OF (OR)

Retourneert 'TRUE' als alle opgegeven argumenten logisch waar zijn en 'FALSE' als de opgegeven argumenten logisch onwaar zijn.

Gebruiksvoorbeeld

OF(A2 = "foo"; A3 = "bar")

OF(WAAR;ONWAAR;WAAR)

OF(A1:A10;B1:B10)

OF(0;1;2;3)

Syntaxis

OF(logische_expressie1; [logische_expressie2; ...])

  • logische_expressie1: een expressie of een verwijzing naar een cel met een expressie die een logische waarde vertegenwoordigt, namelijk WAAR of ONWAAR, of een expressie die kan worden omgezet in een logische waarde.

  • logische_expressie2 [OPTIONEEL]: meer expressies of verwijzingen naar cellen met expressies die een logische waarde vertegenwoordigen, namelijk WAAR of ONWAAR, of expressies die kunnen worden omgezet in een logische waarde.

Opmerkingen

  • Het getal nul is logisch onwaar. Alle andere getallen (inclusief negatieve getallen) zijn logisch waar.

Zie ook

NIET: Retourneert het tegenovergestelde van een logische waarde. 'NOT(TRUE)' retourneert 'FALSE en 'NOT(FALSE)' retourneert 'TRUE'.

EN: Retourneert 'TRUE' als alle opgegeven argumenten logisch waar zijn en 'FALSE' als de opgegeven argumenten logisch onwaar zijn.

Voorbeelden

Retourneert WAAR als ten minste één argument WAAR is. Accepteert als parameter zowel een logische_waarde als een bereik.

true
Informatiecentrum bezoeken

Gebruik je Google-producten, zoals Google Documenten, op het werk of op school? Misschien zijn onze tips, trainingen en templates dan wel wat voor jou. Leer werken met Office-bestanden zonder Office te installeren, creëer dynamische projectplannen en teamagenda's, breng je inbox automatisch op orde en nog veel meer.

Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Hoofdmenu
10906959717527702449
true
Zoeken in het Helpcentrum
true
true
true
true
true
35
false
false