Met tagreeksen kunt u tags specificeren die moeten worden geactiveerd direct voor of nadat een bepaalde 'primaire tag' is geactiveerd. Deze instelling is beschikbaar in webcontainers en kan op elke tagconfiguratie worden toegepast via Geavanceerde instellingen 
Instellen: Een tag laden voordat uw tag wordt geactiveerd
Een setup-tag wordt geactiveerd voordat de primaire tag wordt geactiveerd. Ga als volgt te werk om een setup-tag te configureren:
- Vink het selectievakje Een setup-tag activeren voordat tag <deze tag> wordt geactiveerd aan. Opmerking: <deze tag> wordt vervangen door de titel van de huidige tag.
- Selecteer in het menu de tag die u wilt gebruiken.
- Optioneel: Vink het selectievakje Tag <deze tag> niet activeren als de <setup-tag> mislukt aan als u de primaire payload-tag alleen wilt activeren nadat de activering van de setup-tag is geslaagd. Opmerking: <setup-tag> wordt vervangen door de naam van de in stap 2 geselecteerde tag.
Ontwikkelaars moeten google_tag_manager[{{Container ID}}].dataLayer.set() gebruiken om de waarde van de gegevenslaag te wijzigen via de setup-tag. U moet .set() gebruiken in plaats van .push(), omdat .push() pas bij de volgende gebeurtenis door Google Tag Manager wordt herkend. Als u .set gebruikt, wordt de gebeurtenis bij de huidige gebeurtenis geregistreerd.
Opschonen: een tag laden nadat uw tag is geactiveerd
Een cleanup-tag wordt onmiddellijk geactiveerd nadat de primaire tag is geactiveerd. U configureert een cleanup-tag als volgt:
- Vink het selectievakje Een cleanup-tag activeren wanneer <deze tag> is voltooid aan. Opmerking: <deze tag> wordt vervangen door de titel van de huidige tag.
- Selecteer in het menu de tag die u wilt gebruiken.
- Optioneel: selecteer Tag <cleanup-tag> niet uitvoeren als <deze tag> mislukt als u wilt dat de cleanup-tag alleen wordt geactiveerd wanneer de primaire tag is geactiveerd. Opmerking: <cleanup-tag> wordt vervangen door de naam van de in stap 2 geselecteerde tag.