[GA4] Ontwikkelaarsverkeer wegfilteren

Ontdek hoe u activiteit kunt wegfilteren van ontwikkelaars die de foutopsporingsmodus gebruiken, zodat de gegevens niet worden getoond in rapporten

U kunt activiteit wegfilteren van interne ontwikkelaars die de foutopsporingsmodus gebruiken. Hierdoor kunnen ontwikkelaars DebugView blijven gebruiken om problemen op te lossen terwijl hun activiteit niet zichtbaar is in uw rapporten.

Als u websiteactiviteit wilt wegfilteren op basis van een IP-adres of een reeks IP-adressen, bekijkt u Intern verkeer wegfilteren.

U kunt maximaal 10 gegevensfilters per property maken.

Waarschuwing: Nadat u een gegevensfilter heeft toegepast, is het effect op de gegevens permanent. Als u bijvoorbeeld een gegevensfilter voor uitsluiten toepast, worden de uitgesloten gegevens nooit verwerkt en zijn ze nooit beschikbaar in Analytics. Gebruik rapportfilters als u gegevens in bepaalde rapporten wilt verbergen zonder de gegevens permanent weg te filteren.

Filter out developer traffic

Voordat u begint

U heeft de rol Bewerker op propertyniveau nodig om filters te maken, te bewerken en te verwijderen.

Het gegevensfilter maken

  1. Klik in Beheerder onder Verzameling en wijziging van gegevens op Gegevensfilters.
  2. Klik op Filter maken.
  3. Kies Ontwikkelaarsverkeer.
  4. Geef een naam op voor het gegevensfilter. De naam moet:
    • Uniek zijn voor gegevensfilters in dezelfde property.
    • Beginnen met een Unicode-letter.
    • Alleen Unicode-letters en -getallen, underscores en spaties bevatten.
    • Maximaal 40 tekens bevatten.
  5. Kies Uitsluiten om ontwikkelaarsverkeer weg te filteren.
  6. Kies uit de volgende filterstatussen:
    • Testen: Analytics zoekt naar overeenkomende gegevens met de dimensie Naam testgegevensfilter.
    • Actief: Analytics past het gegevensfilter toe op inkomende gegevens en brengt permanente wijzigingen aan.
    • Inactief: Analytics evalueert het filter niet.
    Opmerking: Uw gegevens die voldoen aan een testgegevensfilter, worden toegewezen aan de dimensie Naam testgegevensfilter en krijgen de waarde van de filternaam. Deze gegevens zijn in Analytics beschikbaar in dimensiekiezers (bijvoorbeeld in uw rapporten en verkenningen), zodat u uw gegevensfilters kunt valideren voordat u ze activeert. Meer informatie
  7. Klik op Maken.

Een gegevensfilter testen

Door een gegevensfilter te testen, zorgt u ervoor dat ontwikkelaarsverkeer juist wordt weggefilterd. Gefilterd ontwikkelaarsverkeer wordt toegevoegd aan de dimensie Naam testgegevensfilter met de filternaam als waarde.

Als u gebeurtenissen wilt vinden die door een gefilterde ontwikkelaar worden geactiveerd, kunt u een vrije verkenning maken met deze instellingen:

  • Techniek: Vrije verkenning
  • Rijen: Naam testgegevensfilter, Naam gebeurtenis
  • Waarden: Aantal gebeurtenissen
  • Filter: 'Naam testgegevensfilter bevat [de naam van uw gegevensfilter]'

Het kan 24 tot 36 uur duren voordat een gegevensfilter wordt toegepast. Kom later terug als er geen waarde is toegewezen.

Resultaat

Als u het gegevensfilter activeert, filtert Google Analytics alle gegevens die van gebruikers worden verzameld als de foutopsporingsmodus aanstaat. Zo kunt u in uw property testen zonder de gegevens in uw rapporten te verstoren.

Was dit nuttig?

Hoe kunnen we dit verbeteren?
Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Hoofdmenu
13437826598365358483
true
Zoeken in het Helpcentrum
true
true
true
true
true
69256
false
false