Test een expressie aan de hand van een lijst met gevallen en retourneert de corresponderende waarde van het eerste overeenkomende geval, met een optionele standaardwaarde als er geen andere overeenkomst is gevonden.
Gebruiksvoorbeeld
SWITCH(A1:A10, 0, “Nee”, 1, , “Anders”)
SWITCH(A3:A8; 4; “Vier”; 8; “Acht”)
Syntaxis
SWITCH(expressie; geval1; waarde1; [geval2; waarde2; ...]; [standaard])
-
expressie: alle geldige waarden. -
geval1: het eerste geval dat wordt gecontroleerd op basis vanexpressie. -
waarde1: De corresponderende waarde die wordt geretourneerd alsgeval1overeenkomt metexpressie. -
geval2, waarde2, …:Optioneel: Aanvullende gevallen en waarden als het eerste geval niet overeenkomt met de expressie. -
default:Optioneel: Een optionele waarde, opgegeven als de laatste parameter, die wordt geretourneerd als geen van de gevallen overeenkomt met de expressie.
Zie ook
IFS:
Evalueert meerdere voorwaarden en retourneert een waarde die overeenkomt met de eerste voorwaarde die waar is.
ALS: Retourneert een bepaalde waarde als een logische expressie 'TRUE' is en een andere waarde als deze 'FALSE' is.
Voorbeeld 1
| A | B | C | |
|---|---|---|---|
| 1 | Gegevens | Resultaat | Formule |
| 2 | 1 | Ja | =SWITCH(A2:A7;0;"Nee";1;"Ja";"Anders") |
| 3 | 1 | Ja | |
| 4 | 2 | Anders | |
| 5 | 0 | Nee | |
| 6 | 3 | Anders | |
| 7 | 2 | Anders |
Voorbeeld 2
| A | B | C | |
|---|---|---|---|
| 1 | Cijfer | Geslaagd? | Formule |
| 2 | A | Geslaagd | =SWITCH(A2:A6;"F";"Geslaagd";"Gezakt") |
| 3 | B | Geslaagd | |
| 4 | C | Geslaagd | |
| 5 | D | Geslaagd | |
| 6 | F | Gezakt |