Voortgang van migratie bewaken

Wanneer de brug wordt uitgevoerd, kunt u de voortgang van uw migratie bewaken in de Google Workspace Migrate-logboeken. U kunt de informatie filteren om gedetailleerde gegevens te krijgen, zoals specifieke typen waarschuwingen of fouten. Ook kunt u de nodes checken om hun activiteitsniveau te bekijken.

De logboeken bekijken

  1. Klik op Bridges (Bruggen). U moet mogelijk eerst op Menu klikken.
  2. Plaats de muisaanwijzer op de brug. Klik op Logs (Logboeken) en selecteer een logboek.
  3. (Optioneel) Als u de logboekresultaten wilt filteren, bekijkt u Resultaten van het logboek Migration summary (Migratieoverzicht) filteren en Andere logboekresultaten filteren (hieronder).
  4. (Optioneel) Als u het logboek en een csv-bestand met bruginstellingen (met informatie over de instellingentemplate die in de brug wordt gebruikt) wilt downloaden, klikt u op Download (Downloaden) and thenDownload logs and details (Logboeken en gegevens downloaden).

De brugrapporten downloaden

U kunt een zipbestand downloaden met de logboeken Migration summary (Migratieoverzicht), Transaction (Transactie), Execution (Uitvoering) en Partition (Partitie) van de laatste uitvoering van de brug. De download bevat ook het csv-bestand met de bruginstellingen.

  1. Klik op Bridges (Bruggen). U moet mogelijk eerst op Menu klikken.
  2. Plaats de muisaanwijzer op de brug en klik op More (Meer) and thenDownload bridge reports (Brugrapporten downloaden).
  3. Zie Typen logboeken (hieronder) voor meer informatie over de logboeken.

Typen logboeken

Gedeelte openen  |  Alles samenvouwen en naar bovenkant gaan

Logboek Migration summary (Migratieoverzicht)

U kunt een uitgebreid overzicht bekijken van de content die is gemigreerd in de bruguitvoering met het logboek Migration summary (Migratieoverzicht). U ziet het totale aantal verwerkte transacties.

De gegevens in het migratieoverzicht zijn gegroepeerd in verschillende categorieën: Identity or user (Identiteit of gebruiker, de standaard), Source type (Brontype) en Error code (Foutcode). Met de categorieën kunt u in kaart brengen welke gegevens in het bronaccount knelpunten kunnen veroorzaken. Als u bijvoorbeeld groepeert op foutcode, ziet u mogelijk een onverwacht hoog aantal van een bepaalde fout.

Zo bekijkt u gegevens in het migratieoverzicht:

  1. Klik in het Google Workspace Migrate-platform op Bridges (Bruggen).
  2. Plaats de muisaanwijzer op de brug en klik op Logs (Logboeken) and thenMigration Summary (Migratieoverzicht).
  3. Klik op de pijl-omlaag en selecteer een categorie bij Group by (Groeperen op).
  4. Plaats de muisaanwijzer op een record en klik op More (Meer) and thenView logs (Logboeken bekijken).

    U kunt het transactielogboek en uitgebreide records van de dataset bekijken, inclusief stacktraces en foutcodes.

Logboek Partition (Partitie)

In het logboek Partition (Partitie) ziet u de partities die zijn gemaakt en uitgevoerd voor de brug.

U kunt het logboek filteren op de status van elke partitie. Dit doet u zo:

  1. Open het logboek Partition (Partitie).
  2. Klik op State (Status) en selecteer de statussen die u wilt bekijken.
    Dit zijn de belangrijkste statussen:
    1. Ready (Klaar): De partitie is klaar om te beginnen.
    2. Processing (Verwerken): De partitie werkt.
    3. Completed (Afgerond): Het werk van de partitie is afgerond.

Opmerking: Bekijk de logboeken Transaction (Transactie) en Execution (Uitvoering) voor uitgebreide informatie over de gemigreerde gegevens en of de migratie is geslaagd.

Logboek Execution (Uitvoering)

U kunt eventuele operationele fouten zien in het logboek Execution (Uitvoering). Het logboek bevat een record van elke stap die nodig is om de brug uit te voeren. U ziet een lijst met de status van elke operationele component in het migratieproces. Het aantal mislukte transacties dat u ziet voor een brug in het Google Workspace Migrate-platform, is de som van de fouten in dit logboek en het logboek Transaction (Transactie).

U kunt alle items in het logboek Execution (Uitvoering) voor een partitie bekijken:

  1. Open het logboek Execution (Uitvoering).
  2. Plaats de muisaanwijzer op een rij in het logboek en klik op and thenPartition transaction log (Transactielogboek voor partities).

Opmerking: U ziet deze optie alleen als de invoer in het logboek Execution (Uitvoering) is gekoppeld aan een partitie.

Logboek Transaction (Transactie)

In het logboek Transaction (Transactie) ziet u informatie over elk object dat tijdens de brug is verwerkt. U ziet elk object binnen het migratiebereik. Het kan even duren voordat het logboek Transaction (Transactie) volledig is geladen. Het aantal mislukte transacties dat u ziet voor een brug in het Google Workspace Migrate-platform, is de som van de fouten in dit logboek en het logboek Execution (Uitvoering).

Als u uitgebreide gegevens van elke transactie wilt bekijken, plaatst u de muisaanwijzer op de transactie en klikt u op Details . Als u het logboek wilt downloaden, klikt u op Download (Downloaden) .

Het logboek in realtime bekijken

Tijdens een migratie worden objectrecords voortdurend naar het logboek Transaction (Transactie) geschreven. U kunt deze logboekrecords in realtime bekijken om de migratie regelmatig te controleren en te zorgen dat er geen grote problemen zijn.

Zo bekijkt u de huidige stroom van gemigreerde objecten in het logboek Transaction (Transactie):

  1. Open het logboek Transaction (Transactie).
  2. Klik op Reset (Resetten) om alle transacties te bekijken.
  3. Kies een optie om de transacties te filteren (zoals State (Status) of Error (Fout)).

Filteren op status

U kunt het logboek Transaction (Transactie) filteren op de status van elke transactie:

  1. Open het logboek Transaction (Transactie).
  2. Klik op State (Status) en selecteer de statussen die u wilt bekijken. Dit zijn de mogelijke statussen:
    • Prepared (Voorbereid): Klaar om te beginnen.
    • Queued (In wachtrij): Wachten om te worden verwerkt.
    • Processing (Wordt verwerkt): Voorbereiden om gegevens te schrijven naar het doelsysteem.
    • Pending (In behandeling): De transactie is verwerkt en wacht om te worden geschreven naar het doelsysteem.
    • Completed (Afgerond): Het proces voor de transactie is afgerond.
    • Failed (Mislukt): De transactie is niet afgerond vanwege een fout. In de transactiegegevens ziet u meer informatie over de fout. Als u deze gegevens wilt bekijken, plaatst u de muisaanwijzer op de transactie en klikt u op More (Meer) and thenTransaction details (Transactiegegevens).

      Zie Over transactiegegevens voor meer informatie.

    • Warning (Waarschuwing): De transactie is gemigreerd, maar is niet afgerond zoals verwacht. Bekijk de waarschuwingsinformatie voor details.
    • Skipped (Overgeslagen): De transactie is overgeslagen.

      Zie Problemen met overgeslagen transacties oplossen voor meer informatie.

Transacties bekijken per partitie

U kunt alle items in het logboek Transaction (Transactie) voor een partitie bekijken:

  1. Open het logboek Transaction (Transactie).
  2. Plaats de muisaanwijzer op een rij in het logboek en klik op and thenPartition transaction log (Transactielogboek voor partities).
Logboek Execution history (Uitvoeringsgeschiedenis)

U kunt het logboek Execution history (Uitvoeringsgeschiedenis) gebruiken om elk logboek te bekijken van elke brug die is uitgevoerd. U kunt ook een record bekijken van elke keer dat de brug is uitgevoerd als volledige of deltamigratie. Als u een logboek in het logboek Execution history (Uitvoeringsgeschiedenis) wilt bekijken, plaatst u de muisaanwijzer op de record van de brug. Klik op More (Meer) and thenselecteer het logboek.

Logboeken filteren

Gedeelte openen  |  Alles samenvouwen en naar bovenkant gaan

Resultaten van het logboek Migration summary (Migratieoverzicht) filteren
  1. Open het logboek Migration summary (Migratieoverzicht).
  2. Klik bovenaan, naast Refresh (Vernieuwen) , op de pijl-omlaag  en selecteer een optie in de lijst om het logboek te groeperen op identiteit, brontype of foutcode.
  3. Klik op de beschikbare filters (meer informatie hieronder). Vul eventuele Booleaanse zoekoperators in en klik op Apply (Toepassen).
  4. Als u het logboek heeft gegroepeerd op Identity (Identiteit), kunt u de resultaten filteren en Booleaanse zoekoperators gebruiken om te verfijnen op het volgende:
    • Identity (Identiteit): Filtert op specifieke identiteiten (bijvoorbeeld gebruikersnamen).
    • Completed (Afgerond): Filtert op het aantal afgeronde transacties per identiteit.
    • Warnings (Waarschuwingen): Filtert op het aantal waarschuwingen per identiteit.
    • Queued (In wachtrij): Filtert op het aantal transacties in de wachtrij per identiteit.
    • Failed (Mislukt): Filtert op het aantal mislukte transacties per identiteit.
    • Skipped (Overgeslagen): Filtert op het aantal overgeslagen transacties per identiteit.
  5. Als u het logboek heeft gegroepeerd op Source type (Brontype), kunt u de resultaten filteren en Booleaanse zoekoperators gebruiken om te verfijnen op het volgende:
    • Type: Filtert op het type brongegevens.
    • Completed (Afgerond): Filtert op het aantal afgeronde transacties per type brongegevens.
    • Warnings (Waarschuwingen): Filtert op het aantal waarschuwingen per type brongegevens.
    • Queued (In wachtrij): Filtert op het aantal transacties in de wachtrij per type brongegevens.
    • Failed (Mislukt): Filtert op het aantal mislukte transacties per type brongegevens.
    • Skipped (Overgeslagen): Filtert op het aantal overgeslagen transacties per type brongegevens.
  6. Als u het logboek heeft gegroepeerd op Error code (Foutcode), kunt u de resultaten filteren en Booleaanse zoekoperators gebruiken om te verfijnen op het volgende:
    • Error (Fout): Filtert op foutcode.
    • Count (Aantal): Filtert op het aantal per foutcode.
  7. (Optioneel) Als u een gefilterd rapport wilt downloaden, past u het filter toe en klikt u op Download reports (Rapporten downloaden) .
  8. (Optioneel) Als u een filter wilt resetten, klikt u naast het filter op Remove (Verwijderen) . Als u alle filters wilt resetten, klikt u op Reset (Resetten).
Andere logboekresultaten filteren

U kunt de logboeken Partition (Partitie), Execution (Uitvoering), Transaction (Transactie) en Execution history (Uitvoeringsgeschiedenis) filteren om specifieke typen informatie te bekijken.

  1. Open het logboek.
  2. (Optioneel) Als u wilt filteren op de status van een migratie, klikt u op State (Status) en vinkt u het vakje aan naast elke migratiestatus waarop u wilt filteren.
  3. Klik bovenaan het logboek op beschikbare filters (meer informatie hieronder). Vul Booleaanse zoekoperators in en klik op Apply (Toepassen).
  4. U kunt het logboek Partition (Partitie) filteren en Booleaanse zoekoperators gebruiken om te verfijnen op het volgende:
    • Name (Naam): Filtert op de naam van de partitie.
    • Started (Gestart): Filtert op de startdatum van de partitie.
    • Completed (Afgerond): Filtert op de afrondingsdatum van de partitie.
    • Completions (Voltooiingen): Filtert op het aantal afgeronde transacties dat is verwerkt door de partitie.
    • Failures (Mislukt): Filtert op het aantal mislukte transacties dat is verwerkt door de partitie.
    • Skipped (Overgeslagen): Filtert op het aantal overgeslagen transacties dat is verwerkt door de partitie.
    • Warnings (Waarschuwingen): Filtert op het aantal waarschuwingstransacties dat is verwerkt door de partitie.
    • Crawled (Gecrawld): Filtert op het aantal transacties dat is gecrawld door de partitie.
  5. U kunt het logboek Execution (Uitvoering) filteren en Booleaanse zoekoperators gebruiken om te verfijnen op het volgende:
    • Timestamp (Tijdstempel): Filtert op het tijdstempel dat is gekoppeld aan de component.
    • Error code (Foutcode): Filtert op de foutcode die is gekoppeld aan de component.
  6. U kunt het logboek Transaction (Transactie) filteren en Booleaanse zoekoperators gebruiken om te verfijnen op het volgende:
    • Error (Fout): Filtert op de foutcode.
    • Started time (Begintijd): Filtert op de begintijd van de transactie.
    • Last modified (Laatst gewijzigd): Filtert op het tijdstip dat de transactie voor het laatst is gewijzigd.
    • Source (Bron): Filtert op het object dat is gemigreerd uit de bronomgeving.
    • Source type (Brontype): Filtert op het algemene gegevenstype in de bronomgeving.
    • Target (Doel): Filtert op object dat wordt gemigreerd naar de doelomgeving.
    • Target type (Doeltype): Filtert op het algemene gegevenstype in de doelomgeving.
  7. U kunt het logboek Execution history (Uitvoeringsgeschiedenis) filteren en Booleaanse zoekoperators gebruiken om te verfijnen op het volgende:
    • Started (Gestart): Filtert op de begintijd van de migratie.
    • Finished (Klaar): Filtert op het moment van voltooiing van de migratie.
    • Completions (Voltooiingen): Filtert op het aantal afgeronde transacties in de migratie.
    • Failures (Mislukt): Filtert op het aantal mislukte transacties in de migratie.
    • Skipped (Overgeslagen): Filtert op het aantal overgeslagen transacties in de migratie.
    • Warnings (Waarschuwingen): Filtert op het aantal transacties in de migratie waarvoor een waarschuwing is geregistreerd in het logboek.
    • Data migrated (Gegevens gemigreerd): Filters op de hoeveelheid gegevens die is gemigreerd (in bytes).
  8. (Optioneel) Als u een gefilterd rapport wilt downloaden, past u het filter toe en klikt u op Download reports (Rapporten downloaden) .
  9. (Optioneel) Als u een filter wilt resetten, klikt u naast het filter op Remove (Verwijderen) . Als u alle filters wilt resetten, klikt u op Reset (Resetten).

Node-status controleren

Open het Google Workspace Migrate-platform en klik op Servers om de nodes, de URL en de status van die nodes te bekijken. 

Sommige nodes worden te weinig gebruikt tijdens een grote migratie. De factoren die bepalen hoe het werk over de nodes wordt verdeeld, zijn onder andere de CPU en RAM van de node-servers. De grootte van de gescande gegevens per partitie kan bovendien invloed hebben op de distributie van een node-werk.

Als een node niet meer werkt en de partitie niet compleet is, wordt de partitie weer toegevoegd aan de wachtrij. Een andere node haalt de partitie op en voltooit de taak. Als dit gebeurt, wordt dit vermeld in het uitvoeringslogboek. Als u de migratie start, moet u geen node-servers uit gebruik nemen, zelfs niet als het erop lijkt dat de nodes momenteel niet betrokken zijn bij migratietaken.

Volgende stap

Voorbereiden op live gaan


Google, Google Workspace en de gerelateerde merken en logo's zijn handelsmerken van Google LLC. Alle andere bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de bedrijven waarmee ze in verband worden gebracht.

Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Hoofdmenu
3711920148043408171
true
Zoeken in het Helpcentrum
true
true
true
false
false