Smarthome-apparaten bedienen met de Google Assistent

Je kunt smarthome-apparaten, zoals lampen, schakelaars, stopcontacten en thermostaten, bedienen met de Google Assistent.  

De Google Assistent gebruiken

Belangrijk: Welke talen je kunt gebruiken, hangt af van het apparaat. Meer informatie over welke talen op je apparaat werken

Je kunt bijvoorbeeld zeggen:

• 'Hey Google, zet de verwarming op 21 graden.'
• 'Hey Google, doe de lampen in de keuken aan.'

Aan de slag

Hoe je je smarthome-apparaten instelt en bedient Als je de Google Assistent gebruikt op een speaker, smartdisplay of smartklok, ga je naar Smarthome-apparaten bedienen.

Smartapparaten die je nodig hebt

Je hebt smartapparaten nodig die werken met de Google Assistent. Ontdek welke apparaten je kunt gebruiken.

Stap 1: Je apparaten instellen

Volg de stappen van de fabrikant om je smarthome-apparaten in te stellen (als je dat nog niet hebt gedaan).

Stap 2: Apparaten koppelen aan de Google Assistent

1. Open de Google Home-app op je Android-telefoon of -tablet.
2. Tik bovenaan op Toevoegen .
3. Tik op Apparaat instellen.
4. Tik bij Werkt met Google op Heb je al iets ingesteld?
5. Tik op de fabrikant en volg de stappen.
6. Volg de instructies op het scherm.

Stap 3: Bijnamen instellen voor je apparaten

Je kunt je smarthome-apparaten een naam geven, zoals 'plafondlamp' of 'lamp van Ben'.

1. Open de Google Home-app op je Android-telefoon of -tablet.
2. Tik onderaan op Huis .
3. Houd je vinger op het apparaat waarvan je de naam wilt wijzigen.
4. Tik rechtsboven op Apparaatinstellingen Apparaatgegevens Apparaatnaam.
5. Voer de nieuwe naam in.
6. Tik op Opslaan.

Stap 4: Apparaten toewijzen aan een ruimte

Je kunt je apparaten aan een ruimte toewijzen om ze makkelijker te bedienen. Als je bijvoorbeeld lampen aan je slaapkamer toewijst, kun je zeggen 'Doe het licht aan in de slaapkamer'.

Een apparaat toevoegen aan een ruimte

1. Open de Google Home-app op je Android-telefoon of -tablet.
2. Tik onderaan op Huis .
3. Houd je vinger op je apparaat.
4. Tik rechtsboven op Apparaatinstellingen Apparaatgegevens Plaatsing.
5. Tik op een ruimte Opslaan.

Checken op nieuwe apparaten

Je kunt controleren op nieuwe apparaten die niet aan een ruimte zijn toegewezen. Als je SmartThings gebruikt, kun je de onderstaande stappen overslaan.

1. Open de Google Home-app op je Android-telefoon of -tablet.
2. Tik rechtsboven op je profielfoto of initiaal Assistent-instellingen.
3. Tik onder Alle instellingen op Bediening voor in huis de service.
   • Je moet je account misschien opnieuw aan de service koppelen.
4. Je vindt nieuwe apparaten die niet aan een ruimte zijn toegewezen.
5. Voor deze apparaten volg je de stappen om het volgende te doen:
   • Een bijnaam instellen
   • Ze toevoegen aan een ruimte.

De naam van een ruimte veranderen

1. Open de Google Home-app op je Android-telefoon of -tablet.
2. Tik in het tabblad Huis op de naam van de ruimte Ruimte-instellingen .
3. Tik onder Algemeen op Naam.
4. Geef een nieuwe naam voor de ruimte op.
5. Tik op Opslaan.

Een ruimte verwijderen

1. Open de Google Home-app op je Android-telefoon of -tablet.
2. Tik in het tabblad Huis op de naam van de ruimte Ruimte-instellingen .
3. Tik op Ruimte verwijderen Verwijderen.

Stap 5: Apparaten bedienen met opdrachten

Verlichting bedienen

• 'Doe [naam van lamp] aan/uit.'
• 'Doe alle lampen aan/uit.'
• 'Doe de verlichting aan/uit in [naam van ruimte].'
• 'Dim de [naam van lamp].'
• 'Verhoog de helderheid van [naam van lamp].'
• 'Zet [naam lamp] op 50 procent.'
• 'Zet [naam van lamp] op groen.'

De thermostaat bedienen

De thermostaat aanzetten

Belangrijk: Je moet een modus noemen.

• 'Zet de verwarmings-/koelingsstand aan.'
• 'Zet de verwarm-/koelmodus aan.'

De thermostaat uitzetten

• 'Zet de thermostaat uit.'

De temperatuur instellen

• 'Zet de verwarming op 20 graden.'
• Zet de verwarming/koeling op 22 graden.
• 'Zet de airconditioning op 21 graden.'
• 'Zet de thermostaat van [naam van ruimte] op 21 graden.'

De temperatuur aanpassen

Belangrijk: Je kunt 'temp' of 'temperatuur' zeggen.

• 'Maak het warmer/koeler.'
• 'Verhoog/verlaag de temperatuur.'
• 'Verhoog/verlaag de temperatuur met 2 graden.'

Switchen tussen verwarmen en koelen

• 'Zet de verwarming/koeling aan.'
• 'Zet de thermostaat op koelen/verwarmen.'
• 'Zet de thermostaat op de stand voor verwarmen/koelen.'

Vragen naar de temperatuur

• 'Op welke temperatuur staat de thermostaat?'
• 'Wat is de temperatuur buiten?'

Schakelaars of stopcontacten bedienen

• 'Zet [naam van stopcontact] aan/uit.'
• 'Zet [naam van schakelaar] aan/uit.'

Beveiligingscamera's streamen

Je kunt je camera streamen op elk apparaat met Chromecast, zoals een tv met een Chromecast, een smartdisplay of een smartklok.

• 'Toon [cameranaam].'
• 'Wat staat er op [cameranaam]?'
• 'Speel [cameranaam] op [apparaatnaam] af.'
• 'Toon [cameranaam] op [apparaatnaam].'
• 'Stop [cameranaam].'

Apparaten ontkoppelen van de Google Assistent

Als je je smarthome-apparaten niet meer via de Assistent wilt bedienen, kun je je account ontkoppelen.

1. Open de Google Home-app op je Android-telefoon of -tablet.
2. Tik rechtsboven op je profielfoto of initiaal Assistent-instellingen.
3. Tik onder Alle instellingen op Bediening voor in huis.
4. Tik onder Gekoppelde services op het account dat je wilt ontkoppelen Account ontkoppelen Ontkoppelen.

Problemen oplossen

De Google Assistent kan het apparaat niet bedienen

Je kunt de naam van je apparaat wijzigen om het probleem op te lossen. Lees de tips hieronder. Volg daarna de stappen om een nieuwe bijnaam in te stellen.

De naam van je apparaat wijzigen:

• Voeg geen nummers, speciale tekens of ruimtenamen toe.
• Als je een naam geeft aan lampen die zijn aangesloten op stekkers of schakelaars, voeg je 'stekker' of 'schakelaar' toe aan de bijnaam.
• Vermijd vergelijkbare namen, zoals Tafellamp links en Tafellamp rechts.

De Philips Hue Bridge kan niet aan de Google Assistent worden gekoppeld

1. Check of je Philips Hue Bridge:
   • Stroom krijgt
   • Alle bovenste lampjes heeft aanstaan
   • Is aangesloten op je wifi-router
2. Zorg dat je Philips Hue Bridge gekoppeld is aan de Philips Hue-cloud. Check het volgende:
   • Zorg dat je apparaten beschikbaar zijn op https://my.meethue.com/nl-nl/my-devices.
   •  Zorg dat je Bridge beschikbaar is op https://www.meethue.com/nl-nl/user/bridge
3. Maak op je telefoon verbinding met hetzelfde wifi-netwerk en dezelfde router als je Philips Hue Bridge

Als deze stappen niet werken, start je je telefoon en de Philips Hue Bridge opnieuw op. Neem contact op met Philips als je vragen hebt over je Philips Hue Bridge of meer hulp nodig hebt.

Je smartklok bedienen

Voor de meeste acties kun je het scherm met je handen of met je stem bedienen.

De Google Assistent is beschikbaar op smartklokken in het Deens, Duits, Engels, Frans, Japans, Nederlands, Noors, Spaans en Zweeds.

Verschillen tussen smartklokken en smartdisplays

Je smartklok is ontworpen voor de slaapkamer en heeft dus andere functies dan smartdisplays. Als gevolg hiervan zijn de volgende functies niet beschikbaar op smartklokken.

• Je kunt geen video's afspelen, maar je kunt video's casten naar tv's met Chromecast.
• Er is geen camera.

Een wekker zetten en bewerken

Als je een wekker wilt zetten, swipe je omlaag vanaf de bovenkant van het scherm of vraag je de Google Assistent om een wekker te zetten.

Als je de gezette wekkers wilt bekijken, swipe je naar links op het startscherm of vraag je de Google Assistent welke wekkers gezet zijn.

Volg de onderstaande stappen om een wekker te veranderen, zoals de tijd, het wekkergeluid en of deze een routine activeert:

1. Swipe naar links op het startscherm van je smartklok.
2. Kies een wekker.
3. Scroll voor verschillende opties.
4. Tik op de optie die je wilt veranderen.

Je klok gebruiken

• Snelle acties vinden: swipe omlaag vanaf de bovenkant van het scherm.
• Terug naar het vorige scherm: swipe vanaf de linkerkant van het scherm naar rechts of zeg 'Hey Google, ga terug'.
• Naar het startscherm: swipe naar rechts of zeg 'Hey Google, ga naar het startscherm'.
• Het volume wijzigen: gebruik de knoppen op het apparaat of wijzig het volume met je stem.
• Meldingen op stil zetten: swipe omhoog en tik dan op Niet storen .
  • Wekkers en timers werken nog wel wanneer 'Niet storen' aanstaat.
• De microfoon aan- of uitzetten: gebruik de schakelaar op de achterkant van je smartklok.
• Nachtverlichting: swipe omlaag vanaf de bovenkant van het scherm en tik op aan.

De instellingen van je klok wijzigen

De standaardinstellingen voor je wekkers wijzigen

Je kunt instellingen wijzigen, zoals hoe luid je wekkers zijn, hoe je wekkers klinken en hoelang een wekker snoozet.

1. Swipe naar links op het startscherm van je smartklok om naar de pagina met de wekkerlijst te gaan.
2. Tik op Instellingen .
3. Scroll voor verschillende wekkerinstellingen.
4. Tik op een wekkerinstelling om deze te wijzigen.

De scherminstellingen wijzigen

• Helderheid aanpassen: swipe omhoog en tik op Helderheid .
• Minimale helderheid instellen: swipe omhoog en tik op Instellingen Scherminstellingen Minimale helderheid.
• Je wijzerplaat voor weinig licht instellen: swipe omhoog en tik op Instellingen Scherminstellingen Bij weinig licht.

De instellingen voor je wijzerplaat wijzigen

Je kunt wijzigen hoe je wijzerplaat eruitziet.

1. Houd op het startscherm van je smartklok je vinger op de wijzerplaat.
2. Swipe naar links of rechts voor verschillende wijzerplaten.
3. Tik op een wijzerplaat om deze te selecteren.
4. Optioneel: Als je de kleur, modus of temperatuur van de wijzerplaat wilt veranderen, tik je op Bewerken .

Hoe je een live album instelt op je smartklok

De instellingen voor de nachtverlichting wijzigen

Je kunt de kleur, helderheid en duur van je nachtverlichting aanpassen.

• Kleur: tik op Instellingen Instellingen voor Nachtverlichting Kleur.
• Helderheid: Tik op Instellingen Instellingen voor Nachtverlichting. Verplaats de schuifregelaar onder 'Helderheid'.
• Duur van de nachtverlichting: tik op Instellingen Instellingen voor Nachtverlichting Duur.

Je Google Assistent-apparaten groeperen

Je kunt groepen met speakers, smartdisplays en smartklokken maken zodat al je apparaten overal in huis dezelfde audio afspelen.

Deze functie werkt niet op Bose- of Sonos-speakers met de Google Assistent.

Wat je nodig hebt

Je kunt speakers, smartdisplays en smartklokken in elke combinatie groeperen. Als je smartapparaten wilt combineren, heb je 2 of meer van de volgende apparaten nodig:

• Google Home
• Google Nest-speakers
• Chromecast (tweede generatie en hoger)
• Smartdisplays met de Google Assistent
• Chromecast Audio
• Speakers met Chromecast ingebouwd
• Smartklok

Stap 1: Een groep maken

1. Open de Google Home-app .
2. Tik op Toevoegen Speakergroep maken.
3. Tik op elk apparaat dat je in de groep wilt opnemen.
4. Voer een naam in voor de groep.
5. Tik op Opslaan.

Apparaten wijzigen in een bestaande groep:

1. Open de speakergroep.
2. Tik op Instellingen Apparaten kiezen.

Een groep verwijderen:

1. Open de speakergroep.
2. Tik op Instellingen Groep verwijderen Verwijderen.

Stap 2: Wijzigen waar de audio wordt afgespeeld

Als je audio op een apparaat afspeelt, kun je de Google Assistent vragen om de audio naar andere apparaten te verplaatsen.

Audio afspelen op meerdere apparaten

Als je audio op meer apparaten wilt afspelen, zeg je 'Hey Google' en zeg je welke apparaten je wilt toevoegen.

Je kunt opdrachten geven zoals:

• 'Voeg het scherm in de woonkamer toe aan de muziek'

• 'Speel de muziek ook af via de speaker in de keuken'

Als je meer apparaten wilt toevoegen, kun je op smartdisplays op de groepsnaam tikken in het mediaoverzicht op volledig scherm.

Een vooraf ingestelde speakergroep gebruiken

1. Open de Google Home-app op je telefoon of tablet.
2. Houd je vinger op je apparaat.
3. Tik rechtsboven op Apparaatinstellingen Audio Groepen.
4. Kies een bestaande groep of maak een groep.
5. Tik op Opslaan.

Als je audio automatisch via een vooraf ingestelde groep wilt afspelen, open je de Google Home-app en stel je de groep in als je standaard mediaspeler.

Audio verplaatsen naar een ander apparaat

Als je audio wilt afspelen op een apparaat, zeg je 'Hey Google'. Noem dan het apparaat waarop je media wilt afspelen.

Je kunt opdrachten geven zoals:

• 'Verplaats de muziek naar het scherm in de speelkamer'.
• 'Speel de muziek af op de speaker in de slaapkamer'.
• 'Cast naar de tv in de woonkamer.'

Als je op smartdisplays wilt wijzigen op welke apparaten de audio wordt afgespeeld, tik je op de groepsnaam in het mediaoverzicht op volledig scherm.

Stap 3: Audio afspelen

Als je audio wilt afspelen via de speakergroep, zeg je 'Hey Google' en noem je de groepsnaam in je verzoek.

Je kunt opdrachten geven zoals:

• 'Speel rockmuziek af via [groepsnaam].'
• 'Laat het nieuws horen via [groepsnaam].'
• 'Speel [naam van podcast] af via [groepsnaam].'

Je kunt audio automatisch via de apparaatgroep afspelen als je de Google Home-app opent en van de groep je standaard mediaspeler maakt.

Stap 4: Je audio bedienen

Afspelen bedienen

• Met je stem: gebruik dezelfde spraakopdrachten op een enkel apparaat.
• Met de Google Home-app: tik op de speakergroep die je wilt bedienen en gebruik de bedieningsopties voor audio.
• Met een apparaat: gebruik de knoppen op het scherm van je apparaat.

Volume bedienen

• Met je stem: gebruik dezelfde spraakopdrachten op een enkel apparaat. Volumeopdrachten werken alleen op het dichtstbijzijnde apparaat, tenzij je de groepsnaam in je opdracht noemt.
• Met de Google Home-app: tik op de speakergroep die je wilt bedienen. Tik boven het volumewieltje op Speakers en pas het volume voor elk apparaat aan.
• Met een smartdisplay: tik op je speakergroep in de linkerbenedenhoek van het mediaoverzicht op volledig scherm. Gebruik de schuifregelaar om het volume van een afzonderlijke speaker of van alle speakers aan te passen.