Melding

G Suite heet nu Google Workspace: alles wat u nodig heeft voor uw werk.

Tags voor Floodlight-verkopen

Met de tag voor Floodlight-verkopen kunt u bijhouden hoeveel items gebruikers hebben gekocht en wat de totale waarde van deze aankopen is.

Er zijn twee manieren om Floodlight-tags toe te voegen aan een Google Tag Manager-container:

  • Een tag accepteren die vanuit de gebruikersinterface van Campaign Manager 360 is gepusht.
  • De tag toevoegen vanuit de gebruikersinterface van Google Tag Manager.

Een gepushte Floodlight-tag accepteren

Deze tag kan rechtstreeks naar uw container worden gepusht vanuit de gebruikersinterface van Campaign Manager 360. Als u dit in Tag Manager wilt toestaan, moet u het koppelingsverzoek en de gepushte tag(s) goedkeuren. Ga voor meer informatie naar Goedkeuringen.

Als u een gepushte Floodlight-tag wilt accepteren, doet u het volgende:

  1. Ga naar Beheer en dan Goedkeuringswachtrij en dan Tags.
  2. Klik vervolgens op de naam van de activiteit. Enkele parameters (zoals de waarden voor 'src=', 'type=' en 'cat=') zijn vooraf gedefinieerd.
  3. Bij de parameterwaarde Opbrengst is de Tag Manager-variabele {{cost}} al ingevuld. Maak en configureer een {{cost}}-variabele die het opbrengstbedrag ophaalt. Als u al een variabele heeft gemaakt die de opbrengst van transacties vastlegt, vervangt u {{cost}} door de naam van die variabele.
  4. Bij de parameterwaarde Bestellings-ID wordt de Tag Manager-variabele {{ord}} ingevuld. Maak en configureer een {{ord}}-variabele die de bestellings-ID ophaalt (of, als Item verkocht de telmethode is, een telling van het aantal verkochte items).Als u al een variabele heeft die de bestellings-ID ophaalt, wijzigt u {{ord}} in de naam van die variabele.
  5. Vrije variabelen van Floodlight zijn sleutel-waardeparen die kunnen worden gebruikt om gegevens bij te houden die u verzamelt over uw gebruikers. Vrije variabelen van Floodlight maken gebruik van de sleutels u1=, u2=, enzovoort. Voor gepushte tags zijn in de velden voor vrije variabelen al vooraf namen van variabelen ingevuld. Wijs deze vrije variabelen van Floodlight toe aan Tag Manager-variabelen zodat hun waarden aan uw Floodlight-tag kunnen worden doorgegeven.
  6. Breng de gewenste aanpassingen aan in de Floodlight-tag en klik vervolgens op Goedkeuren.

Belangrijk: Voor optimale compatibiliteit van de webbrowser moet u ervoor zorgen dat er een Conversion Linker is ingeschakeld.

De tag maken

Als u een nieuwe tag voor Floodlight-verkopen wilt instellen, doet u het volgende:

  1. Klik op Tags en dan Nieuw.
  2. Klik op Tagconfiguratie en dan Floodlight-verkopen.
  3. Open een ander browservenster en log in bij Campaign Manager 360 om de waarden te verzamelen die nodig zijn voor de tagconfiguratie. Klik op Adverteerders en vervolgens op de naam van de adverteerder. Geef de volgende waarden op in uw nieuwe Tag Manager-tag voor Floodlight-verkopen:
    • Adverteerder-ID: De ID van de adverteerder wordt weergegeven op de detailpagina van de adverteerder, direct onder zijn naam. Deze waarde kan ook in een gegenereerd Floodlight-tagfragment worden aangetroffen als de waarde van src=.
    • Groeptagtekenreeks: In de tabel met activiteiten zoekt u de activiteit waarmee u wilt werken en vindt u de bijbehorende groeptagtekenreeks in een kolom aan de rechterkant.Deze waarde kan ook in een gegenereerd Floodlight-tagfragment worden aangetroffen als de waarde van type=.
    • Activiteitstagtekenreeks: In de tabel met activiteiten zoekt u de activiteit waarmee u wilt werken en vindt u de bijbehorende activiteitstagtekenreeks in een kolom aan de rechterkant.Deze waarde kan ook in een gegenereerd Floodlight-tagfragment worden aangetroffen als de waarde van cat=.
  4. Selecteer voor Opbrengst een variabele die het opbrengstbedrag bevat. Selecteer voor Bestellings-ID een variabele die de bestellings-ID bevat. Als u 'Item verkocht' als telmethode heeft geselecteerd, selecteert u een variabele die een telling van het aantal verkochte items bevat. Maak deze variabelen in Tag Manager als ze nog niet bestaan.
  5. Vrije variabelen van Floodlight zijn sleutelwaarden die kunnen worden gebruikt om gegevens bij te houden die u verzamelt over uw gebruikers, bijvoorbeeld het filmgenre dat een gebruiker koopt. Vrije variabelen van Floodlight maken gebruik van de sleutels u1=, u2=, enz. Selecteer voor elke vrije variabele een Tag Manager-variabele met de waarde die u wilt doorgeven aan de vrije variabele van Floodlight.
  6. Selecteer een trigger die overeenkomt met een aankoopgebeurtenis of maak er een als die nog niet bestaat. U kunt dergelijke triggers op verschillende manieren maken, afhankelijk van uw site en uw implementatie van Tag Manager. Bijvoorbeeld: maak een paginaweergavetrigger. Voeg voor het triggerfilter de URL van de aankoopbevestigingspagina toe. U kunt ook de gegevenslaag gebruiken om een aangepaste gebeurtenis naar Google Tag Manager te pushen (dataLayer.push({ 'event': 'purchase' });) en uw trigger instellen als een trigger voor een aangepaste gebeurtenis, waarbij de gebeurtenisvoorwaarde is ingesteld op purchase.
  7. Klik op Opslaan als u de taggegevens heeft ingevoerd.

Belangrijk: Voor optimale compatibiliteit van de webbrowser moet u ervoor zorgen dat er een Conversion Linker is ingeschakeld.

Mobiele Floodlight-activiteiten

Het proces voor mobiele Floodlight-tags is vergelijkbaar met het proces voor normale Floodlight-activiteiten, afgezien van een paar kleine veranderingen.

  • Gebruik een mobiele container: als u al Floodlight-tags in een webcontainer heeft geïmplementeerd, moet u nog steeds mobiele Floodlight-tags maken en onderhouden vanuit een mobiele container.
  • Als u de tags ontvangt, ontvangt u mogelijk ook specifieke instructies met voorwaarden voor de manier waarop de tags moeten worden geactiveerd. Er zijn twee mobielspecifieke instellingen die u mogelijk moet configureren:
    • Niet herhalen: Vink dit selectievakje aan als u wilt dat uw Floodlight-tag slechts eenmaal wordt geactiveerd gedurende de levensduur van de app (bijvoorbeeld als een gebruiker een app downloadt of installeert).
    • Triggers: De activiteit moet aan een trigger in Google Tag Manager zijn gekoppeld om de tag te activeren.

Gerelateerde bronnen

Was dit nuttig?

Hoe kunnen we dit verbeteren?
Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Hoofdmenu
11542750278640351533
true
Zoeken in het Helpcentrum
true
true
true
true
true
102259
false
false