Met draaitabellen kunt u een grote dataset kleiner maken of relaties tussen gegevenspunten analyseren. Draaitabellen ordenen uw dimensies en statistieken opnieuw om uw gegevens snel samen te vatten en relaties zichtbaar te maken die anders moeilijk te herkennen zijn.
In dit artikel vindt u informatie over het volgende:Draaitabellen in Looker Studio
Draaitabellen in Looker Studio draaien de rijen in een standaardtabel zo dat ze kolommen worden. Hiermee kunt u de gegevens groeperen en samenvatten op manieren die een standaardtabel niet kan bieden.
Voorbeelden van draaitabellen
De volgende standaardtabel bevat de statistiek Opbrengst per gebruiker per kalenderkwartaal en jaar:
Hoewel deze tabel nuttig is om aan te geven in welk land de meeste opbrengst per gebruiker is gegenereerd en in welk kwartaal, kunnen deze gegevens niet op een zinvolle manier worden samengevat.
Een draaitabel toont snel de samenhang tussen deze gegevens:
In deze tabel worden de gegevens uit het vorige voorbeeld eenvoudig samengevat. U kunt ook snel uitschieters of afwijkingen in uw gegevens herkennen. Het blijkt bijvoorbeeld dat verschillende landen geen opbrengsten hadden in het 4e kwartaal.
U kunt dimensies voor meerdere rijen en kolommen toevoegen voor draaitabellen in Looker Studio. In het voorbeeld hieronder wordt de dimensie Gender aan de rijen toegevoegd. Daardoor worden de gegevens verder gespecificeerd en krijgt u nog meer inzicht in uw gegevens:
Totalen tonen
Draaitabellen ondersteunen totalen en subtotalen, zowel voor rijen als kolommen:
Uitvouwen/samenvouwen
Met Uitvouwen/samenvouwen kunnen rapportkijkers verschillende informatieniveaus in de draaitabel tonen of verbergen door in de kolomkop op + en – te klikken. Kijkers kunnen de gegevens vervolgens bekijken op het detailniveau dat ze het meest interesseert. Uitvouwen/samenvouwen biedt ook een manier om in één draaitabel zowel overzichtsgegevens als gedetailleerde informatie te tonen, waardoor er minder diagrammen nodig zijn in uw rapporten.
Voorbeeld van een draaitabel waarin Uitvouwen/samenvouwen met een geografische hiërarchie wordt getoond.
Het diagram instellen
Voeg een nieuw diagram toe of selecteer een bestaand diagram. Gebruik daarna aan de rechterkant het deelvenster Eigenschappen om de eigenschappen van de tabbladen Instellen en Stijl van het diagram in te stellen.
Voeg een nieuw diagram toe of selecteer een bestaand diagram. Gebruik daarna aan de rechterkant het deelvenster Eigenschappen om de eigenschappen van het tabblad Instellen en Stijl van het diagram in te stellen.
De opties op het tabblad Instellen van het deelvenster Eigenschappen bepalen hoe de gegevens van het diagram worden ingedeeld en getoond.
Gegevensbron
Een gegevensbron is de koppeling tussen de component en de onderliggende dataset.
- Als u de gegevensbron van het diagram wilt wijzigen, klikt u op de naam van de huidige gegevensbron.
- Klik op om de gegevensbron te tonen of te bewerken. (U moet minstens weergaverechten hebben om dit icoon te kunnen zien.)
- Klik op +GEGEVENS MENGEN voor gegevens uit meerdere gegevensbronnen in hetzelfde diagram. Meer informatie over gegevens mengen.
Periodedimensie
Deze optie wordt getoond als uw gegevensbron een geldige datumdimensie bevat.
Let op: Deze optie wordt niet getoond voor Google Ads- of Google Analytics-gegevensbronnen, omdat die automatisch een dimensie van het type Datum uit de gegevensbron selecteren.
Met de dimensie Periode kunt u de periode voor een diagram begrenzen. Deze dimensie wordt bijvoorbeeld gebruikt als u een periode-eigenschap instelt voor het diagram of als een rapportkijker een periodekiezer gebruikt om de periode te beperken.
Rijdimensie
Dimensies zijn gegevenscategorieën. Dimensiewaarden (de gegevens die in de dimensie zijn opgenomen) zijn namen, beschrijvingen of andere kenmerken van een categorie.
De rijdimensies leveren de specificatie van rijen in de draaitabel. Rangschik de getoonde dimensies om de volgorde van de rijen in uw tabel te wijzigen.
Uitvouwen/samenvouwen
Zet Uitvouwen/samenvouwen aan om de rijdimensies te behandelen als uitvouwbare hiërarchie.
Standaard uitvouwniveau
Stel het detailniveau in dat standaard moet worden getoond. Als u bijvoorbeeld in een geografische hiërarchie bestaande uit Continent > Subcontinent > Land het standaard uitvouwniveau instelt op Land, worden de details voor Continent en Subcontinent getoond.
Kolomdimensie
De kolomdimensies leveren de uitsplitsing van de kolommen in de draaitabel. Rangschik de getoonde dimensies om de volgorde van de rijen in uw tabel te wijzigen.
Statistiek
Statistieken meten de items die in dimensies zijn opgenomen en leveren de numerieke schaal en gegevensreeksen voor het diagram.
Statistieken zijn aggregaties uit de onderliggende dataset of zijn het resultaat van de impliciete of expliciete toepassing van een aggregatiefunctie, zoals COUNT()
, SUM()
of AVG()
. De statistiek zelf heeft geen gedefinieerde set waarden, dus u kunt er niet op groeperen zoals bij een dimensie.
Optionele statistieken
Definieer een lijst met aanvullende statistieken die in het diagram of de tabel kunnen worden opgenomen. Meer informatie over optionele statistieken.
Totalen
U kunt totalen tonen voor elke rij en kolom. Als u maar 1 dimensie in een rij of kolom heeft, wordt een eindtotaal getoond. Als u 2 of meer dimensies heeft, kunt u kiezen uit subtotalen en eindtotalen.
Sorteren
Aantal rijen en aantal kolommen
U kunt voor elke rij- en kolomreeks een getal aangeven in het veld Aantal rijen en in het veld Aantal kolommen om het aantal rijen en kolommen in de draaitabel te beperken.
Andere groeperen
Als er een kolom- of rijlimiet is ingesteld in het veld Aantal rijen of het veld Aantal kolommen voor de 1e rijdimensie of de 1e kolomdimensie, komt het selectievakje Andere groeperen beschikbaar. Vink het selectievakje Andere groeperen aan voor Rij 1, Kolom 1 of beide, om de resultaten die zich buiten de aangegeven rij- of kolomlimiet bevinden, te aggregeren in een rij of in een kolom met het label Anders. Met dit selectievakje kunt u andere reeksen vergelijken met de context van de overige resultaten.
Standaardperiode
Met de eigenschap Standaardperiode kunt u een periode instellen voor een afzonderlijk diagram.
Opties voor de standaardperiode
Automatisch | Gebruikt de standaardperiode, die door de gegevensbron van het diagram wordt bepaald. |
Aangepast | Hiermee kunt u de agendawidget gebruiken om een aangepaste periode te kiezen voor het diagram. |
Filter
Met filters kunt u de gegevens in de component beperken door de waarden die u invoert op te nemen of uit te sluiten. Meer informatie over de filtereigenschap
Filteropties
Filternaam | Klik op een bestaand filter om het te bewerken. Plaats de cursor op de filternaam en klik op X om het filter te verwijderen. |
+Een filter toevoegen | Klik op deze optie om een nieuw filter voor het diagram te maken. |
Google Analytics-segment
Deze optie wordt getoond voor diagrammen die gebaseerd zijn op een Universal Analytics-gegevensbron.
Een segment is een subset van uw gegevens in Google Analytics. U kunt segmenten toepassen op uw Looker Studio-diagrammen om ervoor te zorgen dat in uw Looker Studio- en Google Analytics-rapporten dezelfde gegevens worden getoond. Meer informatie over Analytics-segmenten in Looker Studio
Diagraminteracties
Als de optie Cross-filteren aanstaat voor een diagram, werkt dat diagram als filteroptie. U kunt het rapport filteren door de cursor over het diagram te verplaatsen. Meer informatie over cross-filteren.
Het diagram opmaken
De opties op het tabblad Stijl bepalen de algehele presentatie en het uiterlijk van het diagram.
Titel
Als u het selectievakje Titel tonen aanvinkt, kunt u een titel toevoegen en de weergave en plaatsing ervan in het diagram aanpassen.
Titelopties
Titel | Biedt een tekstveld waarin rapportbewerkers een aangepaste titel voor het diagram kunnen invoeren. |
Lettertype van titel |
Stelt het lettertype in voor de titeltekst. |
Lettergrootte van titel | Stelt de lettergrootte in voor de titeltekst. |
Opties voor lettertypestijl | Past vetgedrukte, cursieve of onderstreepte stijl toe op de titeltekst. |
Lettertypekleur van titel | Stelt de lettertypekleur in voor de titeltekst. |
Links | Lijnt de diagramtitel uit aan de linkerkant van het diagram. |
Midden |
Centreert de diagramtitel boven of onder het diagram. |
Rechts | Lijnt de diagramtitel uit aan de rechterkant van het diagram. |
Boven | Plaatst de diagramtitel bovenaan het diagram. |
Onder | Plaatst de diagramtitel onderaan het diagram. |
Conditionele opmaak
Klik op de knop Toevoegen om regels voor conditionele opmaak toe te passen op het draaitabeldiagram. Meer informatie over conditionele opmaak in Looker Studio-diagrammen.
Tabelkop
Met deze opties bepaalt u de weergave van de gegevenslabels.
Kleur koptekst | Hiermee wijzigt u de kleur van de koptekst van de tabel. |
Lettergrootte koptekst | Hiermee wijzigt u de lettergrootte van de koptekst van de tabel. |
Lettertypefamilie koptekst | Hiermee wijzigt u de lettertypefamilie van de koptekst van de tabel. |
Tabelkleuren
Met deze opties stelt u de kleuren in van de randen en cellen van een tabel.
Achtergrondkleur van kop | Hiermee stelt u de achtergrondkleur van de tabelkop in. |
Kleur van celrand | Hiermee stelt u de kleur van de rand tussen de rijen in. |
Markeringskleur | Hiermee stelt u de kleur van de markeringsbalken in. |
Kleur even en oneven rijen | Hiermee stelt u de kleur van de even of oneven rijen in de tabel in. |
Tabellabels
Met deze opties bepaalt u het uiterlijk van de gegevens in de tabel.
Tekstkleur | Hiermee stelt u de tekstkleur van de gegevens in. |
Lettergrootte | Hiermee stelt u de lettergrootte van de gegevens in. |
Lettertypefamilie | Hiermee stelt u de lettertypefamilie van de gegevens in. |
Tekstcontrast van heatmap | Hiermee stelt u de lettertypekleur automatisch in als er een heatmap wordt getoond. Kies uit 3 contrastniveaus: laag, gemiddeld of hoog. |
Ontbrekende gegevens
Met deze optie kunt u instellen hoe ontbrekende waarden worden getoond. Als er gegevens ontbreken in de tabel, kunt u er bijvoorbeeld voor kiezen om een lege ruimte, een streepje of de woorden Geen gegevens te tonen.
Statistiek
Dit gedeelte bepaalt het uiterlijk van de statistieken.
Dropdownmenu |
|
Compacte getallen |
Hiermee worden nummers afgerond en wordt de eenheid getoond. Voorbeeld: 553.939 wordt 553,9K. |
Decimale nauwkeurigheid | Stelt het aantal decimalen in statistiekwaarden in. |
Doel weergeven | Wordt getoond als het kolomtype is ingesteld op Staaf. Toont de doellijn voor de waarde die is ingesteld in het veld Doelwaarde, net als bij een bullet-diagram. |
As tonen | Geeft de X-as van het staafdiagram weer. |
Achtergrond en rand
Met deze opties bepaalt u het uiterlijk van de achtergrond van de diagramcontainer.
Achtergrond | Hiermee stelt u de achtergrondkleur in van het diagram. |
Straal voor rand | Hiermee voegt u afgeronde hoeken toe aan de diagramachtergrond. Wanneer de straal 0 is, heeft de achtergrondvorm hoeken van 90°. Een rand met een straal van 100° levert een cirkelvorm op. |
Ondoorzichtigheid | Hiermee stelt u de ondoorzichtigheid in van het diagram. Met 100% ondoorzichtigheid worden objecten helemaal verborgen achter het diagram. 0% ondoorzichtigheid maakt het diagram onzichtbaar. |
Randkleur | Hiermee stelt u de randkleur in van het diagram. |
Randdikte | Hiermee stelt u de lijndikte in voor de rand van het diagram. |
Randstijl | Hiermee stelt u de lijnstijl in voor de rand van het diagram. |
Randschaduw toevoegen | Hiermee voegt u een schaduw toe aan de onderste en rechterrand van het diagram. |
Diagramkop
Met de diagramkop kunnen kijkers verschillende acties uitvoeren in het diagram, zoals de gegevens exporteren of het diagram sorteren. De volgende opties voor diagramkoppen zijn beschikbaar:
Tonen bij plaatsen cursor (standaard) | Er verschijnen 3 verticale stippen als u de cursor op de diagramkop plaatst. Klik hierop om de koptekstopties te openen. |
Altijd tonen | De koptekstopties worden altijd getoond. |
Niet tonen | De koptekstopties worden nooit getoond. Houd er rekening mee dat rapportkijkers de opties altijd kunnen openen door met de rechtermuisknop op het diagram te klikken. |
Kleur | Stelt de kleur in van de opties voor de diagramkop. |
Beperkingen van draaitabellen
- Draaitabellen kunnen maximaal 500.000 cellen met gegevens tonen, maar afhankelijk van de dataset en de dimensies en statistieken die op de tabel van toepassing zijn, kunnen de prestaties afnemen. U kunt een filter toepassen op de draaitabel om minder gegevens te tonen.
- U kunt per pagina in een rapport maximaal 5 draaitabellen opnemen.
- Het aantal beschikbare rijdimensies is afhankelijk van het type gegevens waarmee u verbinding maakt:
- Gegevensbronnen met een vast schema, zoals van Google Ads en Google Analytics, kunnen maximaal 5 rijdimensies bevatten.
- Gegevensbronnen met een flexibel schema, zoals van Google Spreadsheets en BigQuery, kunnen maximaal 10 rijdimensies bevatten.
- Draaitabellen kunnen maximaal 2 kolomdimensies bevatten.
- Draaitabellen kunnen maximaal 20 statistieken bevatten.
- Draaitabellen worden niet gepagineerd, zoals bij standaardtabellen wel het geval is.
- U kunt geen filters voor statistieken op draaitabellen toepassen, dit resulteert in een foutmelding.