Melding

G Suite heet nu Google Workspace: alles wat u nodig heeft voor uw werk.

[UA] Google Analytics-contentgroepen

Contentgroepen gebruiken in uw Tag Manager-configuraties
Opmerking: Dit artikel gaat over Universal Analytics (UA). Vanaf 1 juli 2023 verwerken standaard UA-property's geen gegevens meer (vanaf 1 juli 2024 voor UA 360-property's). Als u UA nog steeds gebruikt, moet u overschakelen naar Google Analytics 4 (GA4).

Met Google Analytics-contentgroepen beschikt u over de mogelijkheid content in uw Google Analytics-rapporten in logische structuren in te delen. In plaats van bijvoorbeeld gegevens voor uw e-commerce-site per afzonderlijke pagina te bekijken, kunt u gegevens bekijken voor Fietsen en kunt u extra subgroepen maken voor Racefietsen, Mountainbikes en Accessoires. U kunt Tag Manager configureren om Contentgroepgegevens naar Google Analytics te verzenden.

Contentgroepen op het hoogste niveau worden in Google Analytics gedefinieerd:

  1. Maak een contentgroep op het hoogste niveau. Ga in Google Analytics naar Beheerder en dan Weergave en dan Contentgroepen.
  2. Klik op + Nieuwe inhoudsgroep.
  3. Geef een naam op voor de contentgroep (bijv. Racefietsen en klik op Trackingcode inschakelen.
  4. Selecteer een indexnummer (1-5). Dit nummer wordt gekoppeld aan de naam die u heeft opgegeven. U gebruikt dit nummer wanneer u de tag maakt in Google Tag Manager.
  5. Klik op Gereed en Opslaan.

Ga vervolgens naar Tag Manager en voeg contentgroepen toe aan uw bestaande paginaweergavetag van Universal Analytics.

  1. Vouw Contentgroep uit onder Meer instellingen.
  2. Klik op de knop Contentgroep toevoegen om een nieuwe rij toe te voegen.
  3. Geef in het veld Index het indexnummer op van de contentgroep op het hoogste niveau die u eerder heeft geregistreerd.
  4. Onder Contentgroep geeft u een subgroepnaam op (bijvoorbeeld Mountainbikes of de naam van een variabele).

Als u een tekenreeks opgeeft in het veld Contentgroep (bijvoorbeeld Mountainbikes), moet u de tagtriggers aanpassen zodat de tag alleen wordt geactiveerd op de pagina's die behoren tot de contentgroep Mountainbikes. In dit geval stelt u voor elk van de contentgroepen een paginaweergavetag in.

Als u contentgroepen meet met een enkele tag, maakt u een lookup-tabelvariabele en geeft u de naam van deze variabele op in het veld Contentgroep.

In dit voorbeeld wordt voor de lookup-tabelvariabele de informatie in de URL als hulpmiddel gebruikt om items in contentgroepen te plaatsen:

  1. Navigeer naar Variabelen en dan Door de gebruiker gedefinieerde variabelen.
  2. Klik op Nieuw.
  3. Klik op Variabeleconfiguratie en selecteer Lookup-tabel.
  4. Stel de Invoervariabele in op {{url path}}.
  5. Voeg uw opzoekvoorwaarden toe: klik op + Rij toevoegen en voer invoer- en uitvoerwaarden in, bijvoorbeeld:
    Invoer Uitvoer
    /road Racefietsen
    /mtb Mountainbikes
    /helmets Accessoires
    /gloves Accessoires
  6. Klik op Variabele maken.

Deze variabele kan nu worden toegepast op een contentgroep in een enkele Universal Analytics-paginaweergavetag die op alle pagina's wordt geactiveerd. U kunt deze variabele als volgt toepassen op uw bestaande Google Analytics-paginaweergavetag.

  1. Open de tag om deze te bewerken en ga naar Meer instellingen en dan Contentgroepen.
  2. Geef de naam op van de lookup-tabelvariabele die u eerder heeft gemaakt in het veld Contentgroep:
Index Contentgroep
1 {{Content Group}}

Nadat de container is gepubliceerd, verschijnen Contentgroepgegevens in uw Google Analytics-rapporten.

Werk voor een preciezere controle van Tag Manager-variabelegegevens samen met een ontwikkelaar om een gegevenslaag te implementeren.

Was dit nuttig?

Hoe kunnen we dit verbeteren?

Meer hulp nodig?

Probeer de volgende stappen:

Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Google-apps
Hoofdmenu
16195575240306302435