Google Tag Manager ondersteunt 2 verschillende configuraties: taggen aan de clientzijde en taggen vanaf de server.
| Taggen aan de clientzijde | Taggen vanaf de server |
|---|---|
|
Bij taggen aan de clientzijde bevindt zich één container op de website of in de app. De container bevat alle tags, triggers, variabelen en gerelateerde code die wordt gebruikt om gebruikersinteracties te meten. Als een gebruiker een pagina bezoekt, wordt de container geactiveerd en worden de gerelateerde tags geladen. Als de gebruiker een actie uitvoert waardoor een tag wordt geactiveerd, worden de gebeurtenisgegevens vanuit de browser of het apparaat naar uw Google-producten of advertentiepartners gestuurd via een of meer HTTP-verzoeken. |
Taggen vanaf de server maakt gebruik van 2 containers:
De webcontainer host alleen de tags die nodig zijn om informatie over gebruikersinteracties te monitoren en te versturen en gebeurtenissen als HTTP-verzoeken te maken. De servercontainer accepteert alle HTTP-verzoeken van de webcontainer. In de servercontainer kunt u verwerkingsregels instellen voordat u gegevens naar uw Google-producten of eindpunten van derden stuurt. |
Waarom moet u taggen vanaf de server gebruiken?
Het doel van de servercontainer is om een intermediair eindpunt op te geven waarvan u de eigenaar bent tussen de browser of het apparaat waar gebeurtenissen worden geregistreerd en de eindpunten van derden. De servercontainer vult de webcontainer aan door resource-intensieve verwerking te verwerken die normaal gesproken in de browser zou worden uitgevoerd in de tagconfiguratie aan de clientzijde. De servercontainer biedt u ook de mogelijkheid en de tools om de benodigde gegevens te screenen, te valideren en aan te passen voordat u ze naar de analyse- en advertentie-eindpunten stuurt.De belangrijkste voordelen van het gebruik van taggen vanaf de server zijn:
- Vermindert de verwerkingsbelasting van de klant en verbetert de prestaties van websites en apps
- Hiermee kunt u binnenkomende verzoeken screenen en aanpassen om de privacy van gegevens te waarborgen
- Hiermee kunt u gegevens valideren en normaliseren, waardoor de gegevenskwaliteit wordt verbeterd
De prestaties van een website of app verbeteren
Taggen vanaf de server verbetert de prestaties van de client door de hoeveelheid code die in de browser of app wordt uitgevoerd te verminderen. Bij taggen aan de clientzijde moet de browser elke gebeurtenis toewijzen aan een of meer HTTP-verzoeken, afhankelijk van het aantal eindpunten waarnaar u de gebeurtenisgegevens stuurt. Uw client kan daardoor verschillende vergelijkbare HTTP-verzoeken versturen. Dit kan een aanzienlijke belasting vormen op de clientresources.
Bij de instelling voor taggen vanaf de server hoeft de client slechts één HTTP-verzoek te maken per gebeurtenis die naar de servercontainer wordt gestuurd. Vervolgens maakt en stuurt de servercontainer leveranciersspecifieke verzoeken. Dit leidt tot betere websiteprestaties, omdat de client minder code uitvoert en minder HTTP-verzoeken verstuurt.
Als u de paginasnelheid verder wilt verbeteren, kunt u marketinggerelateerde bibliotheken en bronnen laden via de tagomgeving vanaf de server wanneer u de server gebruikt als een content delivery network (CDN).
Zorgen voor gedetailleerde privacy van gegevens
Wanneer taggen aan de clientzijde wordt gebruikt, communiceert de browser van de gebruiker rechtstreeks met derden, waardoor het lastig kan zijn om de gedeelde informatie te beheren. Afhankelijk van hoe uw website of app gebruikersgegevens verwerkt, kan het risico bestaan dat persoonlijk identificeerbare informatie wordt gedeeld in HTTP-verzoeken.
Met taggen vanaf de server heeft u de volledige controle over de gegevens die naar derden worden gedistribueerd. In de servercontainer kunt u persoonlijk identificeerbare informatie (PII) verwijderen voordat u de gegevens doorgeeft aan marketingpartners. U kunt ervoor zorgen dat u alleen gegevens verzamelt en deelt die noodzakelijk zijn en voldoen aan de wetgeving voor gegevensprivacy.
Als u instelt dat uw servercontainer werkt in een first-party context, blijven websitegegevens en cookies binnen uw domein. Dit betekent dat leveranciers geen toegang hebben tot cookies van derden. Met een first-party context kunt u een strenger beleid voor contentbeveiliging implementeren, omdat de browser communiceert met minder of geen domeinen van derden, afhankelijk van uw instellingen.
De gegevenskwaliteit verbeteren
Bij taggen aan de clientzijde is het moeilijk om de consistentie en geldigheid van de gegevens te garanderen wanneer deze rechtstreeks worden doorgegeven aan de eindpunten van de leverancier.
Met taggen vanaf de server heeft u de controle over de gegevens. Hierdoor kunt u het volgende doen:
- Inconsistenties in gebeurtenisgegevens corrigeren die kunnen worden geïntroduceerd door verschillende browsers, apparaten of andere verwerking aan de clientzijde.
- Het risico op gegevensverlies verminderen door gebeurtenisgegevens te valideren zodat deze voldoen aan de criteria die nodig zijn om te worden geaccepteerd en verwerkt door het eindpunt van de leverancier.
- Overbodige of onnodige gegevens verwijderen die kunnen worden ingevoegd door de browser of app.
Aan de slag met taggen vanaf de server
Wilt u leren hoe u taggen vanaf de server kunt gebruiken?
Ons leertraject 'Basisprincipes voor taggen vanaf de server' biedt u alle benodigde vaardigheden om aan de slag te gaan met taggen vanaf de server. U leert vaardigheden zoals:
- Een tagserver maken met GCP App Engine
- Uw tags instellen om gegevens naar uw server te sturen
- Uw servers voorbereiden op live verkeer
- Uw servers monitoren