Aangepaste tags

Als u een tag wilt implementeren die nog niet door Tag Manager zelf wordt ondersteund, kunt u een aangepaste afbeeldings-, HTML- of functieaanroeptag gebruiken.

De beste manier om prestatie- en malwareproblemen te vermijden, is de tagtemplates te gebruiken die in Tag Manager zijn geïntegreerd. Tag Manager ondersteunt een groot aantal tagplatforms. Tag Manager ondersteunt diverse tagtemplates van derden. Bovendien worden in de templategalerij van de community talloze templates gedeeld.

Aangepaste afbeeldingstag

Het tagtype 'Aangepaste afbeelding' wordt gebruikt om een pixeltag in te stellen. U maakt als volgt een nieuwe aangepaste afbeeldingstag:

1. Klik op Tags  Nieuw.
2. Klik op Tagconfiguratie en selecteer Aangepaste afbeelding.
3. Voer de afbeeldings-URL in zoals opgegeven door de leverancier. Gebruik '//' als er protocolafhankelijke versies van de afbeelding beschikbaar zijn. Gebruik 'https://' als er alleen een beveiligde versie beschikbaar is. (Het gebruik van 'http://' wordt afgeraden.)
4. Selecteer Cache Busting inschakelen om ervoor te zorgen dat hits worden geregistreerd van browsers die gecachte versies hebben van een pixel. Hiermee wordt de query gtmcb=<willekeurig getal> aan de URL toegevoegd. Als u de standaard queryparameter wilt wijzigen, geeft u een andere waarde dan gtmcb op in het veld Cache Busting-queryparameter.

Aangepaste HTML-tag

Met het tagtype Aangepaste HTML-tag kunt u een tag implementeren die nog niet door Tag Manager wordt ondersteund. U ontvangt deze code gewoonlijk van de tagleverancier.

Gebruik JavaScript-sandboxes om de code in te delen. Lees Een bestaande tag converteren voor meer informatie over hoe u bestaande aangepaste tags converteert naar JavaScript-sandboxes.

Doe het volgende om een nieuwe aangepaste HTML-tag te maken:

1. Klik op Tags  Nieuw.
2. Klik op Tagconfiguratie en selecteer Aangepaste HTML.
3. Kopieer de code die door de leverancier is verstrekt en plak deze in het veld HTML, of voer uw eigen aangepaste HTML- of JavaScript-code in. Opmerking: Plaats JavaScript altijd binnen de HTML-tags <script></script>.

Selecteer zo nodig document.write ondersteunen om aanroepen van document.write() in uw JavaScript-code in te schakelen.

Als u een Tag Manager-variabele aan uw aangepaste HTML wilt toevoegen, plaatst u de naam van de variabele tussen dubbele accolades:

<script>
var foo = {{bar}};
</script>

Doe het volgende om verschillen tussen versies van uw aangepaste HTML-tags te controleren:

1. Klik op Versies.
2. Klik op de vermelding met de versie van de aangepaste HTML-tag die u wilt controleren.
3. Klik op de kaart Versiewijzigingen op de naam van de aangepaste HTML-tag om de configuratiewijzigingen te bekijken.
4. Klik op  Details bekijken om de code uit te vouwen. De verschillen zijn in de code gemarkeerd.

Opmerking: Tag Manager verkleint de code voor aangepaste HTML-tags. Hierbij kunnen enkele aanhalingstekens worden vervangen door dubbele aanhalingstekens.

Functieaanroeptag

In containers voor mobiele apps kunt u met de functieaanroeptag vooraf geregistreerde functies uitvoeren. Wanneer u een klasse opgeeft die u in een functieaanroeptag wilt aanroepen, kunt u een trigger configureren die ervoor zorgt dat die functie wordt uitgevoerd en er argumenten aan worden doorgegeven als sleutel/waarde-paren. De functieaanroeptag kan worden gebruikt om de functionaliteit voor tagbeheer uit te breiden met SDK's van derden.

Lees de documentatie voor iOS- en Android-ontwikkelaars voor meer informatie.