Video- en audiotracks zijn beschikbaar in videodocumenten en kunnen reeksen van een of meer mediaclips bevatten. Tracks zijn op de tijdlijn zichtbaar als lagen.
Er worden automatisch een lege videotrack en audiotrack toegevoegd als u een nieuwe videoadvertentie maakt. U kunt deze tracks vullen met clips of aanvullende tracks toevoegen.
Video- of audiotracks toevoegen
Mediatracks worden automatisch toegevoegd als u een video- of audio-item toevoegt via een van de volgende methoden:
- Gebruik de menuopdracht Bestand > Items importeren.
- Sleep een media-item van uw bestandssysteem naar het Google Web Designer-werkvlak
- Sleep een media-item vanuit het deelvenster Bibliotheek naar het werkvlak.
Als een video-item audio bevat, wordt er zowel een video- als audiotrack gemaakt.
U kunt ook handmatig video- en audiotracks toevoegen. Een mediatrack toevoegen:
- Klik met de rechtermuisknop op de naam van een laag op de tijdlijn.
- Selecteer Videotrack toevoegen of Audiotrack toevoegen in het pop-upmenu.
Er geldt geen limiet voor het aantal audio- of videotracks in een document.
Tracks selecteren
U kunt tracks selecteren om de eigenschappen hiervan te wijzigen, ze te verplaatsen of ze te verwijderen.
Videotracks
U kunt een videotrack selecteren in de volgende delen van de Google Web Designer-interface:
- op het werkvlak
- op de tijdlijn (selecteer de tracknaam aan de linkerkant)
- in het structuuroverzicht
Audiotracks
U kunt een audiotrack selecteren in de volgende delen van de Google Web Designer-interface:
- op de tijdlijn (selecteer de tracknaam aan de linkerkant)
- in het structuuroverzicht
Omdat audiotracks geen visueel element bevatten, worden ze niet op het werkvlak getoond.
Tracks kopiëren en plakken
Als u tracks kopieert en plakt, worden alle clips, overgangen en variantbindingen in die tracks ook opgenomen. U kunt tracks in een ander videodocument plakken. Hierdoor worden ook de bronitems voor ingesloten clips geïmporteerd.
Gebruik een van de volgende methoden om een track te kopiëren en te plakken:
-
Selecteer de track die u wilt kopiëren en druk op Control+C (Windows) of ⌘+C (Mac). Druk op Ctrl+V (Windows) of ⌘+V (Mac) om te plakken.
-
Klik met de rechtermuisknop op de track die u wilt kopiëren en selecteer Kopiëren in het pop-upmenu. Klik met de rechtermuisknop op de bestemmingstijdlijn en selecteer Plakken in het pop-upmenu.
-
Klik met de rechtermuisknop op de track die u wilt kopiëren en selecteer Dupliceren in het pop-upmenu. Deze methode werkt alleen in een document.
Naam van tracks wijzigen
Als u de namen van tracks wijzigt, zijn ze makkelijker van elkaar te onderscheiden. Gebruik de volgende methoden om de naam van een track te wijzigen:
- Klik met de rechtermuisknop op de track waarvan u de naam wilt wijzigen op de tijdlijn en selecteer Naam wijzigen.
- Dubbelklik op de lege ruimte in de tijdlijn naast het label Videotrack.
- Selecteer de track waarvan u de naam wilt wijzigen, ga naar het deelvenster Eigenschappen en geef een ID op.
Tracks verplaatsen
U kunt tracks op de tijdlijn slepen om de stapelvolgorde te wijzigen. Dit heeft mogelijk invloed op de weergave van videotracks, die andere elementen op het werkvlak kunnen overlappen. De positie van de tijdlijn heeft geen invloed op de manier waarop audiotracks worden afgespeeld.
U kunt de positie van videotracks op het werkvlak ook aanpassen om ze op een andere plek te laten zien.
Het formaat van tracks aanpassen
U kunt het formaat van video- en audiotracks op de tijdlijn aanpassen, zodat u de content beter kunt zien of de ruimte op de tijdlijn kunt verminderen. Gebruik de volgende methoden om het formaat van een track aan te passen:
- Versleep de onderste rand van de track om de hoogte aan te passen.
- Dubbelklik op de onderrand van de track om de hoogte te minimaliseren of de vorige hoogte te resetten.
- Als u alle tracks wilt minimaliseren, klikt u op het icoon Instellingen
op de tijdlijn en selecteert u Alle lagen minimaliseren. U kunt het formaat van een track nog steeds handmatig aanpassen.
- Als u alle tracks wilt terugzetten die momenteel zijn geminimaliseerd (aangegeven met een vinkje naast 'Alle lagen minimaliseren' in het menu 'Instellingen'), haalt u het vinkje weg voor Alle lagen minimaliseren.
Als u de hoogte van een track verlaagt, kan de track te klein worden om piekmeters, volumeregelingen, golfvormen of thumbnails weer te geven. U kunt ze weer zichtbaar maken door de trackhoogte uit te breiden. Op de minimumhoogte worden nog steeds bestandsnamen van cliptracks weergegeven, terwijl videotracks altijd bestandsnamen van videoclips en animatiesleutelframes weergeven.
Tracks verwijderen
Als u een track niet meer nodig heeft, kunt u deze verwijderen. Een track verwijderen:
- Klik met de rechtermuisknop op de track.
- Selecteer Verwijderen.
Alle clips in de track worden verwijderd van de tijdlijn, maar de bronitems blijven beschikbaar in de bibliotheek.
Animatietracks
Videotracks ondersteunen sleutelframes met animaties, die onderaan de track worden getoond. Gebruik een van de volgende methoden om een sleutelframe toe te voegen:
- Klik met de rechtermuisknop op de videotrack waaraan u een sleutelframe wilt toevoegen en selecteer Sleutelframe invoegen in het pop-upmenu.
- Klik op de tijdlijn waaraan u het sleutelframe wilt toevoegen en druk op F6.
- Klik op de tijdlijn waaraan u het sleutelframe wilt toevoegen en selecteer Tijdlijn > Sleutelframe toevoegen in het menu Bewerken.
Meer informatie over animaties maken.
Als een sleutelframe aan het einde van het voorbeeldbereik wordt gepositioneerd, wordt de afspeelduur met één frame verlengd. Als het voorbeeldbereik bijvoorbeeld op 06:00 (6 seconden) eindigt en er op dat moment ook een sleutelframe is geplaatst, blijft de weergave nog 1 frame na de totale duur van 6 seconden doorgaan.
Tracks verpakken of groeperen
U kunt tracks samen met andere elementen verpakken of groeperen om ze als één object te behandelen. Met groepen kunt u ook makkelijk identieke sets met elementen onderhouden, omdat een bewerking voor één groepsinstantie wordt toegepast op alle kopieën van die groep.
Meer informatie over elementen verpakken en groeperen
Als ueen track met een gekoppelde clip verpakt of groepeert, wordt de clip ontkoppeld, tenzij de track met de andere gekoppelde clip ook is opgenomen.