Melding

Duet AI heet nu Gemini voor Google Workspace. Meer informatie

Apps installeren op Windows 10- of 11-apparaten met aangepaste instellingen

Deze functies worden ondersteund in de volgende versies: Frontline Starter en Frontline Standard, Business Plus, Enterprise Standard en Enterprise Plus, Education Standard, Education Plus en Endpoint Education Upgrade, Enterprise Essentials en Enterprise Essentials Plus en Cloud Identity Premium. Versies vergelijken

U kunt software installeren op Windows-apparaten die zijn ingeschreven voor Windows-apparaatbeheer door aangepaste instellingen toe te voegen in de Google Beheerdersconsole. U geeft de locatie van het MSI-bestand van de app op in een XML-bestand dat u instelt als de waarde van de aangepaste instelling.

Stap 1: De vereiste app-gegevens ophalen en het XML-bestand maken

U heeft de URL van de app, de bestandshash en de product-ID nodig om het XML-bestand te maken.

  1. Download op uw Windows-apparaat het MSI-bestand dat u wilt implementeren.

    Opmerking: Het app-installatiebestand moet beschikbaar zijn op de website van de leverancier of op een serverlocatie die toegankelijk is via HTTP, HTTPS of FTP-protocol waar uw IT-beheerder het bestand host.

    U kunt bijvoorbeeld het installatiebestand van 7-Zip downloaden via https://www.7-zip.org/a/7z1900-x64.msi.

  2. Open PowerShell.
  3. Als u de bestandshash wilt ophalen, voert u Get‑FileHash ‑Path PadNaarBestand ‑Algorithm SHA256 uit, waarbij PadNaarBestand het pad naar het app-installatiebestand is. Noteer de hash-waarde. Dit is de 64-bits tekenreeks die wordt geretourneerd in PowerShell.

    Als het MSI-bestand van 7-Zip bijvoorbeeld in de map Downloads staat, voert u Get‑FileHash ‑Path C:\Users\gebruikersnaam\Downloads\7z1900‑x64.msi ‑Algorithm SHA256 uit.

  4. Ga als volgt te werk om de product-ID op te halen:
    1. Kopieer het volgende PowerShell-script in een teksteditor en sla het op met de naam Get-MSIFileInformation.ps1.
      
      param(
      [parameter(Mandatory=$true)]
      [IO.FileInfo]$Path,
      [parameter(Mandatory=$true)]
      [ValidateSet("ProductCode","ProductVersion","ProductName")]
      [string]$Property
      )
      try {
          $WindowsInstaller = New-Object -ComObject WindowsInstaller.Installer
          $MSIDatabase = $WindowsInstaller.GetType().InvokeMember("OpenDatabase","InvokeMethod",$Null,$WindowsInstaller,@($Path.FullName,0))
          $Query = "SELECT Value FROM Property WHERE Property = '$($Property)'"
          $View = $MSIDatabase.GetType().InvokeMember("OpenView","InvokeMethod",$null,$MSIDatabase,($Query))
          $View.GetType().InvokeMember("Execute", "InvokeMethod", $null, $View, $null)
          $Record = $View.GetType().InvokeMember("Fetch","InvokeMethod",$null,$View,$null)
          $Value = $Record.GetType().InvokeMember("StringData","GetProperty",$null,$Record,1)
          return $Value
      }
      catch {
          Write-Output $_.Exception.Message
      }
            
    2. Voer in PowerShell PadNaarScript\Get‑MSIFileInformation.ps1 ‑Path PadNaarBestand ‑Property ProductCode uit, waarbij PadNaarScript de locatie van het PowerShell-script en PadNaarBestand het pad naar het MSI-installatiebestand is.

      Als u bijvoorbeeld het PowerShell-script heeft opgeslagen in de map Bureaublad en u de product-ID voor 7-Zip wilt ophalen, voert u C:\Users\gebruikersnaam\Desktop\Get‑MSIFileInformation.ps1 ‑Path C:\Users\gebruikersnaam\Downloads\7z1900‑x64.msi ‑Property ProductCode uit.

      De product-ID is een alfanumerieke tekenreeks tussen accolades. Bijvoorbeeld: {23170F69-40C1-2702-1900-00001000000}.

  5. Maak het XML-bestand:
    1. Kopieer de volgende XML naar een tekstbestand:
      <MsiInstallJob id="">
        <Product Version="1.0.0">
          <Download>
            <ContentURLList>
              <ContentURL>MSI-URL</ContentURL>
            </ContentURLList>
          </Download>
          <Enforcement>
            <CommandLine>/quiet</CommandLine>
            <TimeOut>5</TimeOut>
            <RetryCount>3</RetryCount>
            <RetryInterval>5</RetryInterval>
          </Enforcement>
          <Validation>
            <FileHash>BestandsHash</FileHash>
          </Validation>
        </Product>
      </MsiInstallJob>
      
    2. Vervang tussen de tags <ContentURL> de waarde MSI-URL door de URL van het MSI-bestand.
    3. Vervang tussen de tags <FileHash> de waarde BestandsHash door de bestandshash van het MSI-bestand.
    4. Update indien nodig de installatieparameters in de tags <Enforcement>. Bekijk de Microsoft-documentatie voor meer informatie.
    5. Sla het bestand op.

Stap 2: De aangepaste instelling toevoegen

  1. Log in bij de Google Beheerdersconsole.

    Log in met uw beheerdersaccount (dit eindigt niet op @gmail.com).

  2. Ga in de Beheerdersconsole naar Menu and then Apparatenand thenMobiel en eindpuntenand thenInstellingenand thenWindows.
  3. Klik op Aangepaste instellingen.
  4. Klik op Een aangepaste instelling toevoegen.
  5. Configureer de aangepaste instelling:
    1. Voer in het veld 'OMA-URI' de waarde EnterpriseDesktop in en selecteer ./Device/Vendor/MSFT/EnterpriseDesktopAppManagement/MSI/<Product-ID>/DownloadInstall.
    2. Vervang in de OMA-URI de waarde <Product-ID> door de MSI-product-ID en codeer de accolades. Voer voor de juiste indeling %7BProduct-ID%7D in. %7B is de gecodeerde versie van { en %7D is de gecodeerde versie van }.

      De OMA-URI-tekenreeks voor 7-Zip is bijvoorbeeld ./Device/Vendor/MSFT/EnterpriseDesktopAppManagement/MSI/%7B23170F69-40C1-2702-1900-00001000000%7D/DownloadInstall

    3. Als u de OMA-URI selecteert, staat er DownloadInstall in het veld Naam. Voer een unieke naam in die de app-naam bevat, zodat u deze kunt herkennen in de lijst met aangepaste instellingen. Bijvoorbeeld 'Installatie 7-Zip v19.0'.
    4. Selecteer bij Gegevenstype de optie Tekenreeks (XML). Klik op XML uploaden en selecteer het XML-configuratiebestand dat u in het eerste gedeelte heeft gemaakt.
    5. (Optioneel) Voeg een beschrijving toe.
  6. Klik op Volgende om door te gaan en de organisatie-eenheid te selecteren waarop de aangepaste instelling van toepassing moet zijn. Als u nog een aangepaste instelling wilt maken, klikt u op Nog een toevoegen. De beleidsregels worden pas toegepast op een organisatie-eenheid als u op Volgende klikt en de organisatie-eenheid selecteert.
  7. Kies een of meer organisatie-eenheden waarop u het beleid wilt toepassen.
  8. Klik op Toepassen.

De app wordt binnen 3 uur geïnstalleerd op de apparaten van gebruikers als de apparaten verbinding hebben met internet. Als een apparaat geen verbinding heeft, wordt de app geïnstalleerd wanneer het apparaat weer verbinding heeft.

Stap 3: De app-installatie controleren

U kunt op verschillende manieren controleren of een app die u heeft geïmplementeerd via een aangepaste instelling, op een apparaat is geïnstalleerd. Als u dit controleert op het apparaat zelf, treedt er het minste vertraging op tussen het moment dat u de aangepaste instelling toepast en het moment dat de app wordt geïnstalleerd op het apparaat, omdat u het apparaat handmatig kunt synchroniseren.

Op het apparaat

  1. Open Instellingen op het apparaat en ga naar Beheerd door Google.
  2. Als de app is geïnstalleerd, staat deze onder Gebieden die worden beheerd door Google in het gedeelte Apps.
  3. Als de app niet in de lijst staat, voert u 2 handmatige synchronisaties uit om te controleren of de aangepaste instelling wordt geïmplementeerd op het apparaat. Als de installatie in behandeling is, ziet u de product-ID van de app. Na de installatie ziet u de app-naam.
  4. Als de app niet wordt geïnstalleerd na de handmatige synchronisaties, controleert u of de waarden van de aangepaste instelling correct zijn ingesteld.

In de app-voorraad van het apparaat in de Beheerdersconsole

Met deze optie kunt u op afstand zien welke apps er op een apparaat zijn geïnstalleerd. Opmerking: Het kan 12 uur duren voordat app-gegevens worden weergegeven in de app-lijst.

  1. Log in bij de Google Beheerdersconsole.

    Log in met uw beheerdersaccount (dit eindigt niet op @gmail.com).

  2. Naar Menu and then  Apparatenand thenOverzicht.
  3. Klik op Eindpunten.
  4. Klik op het apparaat. Als er veel apparaten zijn in uw organisatie, kunt u een specifiek apparaat zoeken met de filters of de zoekbalk.
  5. Klik op Geïnstalleerde apps en controleer of de app wordt vermeld.

Een app verwijderen

U kunt apps verwijderen die zijn geïnstalleerd met aangepaste instellingen. U kunt geen aangepaste instellingen gebruiken om apps te verwijderen die zijn geïnstalleerd via een andere methode.

  1. Log in bij de Google Beheerdersconsole.

    Log in met uw beheerdersaccount (dit eindigt niet op @gmail.com).

  2. Ga in de Beheerdersconsole naar Menu and then Apparatenand thenMobiel en eindpuntenand thenInstellingenand thenWindows.
  3. Klik op Aangepaste instellingen.
  4. Klik links op de organisatie-eenheid waarvoor u de app wilt verwijderen. Als u de app voor alle gebruikers wilt verwijderen, selecteert u de organisatie op het hoogste niveau.
  5. Plaats de muisaanwijzer op de aangepaste instelling en klik op Verwijderen of Uitschakelen. Klik op Verwijderen om te bevestigen.

    Als u een onderliggende organisatie-eenheid heeft geselecteerd die de aangepaste instelling heeft overgenomen, moet u de aangepaste instelling uitzetten, omdat u deze niet kunt verwijderen voor de rest van de organisatie. Als u van gedachten verandert, kunt u op Overnemen klikken om de app weer te laten installeren op apparaten in de onderliggende organisatie-eenheid.


Google, Google Workspace en de gerelateerde merken en logo's zijn handelsmerken van Google LLC. Alle andere bedrijfs- en productnamen zijn handelsmerken van de bedrijven waarmee ze in verband worden gebracht.

Was dit nuttig?

Hoe kunnen we dit verbeteren?
Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Hoofdmenu
11268574670704815359
true
Zoeken in het Helpcentrum
true
true
true
true
true
73010
false
false