Melding

Duet AI heet nu Gemini voor Google Workspace. Meer informatie

Instellingen toepassen op Windows 10- of 11-apparaten

Als beheerder kunt u de beveiliging en functies van Windows 10- of 11-apparaten beheren door beleidsinstellingen toe te passen. Sommige van deze instellingen gelden alleen voor Windows-apparaten waarop Google-referentieprovider voor Windows is geïnstalleerd, sommige gelden alleen voor apparaten met Windows-apparaatbeheer. Zie Overzicht: Verbeterde desktopbeveiliging voor Windows voor meer informatie over deze beheeropties.

De instellingen zoeken

Voordat u begint: Als u wilt dat de instelling geldt voor bepaalde gebruikers, plaatst u hun accounts in een organisatie-eenheid.
  1. Log in bij de Google Beheerdersconsole.

    Log in met uw beheerdersaccount (dit eindigt niet op @gmail.com).

  2. Ga in de Beheerdersconsole naar Menu and then Apparatenand thenMobiel en eindpuntenand thenInstellingenand thenWindows.
  3. Klik op een instellingencategorie en een instelling.
  4. Laat de organisatie-eenheid op het hoogste niveau geselecteerd als u wilt dat de instelling voor iedereen geldt. Selecteer anders een onderliggende organisatie-eenheid.
  5. Update de instelling.
  6. Klik op Opslaan. Als je een onderliggende organisatie-eenheid hebt geconfigureerd, kun je mogelijk de instellingen van de bovenliggende organisatie-eenheid Overnemen of Overschrijven.

Nadat u een instelling heeft geüpdatet, kan het 3 tot 6 uur duren voordat de wijziging is toegepast op apparaten.

Informatie over Windows-instellingen

Alles openen   |   Alles sluiten

Google-referentieprovider voor Windows (Google Credential Provider for Windows, GCPW) instellen

Alles openen   |   Alles sluiten

GCPW downloaden

Download het 64-bits of 32-bits installatiebestand voor GCPW voor uw organisatie. Zie Google-referentieprovider voor Windows installeren voor meer informatie.

U kunt ook de GCPW-token kopiëren en opnieuw genereren. Zie De GCPW-token opnieuw genereren voor meer informatie.

Toegestane domeinen (vereist voor GCPW)

Als u wilt dat gebruikers kunnen inloggen via GCPW, moet u de toegestane domeinen voor de Google-accounts van gebruikers opgeven. Gebruikers kunnen pas inloggen als u minstens één domein heeft opgegeven.Zie Google-referentieprovider voor Windows installeren voor meer informatie.

GCPW-instellingen

Ondersteund op apparaten met GCPW

Alles openen   |   Alles sluiten

GCPW automatisch updaten

Als u wilt dat nieuwe versies van GCPW automatisch op Windows-apparaten worden geïnstalleerd, vinkt u het vakje aan voor GCPW automatisch updaten (dit is standaard aangevinkt).

Als u wilt dat GCPW slechts tot een bepaalde versie wordt geüpdatet, vinkt u het vakje aan voor Updates na een specifieke versie blokkeren en voert u de laatste toegestane versie in. U kunt deze optie gebruiken om de nieuwste versie te testen voordat u deze implementeert voor al uw gebruikers.

Opmerking: U moet deze instelling updaten als u versies goedkeurt, zodat gebruikers toegang blijven houden tot nieuwe functies en beveiligingsupdates. Als u een versie opgeeft die ouder is dan de versie die al op een apparaat is geïnstalleerd, wordt GCPW niet teruggezet naar die versie.

Als u automatische updates voor GCPW wilt uitschakelen (afgeraden), haalt u het vinkje weg voor GCPW automatisch updaten.

Ga als volgt te werk om een testorganisatie-eenheid anders in te stellen dan de rest van uw organisatie:

  1. Selecteer de organisatie-eenheid op het hoogste niveau.
  2. Vink de vakjes aan voor GCPW automatisch updaten en Updates na een specifieke versie blokkeren. Voer de nieuwste versie in waarvan u wilt dat mensen deze gebruiken.
  3. Klik op Opslaan.
  4. Selecteer de organisatie-eenheid met de gebruikers met een testapparaat.
  5. Vink het vakje aan voor GCPW automatisch updaten en haal het vinkje weg voor Updates na een specifieke versie blokkeren.
  6. Klik op Overschrijven.
Meerdere accounts beheren

Selecteer Aan om toe te staan dat meer dan 1 Google Workspace-account inlogt op een apparaat via GCPW. Als u Windows-apparaatbeheer gebruikt, kan er slechts 1 gebruiker zijn ingeschreven bij Windows-apparaatbeheer per apparaat, zelfs als u meerdere accounts toestaat voor GCPW.

Selecteer Uit als u wilt dat slechts 1 Google Workspace-account kan inloggen op een apparaat via GCPW.

Als deze instelling is ingesteld op Niet geconfigureerd, kan meer dan 1 Google Workspace-account inloggen op een apparaat, tenzij de registerinstelling enable_multi_user_login is ingesteld op 0 op het apparaat.

Inschrijven voor apparaatbeheer

Als uw organisatie Windows-apparaatbeheer gebruikt, kunt u instellen dat apparaten automatisch worden ingeschreven als een gebruiker voor het eerst inlogt via GCPW.

Als het vakje niet is aangevinkt voor Automatisch inschrijven voor apparaatbeheer en uw organisatie Windows-apparaatbeheer gebruikt, moet u apparaten handmatig inschrijven, tenzij u de registersleutel enable_dm_enrollment instelt op 1 op het apparaat.

Offline toegang

Als u wilt bepalen hoelang gebruikers via GCPW kunnen inloggen op een apparaat terwijl ze offline zijn, wijzigt u de waarde in Ingeschakeld en stelt u het aantal dagen in.

Als de limiet verloopt, kunnen gebruikers pas weer inloggen op hun apparaat als ze verbinding hebben met internet.

Als deze instelling is ingesteld op Niet geconfigureerd, kan een gebruiker onbeperkt offline inloggen, tenzij de registerinstelling validity_period_in_days is ingesteld op het apparaat.

Windows-beheer instellen

Windows-apparaatbeheer

Selecteer Ingeschakeld om Windows-apparaatbeheer in te schakelen voor uw organisatie. We raden u aan Windows-apparaatbeheer pas in te schakelen als u beleid configureert. Zie GCPW en Windows-apparaatbeheer samen instellen voor instructies.

Selecteer Uitgeschakeld om Windows-apparaatbeheer uit te schakelen.

Accountinstellingen

Ondersteund op apparaten met Windows-apparaatbeheer

Beheerdersrechten

Stel de rechten in die gebruikers hebben op apparaten die worden beheerd met Windows-apparaatbeheer:

  • Als u beheerdersrechten wilt intrekken, selecteert u Standaardgebruiker.
  • Als u gebruikers beheerdersrechten wilt geven, selecteert u Lokale beheerder.

U kunt gebruikers ook beheerdersrechten voor Active Directory-gebruikers (AD-gebruikers), AD-groepen of lokale gebruikers geven.

Opmerking: Als hier niets invoert, worden bestaande lokale beheerdersaccounts verwijderd van apparaten. Als Gebruikersaccounttype is ingesteld op Standaardgebruiker, is er geen lokaal beheerdersaccount beschikbaar op apparaten. Als u vervolgens beheerdersacties wilt uitvoeren op het apparaat, moet u de gebruiker tijdelijk beheerdersrechten geven.

Zie Accountrechten instellen op Windows 10- of 11-apparaten voor meer informatie.

Instellingen voor Windows Update

Ondersteund op apparaten met Windows-apparaatbeheer

Automatische updates voor Windows

Stel in hoe en wanneer de Windows 10- of 11-apparaten van uw organisatie beveiligingsupdates en andere belangrijke downloads ontvangen via de automatische updateservice van Windows.

Zie Automatische updates voor Windows 10- of 11-apparaten beheren voor meer informatie.

BitLocker-instellingen

Ondersteund op apparaten met Windows-apparaatbeheer

BitLocker-schijfversleuteling

Stel in hoe apparaten en schijven met Windows 10 of 11 worden versleuteld.

Zie BitLocker-versleuteling aanzetten op een Windows 10- of 11-apparaat voor meer informatie.

Aangepaste instellingen

Ondersteund op apparaten met Windows-apparaatbeheer

Aangepaste instellingen


Google, Google Workspace en de gerelateerde merken en logo's zijn handelsmerken van Google LLC. Alle andere bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de bedrijven waarmee ze in verband worden gebracht.

Was dit nuttig?

Hoe kunnen we dit verbeteren?
Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Hoofdmenu
10052331297911622074
true
Zoeken in het Helpcentrum
true
true
true
true
true
73010
false
false