Melding

G Suite heet nu Google Workspace: alles wat u nodig heeft voor uw werk.

Werkruimten

Werkruimten gebruiken om tagwijzigingen te groeperen en beheren

In een Google Tag Manager-werkruimte kunt u meerdere sets wijzigingen voor uw container maken. Teamleden kunnen in afzonderlijke werkruimten aan wijzigingen werken om onafhankelijk van elkaar hun eigen tagconfiguraties te ontwikkelen. Deze functie maakt versiebeheer eenvoudiger doordat u wijzigingen van een werkruimteconfiguratie kunt terugdraaien. Bovendien wordt voorkomen dat teamleden per ongeluk elkaars niet-voltooide wijzigingen publiceren.

Telkens wanneer u wijzigingen aanbrengt aan een container, maakt u die wijzigingen in een werkruimte. Elke container maakt een standaardwerkruimte. U kunt maximaal twee extra werkruimten toevoegen voor normale accounts en een onbeperkt aantal werkruimten voor Tag Manager 360-accounts.

Wanneer moet u een nieuwe werkruimte maken?

Een werkruimte in Tag Manager is een plek waar u kunt werken aan een reeks wijzigingen die uiteindelijk een versie wordt. Maak een nieuwe werkruimte wanneer u tagconfiguraties los van uw belangrijkste productie-tagconfiguraties wilt ontwikkelen en testen, of wanneer u meerdere gebruikers aan verschillende tagconfiguraties wilt laten werken.

Elke container heeft een serie versies. Wanneer er een nieuwe versie wordt gemaakt, geeft elke werkruimte een melding weer dat de werkruimte verouderd is, met de mogelijkheid de werkruimte te updaten.

Wanneer van een werkruimte een versie wordt gemaakt of deze wordt gepubliceerd, worden de naam, opmerkingen en lijst van wijzigingen opgeslagen met de versie. Vervolgens wordt de werkruimte verwijderd. Nadat een werkruimte een versie is geworden of wordt gepubliceerd, wordt de standaardwerkruimte opnieuw gemaakt.

Werkruimten beheren

Gebruik de pagina Werkruimten beheren om een nieuwe werkruimte te maken, naar een andere werkruimte over te schakelen of een bestaande werkruimte te verwijderen.

Een nieuwe werkruimte maken:

  1. Klik in de linkernavigatie op het menu Huidige werkruimte.
  2. Klik in de rechterbovenhoek van de pagina Werkruimten beheren op Toevoegen Toevoegen.
  3. Voer een naam en een beschrijving in voor de nieuwe werkruimte. De naam en beschrijving van de werkruimte worden later de versienaam en -beschrijving. Maak daarom gebruik van een betekenisvolle naamgevingsstrategie die de doelstellingen van de werkruimte weerspiegelt. Voorbeeld: 'Nieuwe Floodlights voor eerste kwartaal', 'Google Analytics geüpdatet voor tweede kwartaal' enzovoort.
  4. Klik op Opslaan.

Overschakelen naar een andere werkruimte:

  1. Klik in de linkernavigatie op het menu Standaardwerkruimte.
  2. Selecteer op de pagina Werkruimten beheren een werkruimte uit de lijst.
Tip: Als u een lange lijst met werkruimten wilt beperken, klikt u in de rechterbovenhoek op het zoekpictogram en voert u een zoekterm in.

Een ​​werkruimte verwijderen:

  1. Klik in de linkernavigatie op het menu Standaardwerkruimte.
  2. Klik op Info Informatie aan de rechterkant van de werkruimte die u wilt verwijderen.
  3. Klik op Meer acties Meer in de rechterbovenhoek en selecteer Verwijderen.

Tag Manager 360-klanten kunnen een onbeperkt aantal werkruimten maken. Alle overige gebruikers kunnen maximaal drie gelijktijdige werkruimten hebben: een standaardwerkruimte en twee aangepaste werkruimten.

Werkruimten updaten

Als u meerdere werkruimten tegelijk gebruikt, kan elke willekeurige werkruimte verouderd raken door wijzigingen die elders in de container zijn aangebracht. U kunt als volgt een werkruimte updaten:

  1. Als u probeert een werkruimte te publiceren terwijl er wijzigingen van een andere versie zijn gevonden, geeft Tag Manager de volgende melding weer: 'De werkruimte is verouderd. Deze wordt automatisch geüpdatet als u doorgaat.'
  2. Klik op Werkruimte updaten om een lijst met niet-samengevoegde versies te bekijken.
  3. Klik in de lijst met niet-samengevoegde versies op een item om te zien welke wijzigingen er in die versie zijn aangebracht.
  4. Klik op Updaten om de wijzigingen door te voeren.

Als u de werkruimte updatet, worden alle wijzigingen doorgevoerd die sinds de vorige update in andere versies van de container zijn gemaakt. Als een wijziging in conflict is met wijzigingen in de huidige werkruimte, wordt er een lijst met conflicten weergegeven en krijgt u het verzoek deze op te lossen.

Conflicten oplossen

Op de pagina Werkruimteoverzicht wordt het bericht 'Conflict aangetroffen' weergegeven als er conflicten worden vastgesteld. Selecteer Conflicten oplossen om de tool voor conflictoplossing te openen.

U kunt de conflicten één voor één oplossen. Links ziet u de configuratie van de laatste gesynchroniseerde versie en rechts ziet u de configuratie van de huidige werkruimte. Elk conflict is gemarkeerd en de kleur van de markering geeft de aard van het conflict aan:

  • Blauw: er is iets gewijzigd tussen de laatste gesynchroniseerde versie en de huidige werkruimte.
  • Rood: een wijziging van de laatste gesynchroniseerde versie is niet aanwezig in de huidige werkruimte.
  • Groen: een wijziging van de huidige werkruimte is niet aanwezig in de laatste gesynchroniseerde versie.

Beslis voor elk conflict of u de wijziging van de laatste gesynchroniseerde versie wilt negeren of overnemen. Gebruik Alles oplossen om alle wijzigingen ten opzichte van de laatste gesynchroniseerde versie te negeren. Nadat alle conflicten zijn opgelost, slaat u de wijzigingen op. Herhaal dit proces voor andere conflicten.

Wanneer van de huidige werkruimte een versie wordt gemaakt of wanneer deze wordt gepubliceerd, worden alle wijzigingen ten opzichte van de laatste gesynchroniseerde versie die zijn genegeerd, overschreven door de wijzigingen in de huidige werkruimte.

Praktische tips voor werkplekbeheer

Breng niet te grote wijzigingen aan: Maak een werkruimte voor elke reeks wijzigingen die aan elkaar zijn gerelateerd en op hetzelfde moment worden gepubliceerd. U werkt bijvoorbeeld in één werkruimte aan de tags, triggers en variabelen voor een eerste implementatie van de paginaweergavetags van Google Analytics, terwijl u in een andere werkruimte Google Analytics-tags configureert die gebeurtenissen bijhouden.

Gebruik werkruimten om gemeenschappelijke wijzigingen te groeperen: Als u een bureau heeft dat zowel met Google Analytics- als Floodlight-tags werkt, gebruik dan twee werkruimten om de configuraties gescheiden te houden. Hierdoor kunt u tags in een gecontroleerde volgorde publiceren en behoudt u het overzicht in de versiegeschiedenis.

Gebruik werkruimten om teams te beheren: Laat elk team of afzonderlijke personen in verschillende werkruimten werken. Daarnaast kan elk team of elke individuele persoon meer dan één werkruimte gebruiken voor verschillende reeksen wijzigingen.

Gebruik consistente, beschrijvende naamgevingsmethoden: Als u een container publiceert of een versie opslaat, geef deze dan een naam en beschrijving waaraan u eenvoudig kunt zien welke wijzigingen er zijn aangebracht. Voorbeeld:

  • Versienaam: 'Eerste lancering GA-paginaweergavetag'
  • Beschrijving: 'Lancering van de Google Analytics-tag voor paginaweergave op example.com.'

Gebruik werkruimten om een ​​configuratie te testen. Hier kunt u wijzigingen testen zonder het risico te lopen dat iemand anders per ongeluk uw werk publiceert. U kunt een werkruimte als sandbox gebruiken om wijzigingen van uw containerconfiguratie uit te proberen. Als u besluit de wijzigingen in de betreffende werkruimte niet te publiceren, kunt u de werkruimte opslaan voor later gebruik of verwijderen.

Gerelateerde bronnen

Was dit nuttig?

Hoe kunnen we dit verbeteren?
Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Hoofdmenu
10612156685423955109
true
Zoeken in het Helpcentrum
true
true
true
true
true
102259
false
false