Meer informatie over hoe elk MCT-model conversiekrediet toewijst.
Analytics biedt de volgende standaard attributiemodellen in de Tool voor modelvergelijking in multi-channel trechters. U kunt ook uw eigen aangepaste modellen maken in de tool.
Standaard attributiemodellen
Het model Laatste interactie schrijft 100% van de conversiewaarde toe aan het laatste kanaal waarmee de klant interactie heeft gehad voorafgaand aan de verkoop of conversie.-
Wanneer het nuttig is: het model Laatste interactie kan nuttig zijn als uw advertenties en campagnes zijn bedoeld om mensen aan te trekken op het moment van aankoop, of als uw bedrijf in de eerste plaats transactiegericht is met een verkoopcyclus zonder een overwegingsfase.
Het model Laatste indirecte klik laat direct verkeer buiten beschouwing en schrijft 100% van de conversiewaarde toe aan het laatste kanaal waarvandaan de klant heeft doorgeklikt voorafgaand aan de verkoop of conversie. Google Analytics gebruikt dit model standaard om conversiewaarde toe te schrijven in rapporten voor niet-multi-channel trechters.
-
Wanneer het nuttig is:
Aangezien het model 'Laatste indirecte klik' het standaardmodel is voor niet-multi-channel trechters, biedt dit een nuttige benchmark voor een vergelijking met resultaten van andere modellen.
Als u ervan uitgaat dat direct verkeer afkomstig is van klanten die u al heeft binnengehaald via een ander kanaal, kunt u eventueel direct verkeer uitfilteren en u richten op de laatste marketingactiviteit voorafgaand aan de conversie.
-
Wanneer het nuttig is: gebruik het model 'Laatste Google Ads-klik' als u wilt weten welke Google Ads-advertenties de meeste conversies hebben opgeleverd en aan deze advertenties credit wilt toewijzen.
Het model Eerste interactie schrijft 100% van de conversiewaarde toe aan het eerste kanaal dat de klant gebruikte.-
Wanneer het nuttig is: dit model is geschikt als u advertenties of campagnes uitvoert om naamsbekendheid te creëren. Als uw merk bijvoorbeeld niet erg bekend is, kunt u een bonus plaatsen op de zoekwoorden of kanalen die de klanten als eerste met het merk in aanraking brachten.
Het model Lineair schrijft een even groot deel van de conversiewaarde toe aan alle kanalen die tot de conversie hebben geleid.-
Wanneer het nuttig is: dit model is geschikt als uw campagnes bedoeld zijn om contact met de klant te onderhouden en bekendheid op te bouwen gedurende de hele verkoopcyclus. In dit geval is elk contactpunt even belangrijk tijdens het overwegingsproces.
Als de verkoopcyclus alleen een korte overwegingsfase omvat, kan het model Tijdsverval geschikt zijn. Dit model is gebaseerd op het concept van exponentieel verval en geeft het meeste credit aan de contactpunten die het dichtst bij het moment van conversie zaten. Het model Tijdsverval heeft een standaard halveringstijd van 7 dagen, wat betekent dat een contactpunt dat 7 dagen vóór een conversie plaatsvond, de helft van het credit krijgt van een contactpunt dat op de dag van de conversie plaatsvindt. Een contactpunt dat veertien dagen vóór de conversie plaatsvindt, krijgt een kwart van het credit van een contactpunt op de dag van de conversie. Het exponentiële verval blijft doorgaan binnen uw terugkijkperiode (standaard 30 dagen).-
Wanneer het nuttig is: Als u 1 of 2 dagen promotiecampagnes voert, kunt u meer credit geven aan interacties op de dagen van de promotie. In dit geval hebben interacties die een week eerder plaatsvonden een lagere waarde in vergelijking met de contactpunten dicht bij de conversie.
Met het model Op basis van positie kunt u een mengvorm maken van de modellen Laatste interactie en Eerste interactie. In plaats van alle credit aan de eerste of laatste interactie te geven, kunt u het credit over beide verdelen. Een veelvoorkomend scenario is 40% van het credit toewijzen aan de eerste en de laatste interactie, en 20% aan de middelste interacties.
-
Wanneer het nuttig is: gebruik het model 'Op basis van positie' als u de meeste waarde geeft aan contactpunten die klanten lieten kennismaken met uw merk en aan laatste contactpunten die tot een verkoop leidden.
Het model Laatste interactie schrijft 100% van de conversiewaarde toe aan het laatste kanaal waarmee de klant interactie heeft gehad voorafgaand aan de verkoop of conversie.
Het model Eerste interactie schrijft 100% van de conversiewaarde toe aan het eerste kanaal dat de klant gebruikte.
Het model Lineair schrijft een even groot deel van de conversiewaarde toe aan alle kanalen die tot de conversie hebben geleid.
Als de verkoopcyclus alleen een korte overwegingsfase omvat, kan het model Tijdsverval geschikt zijn. Dit model is gebaseerd op het concept van exponentieel verval en geeft het meeste credit aan de contactpunten die het dichtst bij het moment van conversie zaten. Het model Tijdsverval heeft een standaard halveringstijd van 7 dagen, wat betekent dat een contactpunt dat 7 dagen vóór een conversie plaatsvond, de helft van het credit krijgt van een contactpunt dat op de dag van de conversie plaatsvindt. Een contactpunt dat veertien dagen vóór de conversie plaatsvindt, krijgt een kwart van het credit van een contactpunt op de dag van de conversie. Het exponentiële verval blijft doorgaan binnen uw terugkijkperiode (standaard 30 dagen).
Met het model Op basis van positie kunt u een mengvorm maken van de modellen Laatste interactie en Eerste interactie. In plaats van alle credit aan de eerste of laatste interactie te geven, kunt u het credit over beide verdelen. Een veelvoorkomend scenario is 40% van het credit toewijzen aan de eerste en de laatste interactie, en 20% aan de middelste interacties.