Varianten voor videoadvertenties

Varianten zijn verschillende versies van een videoadvertentie die zijn gemaakt op basis van één document. Hetzelfde videodocument kan bijvoorbeeld meerdere varianten voor verschillende producten bevatten, waarbij voor elke variant media, tekst en afbeeldingen worden geactiveerd die specifiek zijn voor een product.

Net als bij dynamische advertenties gebruiken varianten een binding om aan te geven welke elementen en clips kunnen verschillen in varianten. In plaats van een datafeed te gebruiken om kenmerkwaarden op te geven bij weergave van een advertentie, kunt u de verschillende waarden in het document opgeven. Vervolgens exporteert u de varianten als afzonderlijke, volledige videoadvertenties als u ze publiceert in Google Web Designer.

Bekijk de onderstaande video om een voorbeeld te zien van hoe u van begin tot eind een video maakt.

U moet video- en audioclips voltooien voor de standaardvariant voordat u variantbindingen instelt. Variantbindingen en -gegevens kunnen door sommige typen bewerkingen in clips met bestaande variantbindingen worden gewist.

Het deelvenster Dynamisch

In het deelvenster Dynamisch heeft u toegang tot bindingen en varianten voor uw videoadvertentie. Het venster bevat 2 tabbladen:

Variantbindingen

Met variantbindingen bepaalt u welke elementen en mediaclips en welke bijbehorende kenmerken kunnen verschillen tussen varianten.

U kunt alle variantbindingen in uw document in het deelvenster Dynamisch bekijken door het tabblad Bindingen te selecteren.

Een binding toevoegen

Als u een element of mediaclip voor een variant wilt wijzigen, heeft u eerst een variantbinding nodig.

Een variantbinding toevoegen:

  1. Geef het element of de clip op die u wilt binden, op een van de volgende manieren:
    • Klik met de rechtermuisknop op het element dat of de clip die u op het werkvlak, op de tijdlijn of in het structuuroverzicht wilt binden en selecteer Variantbinding toevoegen.
    • Selecteer in het deelvenster Dynamisch het tabblad Bindingen en klik onderaan het deelvenster op de knop Binding toevoegen . Selecteer het element in het dropdownmenu dat wordt getoond.
  2. Selecteer het kenmerk dat u wilt binden.

Als u verschillende waarden voor deze binding wilt instellen, bekijkt u hoe u een variant instelt.

Een binding verwijderen

Als u wilt dat een bindingskenmerk de waarde van de standaardvariant gebruikt voor alle varianten, kunt u de binding voor dat kenmerk verwijderen.

Zo verwijdert u een binding:

  1. Selecteer in het deelvenster Dynamisch het tabblad Bindingen.
  2. Gebruik een van de volgende methoden:
    • Selecteer de binding die u wilt verwijderen en klik op de knop Geselecteerde bindingen verwijderen onderaan het deelvenster.
    • Klik met de rechtermuisknop op de binding die u wilt verwijderen en klik op Verwijderen in het pop-upmenu.

U kunt meerdere bindingen tegelijk selecteren om deze tegelijkertijd te verwijderen.

Een binding bewerken

U kunt het element, de clip of het kenmerk wijzigen waarop een binding van toepassing is.

Een binding bewerken:

  1. Selecteer in het deelvenster Dynamisch het tabblad Bindingen.
  2. Klik op de element-ID die of het kenmerk dat u wilt wijzigen.
  3. Selecteer de nieuwe element-ID of het nieuwe kenmerk in het dropdownmenu.

Alle variantgegevens voor de vorige binding worden gewist.

Een gebonden element selecteren

U kunt een element met een binding selecteren zodat dit het actieve element op het werkvlak en op de tijdlijn is.

Zo selecteert u een gebonden element:

  1. Selecteer in het deelvenster Dynamisch het tabblad Bindingen.
  2. Klik met de rechtermuisknop op het element dat u wilt selecteren.
  3. Klik op Element selecteren in het pop-upmenu.
    • Als het gebonden element is verborgen of vergrendeld (of een verborgen of vergrendeld bovenliggend element heeft), heeft het pop-upmenu de optie Tonen en element selecteren of Ontgrendelen en element selecteren.

U kunt maar 1 gebonden element tegelijk selecteren in het deelvenster Dynamisch.

Varianten

Voor het document wordt automatisch een standaardvariant gemaakt waarvan de naam niet kan worden gewijzigd en die niet kan worden verwijderd. De standaardvariant is de versie van het document waarvan de waarden worden gebruikt voor kenmerken zonder bindingen of variantgegevens.

Voor elementen met variantgegevens ziet u een ruit in het elementlabel op het werkvlak en in het structuuroverzicht.

Een nieuwe variant maken

U moet een nieuwe variant maken voor elke versie van uw advertentie. Elke variant wordt geëxporteerd als een afzonderlijk bestand.

Zo maakt u een nieuwe variant:

  1. Selecteer in het deelvenster Dynamisch het tabblad Varianten.
  2. Klik onderaan het deelvenster op de knop Nieuwe variant maken .

De nieuwe variant is in eerste instantie identiek aan de standaardvariant. Pas de variant aan door de stappen in het volgende gedeelte te volgen.

Een variant instellen

Als u een variant instelt, worden de waarden van de standaardvariant alleen overschreven door uw bewerkingen voor die variant.

Zo stelt u een variant in:

  • Op het werkvlak:
    1. Selecteer in het deelvenster Dynamisch het tabblad Varianten.
    2. Selecteer de variant die u wilt bewerken. Het werkvlak geeft de actieve variant aan.
    3. Breng wijzigingen rechtstreeks aan in kenmerken met bindingen.
  • In het deelvenster Dynamisch:
    1. Selecteer in het deelvenster Dynamisch het tabblad Varianten.
    2. Dubbelklik op de variant of klik met de rechtermuisknop op de variant en selecteer Bewerken. Het deelvenster schakelt over naar de editorweergave voor varianten.
    3. Geef nieuwe waarden op voor de kenmerken die u wilt wijzigen. Als het veld leeg is en er geen variantgegevens zijn opgegeven, worden waarden van de standaardvariant grijs getoond.
    4. Klik op de pijl bovenaan of op X om terug te gaan naar de lijst met varianten.

Houd rekening met het volgende als u mediaclipbronnen of beginpunten voor een variant bewerkt:

  • Een clip mag niet korter zijn dan de standaardclip.
  • Het beginpunt van de variant mag niet zo laat worden ingesteld dat er niet genoeg bronmedia is voor de clipduur.
  • Als de clipbron van de variant te kort is om het beginpunt van de clip te gebruiken, wordt het beginpunt automatisch aangepast.
  • Een video zonder audio kan niet worden gebruikt als bron van een audioclip of een gekoppelde videoclip.
  • Als u de bron van een gekoppelde clip bewerkt, wordt automatisch een binding toegevoegd en wordt de bron voor de andere gekoppelde clip gewijzigd.

De naam van een variant wijzigen

Varianten krijgen automatisch een algemene naam als ze worden gemaakt, maar u kunt de naam wijzigen.

Zo wijzigt u de naam van een variant:

  1. Klik met de rechtermuisknop op de variant in het deelvenster Dynamisch.
  2. Selecteer Naam wijzigen.
  3. Geef de nieuwe naam op en druk op Enter.

Een variant dupliceren

Als u een variant wilt toevoegen die identiek is aan een bestaande variant, kunt u de bestaande variant dupliceren.

Zo dupliceert u een variant:

  1. Klik met de rechtermuisknop op de variant in het deelvenster Dynamisch.
  2. Selecteer Dupliceren.

Een variant verwijderen

Als u een variant niet meer nodig heeft, kunt u deze verwijderen.

Gebruik een van de volgende methoden om een variant te verwijderen:

  • Klik met de rechtermuisknop op de variant in het deelvenster Dynamisch en selecteer Verwijderen.
  • Selecteer de variant in het deelvenster Dynamisch en selecteer vervolgens de knop Verwijderen onderaan het deelvenster.

Variantgegevens exporteren

U kunt variantgegevens exporteren als csv-bestand, zodat u ze in een spreadsheet kunt bewerken in plaats van in Google Web Designer.

Zo exporteert u variantgegevens:

  1. Selecteer in het deelvenster Dynamisch het tabblad Varianten.
  2. Klik onderaan het deelvenster op de knop Varianten exporteren (csv) .
  3. Sla het csv-bestand op uw computer op.

Een csv-bestand met variantgegevens bewerken

U kunt Google Spreadsheets of een ander spreadsheetprogramma gebruiken om het csv-bestand te openen en te bewerken. Houd tijdens het bewerken het volgende in gedachten:

  • Variantbindingen (element-ID's en kenmerken) kunnen niet worden bewerkt. Wijzigingen in de koprij leiden tot fouten bij het importeren.
  • Waarden voor de standaardvariant zijn opgenomen ter referentie, maar kunnen niet worden bewerkt.
  • U kunt nieuwe varianten toevoegen door extra rijen in te vullen.
  • Als u variantrijen verwijdert, worden deze varianten verwijderd tijdens het importeren.

Als u klaar bent met het aanbrengen van wijzigingen, importeert u het bewerkte csv-bestand door de stappen in het volgende gedeelte te volgen.

Variantgegevens importeren

Nadat u uw variantgegevens heeft geëxporteerd en bewerkt, moet u deze importeren zodat uw bewerkingen in uw advertentie komen te staan.

Zo importeert u variantgegevens:

  1. Klik op de knop Varianten importeren (csv) .
  2. Selecteer uw csv-bestand.

De geïmporteerde gegevens vervangen alle bestaande variantgegevens.

Varianten publiceren

Als u een videodocument publiceert, kunt u selecteren welke varianten u wilt exporteren. Elke variant wordt geëxporteerd als een afzonderlijk videobestand.

Was dit nuttig?

Hoe kunnen we dit verbeteren?

Meer hulp nodig?

Probeer de volgende stappen:

Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Hoofdmenu
8275466951155317350
true
Zoeken in het Helpcentrum
true
true
true
true
true
5050422
false
false