Voorbeeld van containers bekijken en fouten opsporen

Via de voorbeeld- en foutopsporingsstand van Google Tag Manager kunt u op een site browsen waarop uw huidige containerconcept ter illustratie als containercode is geïmplementeerd. Zo kunt u een containerconfiguratie testen voordat deze wordt gepubliceerd. Uw voorbeeldsite is gekoppeld aan Tag Assistant, zodat u kunt controleren welke tags in welke volgorde worden geactiveerd.

De voorbeeld- en foutopsporingsstand aanzetten

Zo kunt u de voorbeeld- en foutopsporingsstand aanzetten voor de huidige werkruimte:

1. Ga naar https://tagmanager.google.com.
2. Log in op je Google-account. Meer informatie over hoe u een nieuw Google-account maakt.
3. Open de Tag Manager-container die u wilt bewerken.
4. Klik op het tabblad Werkruimte op Voorbeeld (rechtsboven) om Google Tag Assistant in een nieuw tabblad te openen.
5. Geef de URL van uw site op.
6. Sommige sites of pagina's werken mogelijk niet correct door een extra foutopsporingsparameter die aan de URL is toegevoegd. Als dit het geval is, vinkt u het selectievakje Foutopsporingssignaal opnemen in de URL uit.
7. Klik op Verbinding maken. Uw site wordt in een nieuw venster geopend en rechtsonder wordt de melding Gekoppeld weergegeven.
   Als u de Chrome-extensie Tag Assistant Companion heeft geïnstalleerd, wordt uw website geopend in een nieuw tabblad in plaats van in een nieuw venster.
8. Ga terug naar het tabblad met Tag Assistant en klik op Doorgaan om de foutopsporingsinterface te openen.

   U kunt ook via de activeringspagina van Tag Assistant een voorbeeld van uw site bekijken om fouten op te sporen.

 

Zo kunt u een voorbeeld bekijken van een oudere versie van een container:

1. Klik in het navigatiemenu bovenaan uw werkruimte op Versies.
2. Zoek de versie waarmee u wilt werken, klik op Meer acties en selecteer Voorbeeld.

De voorbeeld- en foutopsporingsstand gebruiken

Zodra de voorbeeld- en foutopsporingsstand aanstaat, wordt er een nieuw venster geopend voor de pagina die u heeft opgegeven. De foutopsporingsinterface bevat gedetailleerde informatie over uw tags, inclusief de manier waarop tags zijn geactiveerd en welke gegevens worden verwerkt. De foutopsporingsinterface wordt alleen weergegeven in de browser waarmee de voorbeeldstand is aangezet (of voor gebruikers met wie u het voorbeeld heeft gedeeld) en is niet zichtbaar voor gewone websitebezoekers.

Gebruik de informatie in de foutopsporingsinterface om erachter te komen of tags en triggers correct worden geactiveerd en welke gegevens ze aan hun respectieve services doorgeven. Terwijl u door uw website klikt, wordt de foutopsporingsinterface geüpdatet met informatie over de manier waarop uw tags worden geactiveerd. U kunt deze informatie gebruiken om te controleren of een tag wel of niet is geactiveerd en waardoor de activeringsstatus wel of niet is geactiveerd.

Voor servercontainers vindt u in de foutopsporingsinterface diverse tabbladen. Lees Preview and debug server containers (Engelstalig) voor meer informatie over het gebruik van de voorbeeldmodus voor taggen vanaf de server.

De foutopsporingsinterface is niet beschikbaar voor de volgende containertypen:

• Containers voor mobiele apps (lees de ontwikkelaarsdocumentatie voor iOS en Android voor meer informatie over foutopsporing en de weergave van voorbeelden voor containers voor mobiele apps)
• AMP-containers (u kunt wel een voorbeeld van uw site bekijken)

De voorbeeld en foutopsporingsstand delen

Wanneer de voorbeeld- en foutopsporingsstand aanstaat, zijn de configuratie van de voorbeeldcontainer en de foutopsporingsinterface van Tag Assistant alleen zichtbaar vanuit dezelfde browser van waaruit u de voorbeeld- en foutopsporingsstand heeft gestart. U kunt dit voorbeeld met anderen delen via een specifieke URL.

Zo kunt u een voorbeeld van uw werkruimteconfiguratie met een collega delen:

1. Klik bovenaan de foutopsporingsinterface van Tag Assistant op Meer acties en selecteer Delen.
2. Geef in het dialoogvenster Foutopsporingssessie delen uw beoogde websitedomein op samen met de tags waarvoor u fouten wilt opsporen.
3. Kopieer de resulterende voorbeeld-URL uit het aangegeven vak.
4. Plak de gekopieerde voorbeeld-URL in een elektronisch bericht en stuur het bericht naar een collega. Met de voorbeeld-URL kan de gebruiker uw voorbeeldsite openen en de foutopsporingsinterface van Tag Assistant bekijken.

U kunt vanuit uw werkruimte ook de huidige of oudere versies van een container delen:

1. Klik in het navigatiemenu bovenaan uw werkruimte op Versies.
2. Zoek de versie die u wilt delen, klik op Meer acties en selecteer Voorbeeld delen.
3. Geef in het dialoogvenster 'Voorbeeld delen' uw beoogde websitedomein op (bijv. https://example.com/).
4. Kopieer de resulterende voorbeeld-URL uit het aangegeven vak.
5. Plak de gekopieerde voorbeeld-URL in een elektronisch bericht en stuur het bericht naar een collega. Met de voorbeeld-URL kan de gebruiker uw voorbeeldsite openen en de foutopsporingsinterface van Tag Assistant bekijken.

De voorbeeld- en foutopsporingsstand sluiten

Zo sluit u de voorbeeldmodus en stopt u de foutopsporing:

1. Klik linksboven in de foutopsporingsinterface van Tag Assistant op de X.
2. Klik op de activeringspagina van Tag Assistant op Foutopsporing stoppen.