media afspeelt, in plaats van vanaf het begin.
• Een eindpunt van 30:00 (30 seconden) voor een clip met een bron van 40 seconden betekent dat de laatste 10 seconden van de bronmedia niet worden afgespeeld.

Het begin van een clip inkorten: Sleep de linkerrand van een clip op de tijdlijn om het beginpunt aan te passen. Hierdoor wordt ook de begintijd van de clip gewijzigd, dus u moet mogelijk de clip terugzetten naar de oorspronkelijke begintijd. Het beginpunt mag niet verder liggen dan het begin van de bron.

Het einde van een clip inkorten: Sleep de rechterrand van een clip op de tijdlijn om het eindpunt aan te passen. Hierdoor wordt ook de duur van de clip gewijzigd, die minimaal één frame lang moet zijn. Het eindpunt mag niet verder liggen dan het einde van de bron.

De ingekorte delen worden cliphandgrepen genoemd en zijn vereist voor dubbelzijdige overgangen.

Clips splitsen en samenvoegen

Clips splitsen

U kunt een clip splitsen in 2 afzonderlijke clips. Gebruik een van de volgende methoden om een clip te splitsen:

• Met de selectietool:
  1. Klik boven de tijdlijn op het gereedschap Selectie .
  2. Klik met de rechtermuisknop op de tijdlijn op het punt waar u de clip wilt splitsen.
  3. Selecteer Splitsen in het pop-upmenu.
• Met het gereedschap Scheermes:
  1. Klik op het gereedschap Scheermes boven de tijdlijn. De cursor verandert in een schaar als u de muisaanwijzer op een clip plaatst.
  2. Klik op de tijdlijn op het punt waar u de clip wilt splitsen.
  3. Als u klaar bent met het splitsen van clips, klikt u op het gereedschap Selectie om andere acties in mediaclips uit te voeren.

De gesplitste clip wordt verdeeld in 2 aangrenzende clips, waarbij het eindpunt van de eerste clip overeenkomt met het beginpunt van de tweede clip. Alle variantbindingen voor de gesplitste clip gaan verloren.

Een clip wordt automatisch gesplitst als het middengedeelte van de clip wordt overschreven met een kortere clip.

Clips samenvoegen

Voeg 2 clips samen om 1 clip te maken. U kunt alleen mediaclips samenvoegen die aan de volgende voorwaarden voldoen:

• De 2 clips staan naast elkaar op dezelfde track
• De clips hebben dezelfde bron
• De clips vertegenwoordigen aangrenzende delen van dezelfde itembron (het eindpunt in de 1e clip komt overeen met het beginpunt van de 2e clip)

Clips samenvoegen:

1. Selecteer de 2 clips die u wilt samenvoegen.
2. Klik met de rechtermuisknop op de selectie.
3. Selecteer Samenvoegen in het pop-upmenu.

Alle overgangen op het samenvoegingspunt gaan verloren.

Clips verwijderen

Als u een clip verwijdert, wordt deze van de tijdlijn verwijderd, maar blijft het bronitem in de bibliotheek staan. Gebruik een van de volgende methoden om een clip te verwijderen:

• Klik met de rechtermuisknop op de clip op de tijdlijn en selecteer Verwijderen.
• Selecteer de clip en druk vervolgens op de Delete-toets.

Eventuele variantbindingen en gekoppelde clips voor verwijderde clips worden ook verwijderd.

Gekoppelde clips

U kunt een audioclip en een videoclip koppelen om ze gesynchroniseerd te houden. Als u de bron van een gekoppelde clip verplaatst, inkort, verwijdert of bewerkt, worden dezelfde wijzigingen toegepast op de andere gekoppelde clip, tenzij de andere clip deel uitmaakt van een vergrendelde of verborgen track.

Gekoppelde clips worden in de tijdlijn aangegeven met een linksymbool .

Clips aan elkaar koppelen

Als u een video-item importeert dat audio bevat, worden de gegenereerde video- en audioclips automatisch gekoppeld. U kunt ook handmatig een videoclip en audioclip koppelen, zelfs als ze niet dezelfde bron gebruiken, een andere duur hebben of geen deel uitmaken van aangrenzende tracks.

Clips koppelen:

1. Selecteer zowel de audioclip als de videoclip die u wilt koppelen.
2. Klik met de rechtermuisknop op een van de clips en selecteer Koppelen in het pop-upmenu.

Clips ontkoppelen

Als u een tweetal clips niet meer wilt koppelen, kunt u deze ontkoppelen. Clips ontkoppelen:

1. Klik met de rechtermuisknop op een van de gekoppelde clips die u wilt ontkoppelen.
2. Selecteer Ontkoppelen in het pop-upmenu.

Clips worden ook automatisch ontkoppeld als u de track met een van de gekoppelde clips verwijdert, verpakt of groepeert, of als u een van de gekoppelde clips verwijdert.

Videoclips schalen

Het formaat waarin videoclips worden getoond, wordt bepaald door de afmetingen van de containervideotracks. Voor elke videotrack kunt u instellen hoe clips worden geschaald als ze andere afmetingen hebben dan de videocontainer.

Selecteer in het deelvenster Eigenschappen van de videotrack een van de volgende opties in het dropdownmenu Schalen:

• Formaat passend maken: De clip wordt geschaald zodat deze in de videocontainer past zonder bijsnijden of uitrekken. Clips met andere verhoudingen dan de videocontainer worden gecentreerd binnen de container met lege vlakken aan de zijkanten of langs de boven- en onderkant.
• Bijsnijden om te vullen: De clip wordt geschaald om de videocontainer volledig te vullen. Clips met andere verhoudingen dan de videocontainer worden gecentreerd en verticaal of horizontaal bijgesneden.
• Uitrekken om te vullen: De volledige clip wordt getoond in de afmetingen van de videocontainer, zelfs als de verhoudingen verschillen.

Vastgezette frames in video's

Vastgezette frames zijn alleen van toepassing op videoclips. U kunt hiermee voor een langere duur een specifieke frame weergeven.

Een vastgezet frame toevoegen:

1. Klik met de rechtermuisknop op het frame van de videoclip dat u wilt vastzetten.
2. Selecteer Vastgezet frame invoegen in het pop-upmenu.

De videoclip wordt gesplitst in 3 clips, met het vastgezette frame in het midden (met het symbool ). De vastgezette clip is standaard 3 seconden lang, maar de duur kan net als bij elke andere clip worden aangepast. Als de toegevoegde 3 seconden een overlap veroorzaken met een andere clip in de track, wordt de andere clip overschreven.

Als de videoclip aan een audioclip is gekoppeld, wordt de audioclip op hetzelfde punt gesplitst en wordt een lege ruimte met dezelfde duur als het vastgezette frame toegevoegd aan de audiotrack.

Clips met vastgezette frames kunnen niet worden geconverteerd naar andere soorten clips. U kunt de bron van een clip met vastgezet frame niet wijzigen.