Melding

Duet AI heet nu Gemini voor Google Workspace. Meer informatie

Toegang tot apps beheren op basis van gebruikers- en apparaatcontext

Voorbeelden van contextbewuste toegang voor de basismodus

In dit artikel ziet u veelvoorkomende toepassingen van contextbewuste toegang en voorbeeldconfiguraties die zijn gemaakt in de basismodus.

Zie Voorbeelden van contextbewuste toegang voor de geavanceerde modus voor voorbeelden van toegangsniveaus die zijn gemaakt in de geavanceerde modus (met de CEL-editor).

Toegang voor opdrachtnemers alleen toestaan via het bedrijfsnetwerk

Veel bedrijven willen de toegang van opdrachtnemers tot bedrijfsbronnen beperken. Dit geldt bijvoorbeeld voor bedrijven die opdrachtnemers gebruiken om supportgesprekken te voeren of die helpcentrums en callcenters inhuren. Net als uw eigen werknemers moeten opdrachtnemers een ondersteunde licentie hebben voordat beleid voor contextbewuste toegang voor hen geldt.

In dit voorbeeld krijgen opdrachtnemers alleen toegang tot bedrijfsbronnen via een specifiek IP-adresbereik van een bedrijf.

Naam van toegangsniveau toegang_opdrachtnemers
Opdrachtnemers krijgen toegang als deze Voldoen aan de kenmerken
Voorwaarde 1 kenmerk IP-subnet
   74.125.192.0/18
Waar wordt toegangsniveau toegewezen Organisatie-eenheden voor opdrachtnemers
Alle apps die opdrachtnemers gebruiken

Toegang blokkeren vanaf bekende IP-adressen van hackers

De meeste bedrijven blokkeren de toegang van bekende bronnen met hoog risico om te voorkomen dat bedrijfsbronnen worden gecompromitteerd.

In dit voorbeeld is IP-adres 74.125.195.105 geblokkeerd. Gebruikers krijgen toegang tot bedrijfsbronnen als ze een sessie uitvoeren via een ander IP-adres. U kunt meerdere IP-adressen en IP-adresbereiken opgeven.

Naam van toegangsniveau blokkeren_hoog_risico
Gebruikers krijgen toegang als ze Ze voldoen niet aan de kenmerken
Voorwaarde 1 kenmerk IP-subnet
   74.125.195.105
Waar wordt toegangsniveau toegewezen Organisatie op het hoogste niveau
Alle apps

Toegang vanaf specifieke locaties wel of niet toestaan

Als u werknemers heeft die regelmatig in andere kantoren werken van uw bedrijf of partnerbedrijven, kunt u de geografische locaties opgeven van waaruit ze toegang hebben tot bedrijfsbronnen.

Stel dat een groep verkoopmedewerkers regelmatig klanten in Australië en India bezoekt. U kunt de toegang dan beperken tot hun reguliere kantoor, Australië en India. Als ze tijdens een zakenreis voor een persoonlijke vakantie naar een ander land reizen, hebben ze geen toegang tot bedrijfsbronnen vanuit die andere landen.

In dit voorbeeld heeft de groep verkoopmedewerkers alleen toegang tot bedrijfsbronnen in Nederland (reguliere kantoor), Australië en India.

Naam van toegangsniveau toegang_verkoop
Verkoopmedewerkers krijgen toegang als ze Voldoen aan de kenmerken
Voorwaarde 1 kenmerk Geografische oorsprong
   Nederland, Australië, India
Waar wordt toegangsniveau toegewezen Groep met verkoopmedewerkers
Alle apps die de verkoopmedewerkers gebruiken

U kunt ook beleid maken waarmee toegang uit specifieke landen wordt geblokkeerd door op te geven dat gebruikers toegang krijgen als ze niet voldoen aan de voorwaarden. Vervolgens geeft u de landen op van waaruit u de toegang wilt blokkeren.

Geneste toegangsniveaus gebruiken in plaats van meerdere toegangsniveaus tijdens het toewijzen

Als u toegangsniveaus wilt toewijzen aan een bepaalde organisatie-eenheid of groep en een app (of een reeks apps), ziet u in sommige gevallen een foutmelding waarin u wordt gevraagd het aantal apps of toegangsniveaus te verminderen.

Als u dit wilt voorkomen, kunt u het aantal toegangsniveaus dat u toewijst verminderen door ze in één toegangsniveau te nesten. In het geneste toegangsniveau voegt u meerdere voorwaarden samen met de operator OR en voegt u aan elke voorwaarde een individueel toegangsniveau toe.

In dit voorbeeld zijn West, Oost en Midden 3 aparte toegangsniveaus. U wilt dat gebruikers toegang hebben tot apps als ze voldoen aan de toegangsniveaus West OF Oost OF Midden. U kunt één genest toegangsniveau maken (met de naam Regio) waarin de operator OR wordt gebruikt, Als u toegangsniveaus toewijst, wijst u het toegangsniveau Regio toe aan de app voor de organisatie-eenheid of groep.

Naam van toegangsniveau

Regio

Gebruikers krijgen toegang als deze

Voldoen aan de kenmerken

Voorwaarde 1 kenmerk

(slechts 1 toegangsniveau per voorwaarde)

Toegangsniveau

West

Voeg voorwaarde 1 en 2 samen door er de volgende operator tussen te plaatsen

OR

Gebruikers krijgen toegang als deze

Voldoen aan de kenmerken

Voorwaarde 2 kenmerk

Toegangsniveau

Oost

Voeg voorwaarde 2 en 3 samen door er de volgende operator tussen te plaatsen

OR

Gebruikers krijgen toegang als deze

Voldoen aan de kenmerken

Voorwaarde 3 kenmerk

Toegangsniveau

   Midden

Vereisen dat desktops eigendom zijn van het bedrijf, maar niet mobiele apparaten

Een bedrijf kan vereisen dat desktops eigendom zijn van het bedrijf, maar mobiele apparaten niet.

Maak eerst een toegangsniveau voor desktops:

 

Naam van toegangsniveau

tndesktop_toegang

Gebruikers krijgen toegang als ze

Voldoen aan de kenmerken

Voorwaarde 1 kenmerk

Apparaatbeleid


Apparaat dat eigendom is van het bedrijf vereist

Apparaatversleuteling = niet ondersteund

Apparaat-OS

macOS = 0.0.0

Windows =0.0.0

Linux OS = 0.0.0

Chrome OS = 0.0.0

Maak vervolgens een toegangsniveau voor mobiele apparaten:

Naam van toegangsniveau

tnmobiel_toegang

Gebruikers krijgen toegang als ze

Voldoen aan de kenmerken

Voorwaarde 1 kenmerk

Apparaat-OS

 

iOS = 0.0.0

Android = 0.0.0

Algemene apparaatbeveiliging vereisen

De meeste grote bedrijven vereisen dat werknemers bedrijfsbronnen openen via versleutelde apparaten die een bepaalde versie van het besturingssysteem of hoger gebruiken. Sommige bedrijven vereisen ook dat werknemers apparaten gebruiken die eigendom zijn van het bedrijf.

U kunt dit beleid instellen voor alle organisatie-eenheden of alleen voor organisatie-eenheden die werken met gevoelige gegevens, zoals de directie, de financiële afdeling of human resources.

U kunt op verschillende manieren beleid instellen voor apparaatversleuteling, minimum versie van het besturingssysteem en apparaten die eigendom zijn van het bedrijf. Alle manieren hebben voor- en nadelen.

Eén toegangsniveau met alle beveiligingsvereisten

In dit voorbeeld zijn apparaatkenmerken voor apparaatversleuteling, minimum versie van het besturingssysteem en apparaten die eigendom zijn van het bedrijf toegevoegd aan één toegangsniveau. Gebruikers moeten voldoen aan alle voorwaarden om toegang te krijgen.

Als een gebruikersapparaat bijvoorbeeld is versleuteld en eigendom is van het bedrijf, maar niet de juiste versie van het besturingssysteem heeft, krijgt de gebruiker geen toegang.

Voordeel: Eenvoudig in te stellen. Als u dit toegangsniveau toewijst aan een app, moet een gebruiker aan alle vereisten voldoen.
Nadeel: Als u verschillende beveiligingsvereisten wilt toewijzen aan verschillende organisatie-eenheden, moet u een apart toegangsniveau maken voor elke beveiligingsvereiste.
Naam van toegangsniveau apparaatbeveiliging
Gebruikers krijgen toegang als deze Voldoen aan de kenmerken
Voorwaarde 1 kenmerk
(U kunt alle kenmerken toevoegen aan 1 voorwaarde of 
3 voorwaarden maken, gescheiden door de operator AND.)


Apparaatbeleid    Apparaatversleuteling = versleuteld
   Apparaat dat eigendom is van het bedrijf vereist

Apparaat-OS
   macOS 
   Windows
   Chrome-versies

3 aparte toegangsniveaus

In dit voorbeeld zijn apparaatkenmerken voor apparaatversleuteling, minimum versie van het besturingssysteem en apparaten die eigendom zijn van het bedrijf toegevoegd aan 3 aparte toegangsniveaus. Gebruikers moeten voldoen aan de voorwaarden in slechts een van de toegangsniveaus om toegang te krijgen. Dit is een logische OR van toegangsniveaus.

Een gebruiker met een versleuteld, persoonlijk apparaat met een oudere versie van het besturingssysteem krijgt bijvoorbeeld toegang.

Voordeel: Dit is een gedetailleerde manier van toegangsniveaus maken. U kunt toegangsniveaus afzonderlijk toewijzen aan verschillende organisatie-eenheden.
Nadeel: Gebruikers hoeven maar te voldoen aan de voorwaarden van één toegangsniveau.
Naam van toegangsniveau apparaatversleuteling
Gebruikers krijgen toegang als deze Voldoen aan de kenmerken
Voorwaarde 1 kenmerk

Apparaatbeleid
   Apparaatversleuteling = versleuteld

 

Naam van toegangsniveau bedrijfsapparaat
Gebruikers krijgen toegang als deze Voldoen aan de kenmerken
Voorwaarde 1 kenmerk

Apparaatbeleid
   Apparaat eigendom van het bedrijf = vereist

 

Naam van toegangsniveau min_os
Gebruikers krijgen toegang als deze Voldoen aan de kenmerken
Voorwaarde 1 kenmerk

Apparaatbeleid
   Minimum versie besturingssysteem = 
   Versies van Windows, Mac, Chrome

Eén toegangsniveau met geneste toegangsniveaus

In dit voorbeeld zijn beveiligingsvereisten voor apparaatversleuteling, minimum versie van het besturingssysteem en apparaten die eigendom zijn van het bedrijf toegevoegd aan 3 aparte toegangsniveaus. Deze 3 toegangsniveaus zijn genest in een vierde toegangsniveau.

Als u het vierde toegangsniveau toewijst aan apps, moeten gebruikers voldoen aan de voorwaarden van elk van de 3 geneste toegangsniveaus om toegang te krijgen. Dit is een logische AND van toegangsniveaus.

Een gebruiker met een versleuteld, persoonlijk apparaat met een oudere versie van het besturingssysteem krijgt bijvoorbeeld geen toegang.

Voordeel: U kunt beveiligingsniveaus nog steeds scheiden via toegangsniveau 1, 2 en 3. Met toegangsniveau 4 kunt u beleid afdwingen met alle beveiligingsvereisten.
Nadeel: In het controlelogboek wordt alleen vastgelegd dat gebruikers geen toegang hebben gekregen vanwege toegangsniveau 4 (niet vanwege toegangsniveau 1, 2 of 3), omdat toegangsniveau 1, 2 of 3 niet rechtstreeks zijn toegewezen aan apps.

Maak 3 toegangsniveaus zoals hierboven beschreven in '3 aparte toegangsniveaus': apparaatversleuteling, bedrijfsapparaat en min_os. Maak vervolgens een vierde toegangsniveau met de naam apparaatbeveiliging dat 3 voorwaarden bevat. Elke voorwaarde heeft een toegangsniveau als kenmerk. (U kunt per voorwaarde slechts 1 toegangsniveaukenmerk toevoegen.)
Naam van toegangsniveau apparaatbeveiliging
Gebruikers krijgen toegang als deze Voldoen aan de kenmerken
Voorwaarde 1 kenmerk
(slechts één toegangsniveau per voorwaarde)
Toegangsniveau
   apparaatversleuteling
Voeg voorwaarde 1 en 2 samen door er de volgende operator tussen te plaatsen AND
Gebruikers krijgen toegang als deze Voldoen aan de kenmerken
Voorwaarde 1 kenmerk Toegangsniveau
   bedrijfsapparaat
Voeg voorwaarde 2 en 3 samen door er de volgende operator tussen te plaatsen AND
Gebruikers krijgen toegang als deze Voldoen aan de kenmerken
Voorwaarde 1 kenmerk Toegangsniveau
   min_os

Gerelateerde informatie

Was dit nuttig?

Hoe kunnen we dit verbeteren?
Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Hoofdmenu
11922954467879131285
true
Zoeken in het Helpcentrum
true
true
true
true
true
73010
false
false