Synchroniseren via de opdrachtregel

U kunt de opdracht sync-cmd en Google Cloud Directory Sync (GCDS) gebruiken om synchronisaties uit te voeren via de opdrachtregel.

Wanneer moet u synchroniseren via de opdrachtregel

Als u de configuratie instelt of wijzigt, moet u een handmatige synchronisatie uitvoeren in Configuratiebeheer. Zo kunt u de gesynchroniseerde gegevens controleren en nagaan of deze in orde zijn. Zie Een handmatige synchronisatie uitvoeren voor meer informatie.

Als de configuratie juist is, kunt u het synchronisatieproces automatisch laten verlopen door de opdrachtregel te gebruiken. U kunt synchronisaties opnemen in elk gepland script of batch-script dat u wilt gebruiken. U kunt ook een tool van derden gebruiken om synchronisaties te automatiseren. Zie Automatische synchronisaties plannen voor meer informatie.

De opdrachtregel gebruiken

Voer de opdracht sync-cmd uit vanuit de GCDS-installatiedirectory en vul de opdracht op één regel in. U kunt de onderstaande opdrachtargumenten gebruiken om verschillende acties uit te voeren, zoals:

  • Eventuele gedetecteerde wijzigingen toepassen.
  • Een gespecificeerd bestand lezen.
  • Het detailniveau voor de logboeken instellen.

Tip: Vul sync-cmd -h in om informatie te krijgen over de beschikbare opdrachtargumenten.

Opdrachtargumenten en voorbeelden

Alles uitvouwen  |  Alles samenvouwen en naar bovenkant gaan

Opdrachtargumenten
Argument (gebruik een van de opties) Beschrijving
-a
--apply
Hiermee worden gevonden wijzigingen toegepast.

Opmerking: Als u dit argument niet gebruikt, wordt een synchronisatie alleen als test uitgevoerd en worden er geen wijzigingen aangebracht in uw Google-domein. Voor de beste resultaten voert u een testsynchronisatie uit zonder dit argument, voordat u een volledige synchronisatie uitvoert met dit argument.

-c
--config
bestandsnaam
Hiermee geeft u op welk XML-configuratiebestand u wilt laden.

Belangrijk: U moet bij dit argument een geldig XML-bestand toevoegen. Zie Werken met configuratiebestanden voor meer informatie.

-cs
--customschemas
Aangepaste schema's uitsluiten.

Gebruik deze optie als u geen gegevens in aangepaste schema's wilt synchroniseren voor gebruikers.

-d
--deletelimits
Ingestelde verwijderingslimieten negeren.
-f
--flush
Hiermee wordt de kopie van uw Google-accountgegevens uit het cachegeheugen gewist voordat de synchronisatie wordt uitgevoerd.

Belangrijk: Als deze opdracht niet juist wordt gebruikt, kunnen de prestaties verminderen. Gebruik deze optie niet, tenzij ondersteuning u hierom vraagt.

-g
--groups
Groepen uitsluiten.

Gebruik dit argument als u wel gebruikers wilt synchroniseren, maar geen groepen.

-h
--help
Hiermee worden helpgegevens en afsluitgegevens weergegeven.
-l
--loglevel
waarde
Het standaard- of ingestelde logboekniveau overschrijven met een opgegeven waarde. Geldige waardes (op volgorde van gedetailleerdheid) zijn FATAL, ERROR, WARN, INFO, DEBUG en TRACE.

In de meeste gevallen raden we u aan het logboekniveau in te stellen op INFO.

-lic
--license
Licenties uitsluiten.

Gebruik deze optie als u geen licentiegegevens wilt synchroniseren voor gebruikers.

-o
--oneinstance

Hiermee worden actieve synchronisaties beperkt tot één instantie per XML-configuratiebestand. Als u dit doet, wordt voorkomen dat meerdere instanties onbedoeld worden uitgevoerd (bijvoorbeeld via een planner of cron job). Het argument is alleen geldig met het argument -a.

Zie Waarom voert GCDS geen synchronisatie uit vanaf de opdrachtregel? om problemen op te lossen.

-ou
--orgunit
Organisatie-eenheden uitsluiten.
-r
--report-out
Hiermee worden rapporten geschreven naar een gespecificeerd uitvoerbestand, evenals naar het logboek.
-s
--sharedcontacts
Gedeelde contacten uitsluiten.
-u
--users
Gebruikers uitsluiten.

Gebruik deze optie als u groepen wilt synchroniseren, maar geen gebruikers.

-v Hiermee worden verkorte gegevens van de applicatieversie weergegeven.
-V Hiermee worden uitgebreide gegevens van de app-versie weergegeven, maar worden deze niet gesynchroniseerd.
Voorbeelden

Windows

Voorbeeld 1: Voer een simulatiesynchronisatie uit met het XML-configuratiebestand C:\Users\user\gdcs-config.xml:

sync-cmd -c C:\Users\user\gdcs-config.xml

Voorbeeld 2: Voer een volledige synchronisatie uit, inclusief het toepassen van gedetecteerde wijzigingen, met het XML-configuratiebestand C:\Users\user\gdcs-config.xml:

sync-cmd -a -c C:\Users\user\gdcs-config.xml

Linux

Voorbeeld 1: Voer een simulatiesynchronisatie uit met het XML-configuratiebestand /path/gcds-config.xml:

sync-cmd -c /path/gcds-config.xml

Voorbeeld 2: Voer een volledige synchronisatie uit, inclusief het toepassen van gevonden wijzigingen, met het XML-configuratiebestand /path/gcds-config.xml:

sync-cmd -a -c /path/gcds-config.xml

Afsluitcode bekijken

Nadat u de synchronisatie of simulatie heeft uitgevoerd vanaf de opdrachtregel, krijgt u een van de volgende afsluitcodes:

  • 0: De synchronisatie is afgerond zonder synchronisatieproblemen en alle aanpassingen overschrijden de ingestelde limieten niet.
  • 255: Simulatie afgerond. Of de synchronisatie is afgerond en er zijn synchronisatieproblemen, zoals wijzigingen die de ingestelde limieten hebben overschreden of een gebruiker die niet is gesynchroniseerd.

Volgende stap

Monitor alle synchronisaties door regelmatig te controleren of u een meldingsbericht heeft ontvangen. Zie Uw meldingen instellen voor meer informatie.


Google, Google Workspace en de gerelateerde merken en logo's zijn handelsmerken van Google LLC. Alle andere bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de bedrijven waarmee ze in verband worden gebracht.

Was dit nuttig?

Hoe kunnen we dit verbeteren?
Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Hoofdmenu
11181480371241431082
true
Zoeken in het Helpcentrum
true
true
true
true
true
73010
false
false