Hoe een apparaat een HTTP-verzoek verzendt

Stap 11: Het apparaat verzoekt om een IP-adres voor de URL

Het apparaat heeft nu verbinding met het wifi-netwerk. De gebruiker kan de browser openen en elke gewenste URL invoeren. Het apparaat moet volledig gekwalificeerde domeinnamen (Fully Qualified Domain Names, FQDN) omzetten in een IP-adres. Deze service wordt uitgevoerd door de Domain Name System-server (DNS).

1. Het apparaat maakt een bericht met een DNS-zoekopdracht en plaatst de URL-tekenreeks in het vraaggedeelte van het DNS-bericht.
2. Het DNS-bericht wordt in een UDP-segment geplaatst met bestemmingspoort 53. DNS wordt op de DNS-server altijd op poort 53 uitgevoerd.
3. Het DNS-bericht wordt in een IP-datagram geplaatst met een bestemmings-IP-adres op de DNS-server.
4. De datagram wordt via de gateway gestuurd op dezelfde manier als waarop alle pakketten het subnet verlaten.
5. De DNS-server retourneert de bronrecord waarin het IP-adres van de URL staat.

Stap 12: Het apparaat voert een HTTP GET-verzoek uit

Voordat het apparaat het HTTP GET-verzoek verzendt, moet er een Transmission Control Protocol-verbinding (TCP) worden gemaakt met de server via een 3-way handshake. Wanneer het apparaat een HTTP GET-verzoek verzendt, reageert de server met het HTTP-reactiebericht waarin de content van de gewenste webpagina staat.