Alle gegevens die u naar een property verzendt, worden automatisch weergegeven in al uw weergaven, tenzij u een filter maakt en toepast dat bepaalde gegevens uit uw toepassing verwijdert. Dit betekent dat als u hits van een website en een mobiele app verzamelt en naar een property verzendt, uw web- en app-hits samen worden gerapporteerd. Alle web- en app-gegevens worden weergegeven in alle weergaven die aan die property zijn gekoppeld, totdat u een weergavefilter toevoegt om de gegevens te scheiden.
In dit artikel vindt u informatie over het volgende:Een 'Alleen app-gegevens'-weergave maken (webhits uitfilteren)
Nadat u dit filter heeft gemaakt, worden er in deze rapportageweergave alleen app-gegevens weergegeven.
- Log in bij Google Analytics..
- Klik op Beheerder en ga naar het gewenste account en de gewenste property en weergave.
Als de property slechts één weergave heeft, moet u een nieuwe weergave maken en de gegevens van die specifieke weergave filteren. - Klik in de kolom DATAWEERGAVE op Filters.
- Klik op +Nieuw filter (en selecteer indien nodig Nieuw filter maken).
- Voeg een Filternaam toe.
Gebruik een informatieve naam, zoals 'alleen app-gegevens' of 'webhits verwijderen', zodat meteen duidelijk is waar het filter voor bedoeld is. - Selecteer het filtertype: Aangepast en Opnemen.
- Selecteer in het menu Filterveld de optie Applicatie?.
- Selecteer onder Filterveld de optie JA.
- Klik op Opslaan.
Een 'Alleen webgegevens'-weergave maken (app-hits uitfilteren)
Nadat u dit filter heeft gemaakt, worden er in deze rapportageweergave alleen webgegevens weergegeven.
- Log in op uw Analytics-account.
- Ga naar het gewenste account en de gewenste property en weergave.
Als de property slechts één dataweergave heeft, moet u een nieuwe dataweergave maken en de gegevens van die specifieke dataweergave filteren. - Klik op +Nieuw filter (en selecteer indien nodig Nieuw filter maken).
- Voeg een Filternaam toe.
Gebruik een informatieve naam, zoals 'alleen webgegevens' of 'app-hits verwijderen', zodat meteen duidelijk is waar dit filter voor bedoeld is. - Selecteer het filtertype: Aangepast en Opnemen.
- Selecteer in het menu Filterveld de optie Applicatie?.
- Selecteer onder Filterveld de optie NEE.
- Klik op Opslaan.