Accountrechten instellen op Windows 10-apparaten

Deze functies worden ondersteund in de volgende versies: Frontline Starter en Frontline Standard, Business Plus, Enterprise Standard en Enterprise Plus, Education Standard, Education Plus en Endpoint Education Upgrade, Enterprise Essentials en Enterprise Essentials Plus en Cloud Identity Premium. Versies vergelijken

Als beheerder kunt u bepalen welk niveau van lokale beheerdersrechten gebruikers hebben op hun Microsoft Windows 10-apparaat. U kunt ze bijvoorbeeld beperkte of volledige toegang geven. Dit rechtenniveau wordt gegeven aan het Windows-account dat is gekoppeld aan het Google-account van een gebruiker, niet aan het Google-account van een gebruiker.

U kunt ook beheerdersrechten geven aan andere bestaande Windows-accounts. Deze accounts kunnen lokaal zijn voor het apparaat of Active Directory-gebruikers en -groepen, zelfs als deze nog niet eerder hebben ingelogd op het apparaat.

Vereisten

• Als u beheerdersrechten voor het account van een gebruiker wilt instellen, moet Google-referentieprovider voor Windows (Google Credential Provider for Windows, GCPW) op het apparaat zijn geïnstalleerd en moet het worden beheerd met Windows-apparaatbeheer.
• Als u beheerdersrechten wilt geven aan andere bestaande Windows-accounts, moet het apparaat worden beheerd met Windows-apparaatbeheer.

Beheerdersrechten instellen

1. Log in bij de Google Beheerdersconsole.

   Log in met uw beheerdersaccount (dit eindigt niet op @gmail.com).

2. Ga in de Beheerdersconsole naar Menu  ApparatenMobiel en eindpuntenInstellingenWindows.
3. Klik op Accountinstellingen.
4. Laat de organisatie-eenheid op het hoogste niveau geselecteerd als u wilt dat de instelling voor iedereen geldt. Selecteer anders een onderliggende organisatie-eenheid.
5. Selecteer onder Lokale beheerderstoegang tot apparaten beheren de optie Ingeschakeld in de lijst met items.
6. Ga zo te werk om de accountrechten van de gebruiker in te stellen (vereist GCPW):
   • Selecteer Standaardgebruiker om gebruikers een standaardaccount zonder beheerdersrechten te geven. Als u deze optie kiest, moet u minstens 1 account invoeren in het veld Lokale beheerderstoegang geven (beschreven in de volgende stap). Anders staan er geen accounts in de lokale beheerdersgroep.
   • Klik op Lokale beheerder om gebruikers lokale beheerdersrechten te geven.

     Windows-beperkingen:

     • Een gebruiker krijgt lokale beheerdersrechten als deze voor de 2e keer is ingelogd op het apparaat nadat u de rechten heeft toegewezen.

     • U kunt het rechtenniveau van een gebruiker niet wijzigen van 'Lokale beheerder' in 'Standaardgebruiker' op apparaten met Windows 10, versie 1803.

7. Voer onder Lokale beheerderstoegang geven bestaande Active Directory-gebruikers, Active Directory-groepen of lokale Windows-gebruikersaccounts in die ook lokale beheerdersrechten moeten krijgen. Gebruik de volgende indelingen:
   • Active Directory-gebruikers: UwDomein\gebruiker
   • Active Directory-groepen: UwDomein\groep
   • Lokale gebruikers: gebruikersnaam

   Scheid waarden door komma's. Bijvoorbeeld: UwDomein\Win10beheerders, UwDomein\jsmit, prayes, rnguyen

   Belangrijk:

   • Als dit veld leeg is, wordt de bestaande lokale beheerdersgroep gewist. Als u het gebruikersaccounttype instelt als Standaardgebruiker, heeft geen enkel account beheerderstoegang. Als u het gebruikersaccounttype instelt als Lokale beheerder, heeft alleen de gebruiker beheerderstoegang.
   • Als u een account invoert dat niet bestaat, wordt het account niet gemaakt op het apparaat, worden er geen accounts toegevoegd aan de lokale beheerdersgroep en wordt de bestaande lokale beheerdersgroep gewist.
8. Klik op Opslaan. Als je een onderliggende organisatie-eenheid hebt geconfigureerd, kun je mogelijk de instellingen van de bovenliggende organisatie-eenheid Overnemen of Overschrijven.

Gerelateerde onderwerpen

• Overzicht: Verbeterde desktopbeveiliging voor Windows

_{Google, Google Workspace en de gerelateerde merken en logo's zijn handelsmerken van Google LLC. Alle andere bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de bedrijven waarmee ze in verband worden gebracht.}