Evalueert meerdere voorwaarden en retourneert een waarde die overeenkomt met de eerste voorwaarde die waar is.
Gebruiksvoorbeeld
IFS(A1>90, "A", A1>80, "B", A1>70, "C")
IFS(A1:A5 > 3, "groter", A1:A5 = 3, "gelijk")
Syntaxis
IFS(voorwaarde1, waarde1, [voorwaarde2, waarde2, …])
-
voorwaarde1
: De eerste voorwaarde die moet worden geëvalueerd. Dit kan een Booleaanse waarde, een getal, een array, of een verwijzing naar een van die items zijn. -
waarde1
: De geretourneerde waarde alsvoorwaarde1
TRUE
is. -
voorwaarde2, waarde2, …
: Aanvullende voorwaarden en waarden als na evaluatie blijkt dat de eerste onwaar is.
Notities
- Als alle voorwaarden ONWAAR zijn, wordt #N/A geretourneerd.
Zie ook
ALS
: Retourneert een bepaalde waarde als een logische expressie 'TRUE' is en een andere waarde als deze 'FALSE' is.
Test een expressie aan de hand van een lijst met gevallen en retourneert de corresponderende waarde van het eerste overeenkomende geval, met een optionele standaardwaarde als er geen andere overeenkomst is gevonden.
Geeft als resultaat de maximumwaarde in een bereik van cellen, gefilterd door een set criteria.
Retourneert de minimumwaarde in een bereik van cellen, gefilterd door een set criteria.
Voorbeelden
A | B | C | |
---|---|---|---|
1 | Score | Cijfer | Formule |
2 | 88 | B | =IFS(A2 > 90, "A", A2 > 80, "B") |
3 | 92 | A | =IFS(A3 > 90, "A", A3 > 80, "B") |
3 | 65 | #N/A | =IFS(A4 > 90, "A", A4 > 80, "B") |