Een attributiemodel is de regel, of de verzameling regels, die bepaalt hoe waardepunten voor verkopen en conversies worden toegewezen aan contactpunten in conversiepaden. Het model Laatste interactie in Analytics schrijft bijvoorbeeld 100 procent van de waardepunten toe aan de laatste contactpunten (dat wil zeggen, klikken) die onmiddellijk voorafgaan aan verkopen of conversies. Het model Eerste interactie schrijft 100 procent van de waardepunten toe aan contactpunten die conversiepaden in werking stellen.
U kunt de tool voor modelvergelijking gebruiken om te vergelijken hoe verschillende attributiemodellen van invloed zijn op de waardering van uw marketingkanalen. In de tool verschilt de berekende conversiewaarde (en het aantal conversies) van elk van uw marketingkanalen op basis van het gebruikte attributiemodel. Een kanaal dat voornamelijk conversiepaden in werking stelt, zal een hogere conversiewaarde hebben volgens het attributiemodel Eerste interactie dan volgens het attributiemodel Laatste interactie.
Voorbeeld van een attributiemodel
Een klant vindt uw site door op een van uw Google Ads-advertenties te klikken. Ze komt een week later terug door via een sociaal netwerk naar uw site te klikken. Diezelfde dag komt ze nog een derde keer terug via een van uw e-mailcampagnes. Een paar uur later komt ze nogmaals terug, dit keer direct, en doet ze een aankoop.
- Volgens het attributiemodel Laatste interactie zou het laatste contactpunt, in dit geval het kanaal Direct, 100 procent van de waardepunten voor de verkoop krijgen.
- Bij het attributiemodel Laatste niet-directe klik wordt het directe verkeer volledig buiten beschouwing gelaten en gaat 100 procent van de waardepunten voor de verkoop naar het laatste kanaal van waaruit de klant voorafgaand aan de conversie heeft doorgeklikt, in dit geval het kanaal E-mail.
- Volgens het attributiemodel Laatste Google Ads-klik zou de laatste Google Ads-klik (in dit geval de eerste en enige klik naar het kanaal Betaalde zoekresultaten) 100 procent van de waardepunten voor de verkoop krijgen.
- In het attributiemodel Eerste interactie zou het eerste contactpunt (in dit geval het kanaal Betaalde zoekresultaten) 100 procent van de waardepunten voor de verkoop ontvangen.
- Volgens het attributiemodel Lineair zou elk contactpunt in het conversiepad (in dit geval de kanalen Betaalde zoekresultaten, Sociaal netwerk, E-mail en Direct) evenveel waardepunten krijgen (elk 25 procent) voor de verkoop.
- Volgens het attributiemodel Tijdsverval krijgen de contactpunten die in tijd het dichtst bij de verkoop of de conversie liggen de meeste waardepunten. Bij deze specifieke verkoop zouden de kanalen Direct en E-mail de meeste waardepunten krijgen, omdat de klant enkele uren vóór de conversie interactie met deze beide kanalen heeft gehad. Het kanaal Sociaal netwerk zou minder waardepunten krijgen dan het kanaal Direct of E-mail. Aangezien de interactie met Betaalde zoekresultaten een week eerder plaatsvond, ontvangt dit kanaal aanzienlijk minder waardepunten.
- Volgens het attributiemodel Positiegebaseerd wordt zowel aan de eerste als aan de laatste interactie 40 procent van de waardepunten toegeschreven, en wordt de resterende 20 procent evenredig verdeeld over de tussenliggende interacties. In dit voorbeeld zouden de kanalen Betaalde zoekresultaten en Direct elk 40 procent van de waardepunten krijgen, terwijl de kanalen Sociaal netwerk en E-mail elk 10 procent van de waardepunten zouden krijgen.