[UA] E-commerce met Universal Analytics

Gebruik Tag Manager om e-commercetags voor Google Analytics te implementeren.

Opmerking: Dit artikel gaat over e-commerce met Universal Analytics. Google Analytics 4 is de toekomst van Google Analytics. We raden u aan e-commercegebeurtenissen voor GA4 te implementeren en te versturen, zodat u op de lange termijn gebruik kunt maken van alle Google Analytics-functies. Bekijk de documentatie voor ontwikkelaars voor meer informatie over de implementatie van e-commercemeting met Google Analytics 4. Als u wilt weten hoe u uw e-commerce-implementatie migreert van UA naar GA4, bekijkt u de nieuwe migratiehandleiding voor e-commerce via GA4.

Er zijn 2 hoofdmethoden voor de implementatie van e-commerce met Universal Analytics: standaard e-commerce en geoptimaliseerde e-commerce.

Met standaard e-commerce-rapporten kunt u transacties meten en aankoopactiviteit op uw site of in uw app analyseren. U kunt product- en transactiegegevens, de gemiddelde bestelwaarde, het e-commerce conversiepercentage, de tijd tot aankoop en andere gegevens bekijken.

Geoptimaliseerde e-commerce voegt extra functionaliteit toe aan standaard e-commercerapporten. Met Geoptimaliseerde e-commerce kunt u zien wanneer klanten artikelen aan hun winkelwagentje hebben toegevoegd, wanneer ze het betaalproces zijn begonnen en wanneer ze een aankoop hebben voltooid. U kunt Geoptimaliseerde e-commerce gebruiken om segmenten klanten te identificeren die uit de winkeltrechter vallen.

In deze instructies wordt beschreven hoe u Google Tag Manager gebruikt om e-commercetags van Universal Analytics te implementeren.

Standaard e-commerce

Een standaard Universal Analytics-tag voor e-commerce instellen:

Log in op uw Google Analytics-account en zet e-commerce aan voor de gewenste weergave.
Maak een Universal Analytics-tag en stel het Trackingtype in op Transactie.
Configureer uw tag door de verplichte velden in te vullen.
Voeg het object dataLayer() toe aan de transactiepagina om de vereiste variabelen te verzamelen en door te geven. Zorg ervoor dat de variabelen voor dataLayer() in de code worden ingevuld voordat de tag wordt geactiveerd.
Maak een trigger om de tag op de bevestigingspagina van de transactie te activeren.

Alle transactiegegevens moeten worden doorgegeven via de gegevenslaag, met de hieronder vermelde variabelenamen:

Transactiegegevens

Naam van variabele	Beschrijving	Type
transactionId (vereist)	Unieke transactie-ID	tekenreeks
transactionAffiliation (optioneel)	Partner of winkel	tekenreeks
transactionTotal (vereist)	Totale waarde van de transactie	getal
transactionShipping (optioneel)	Verzendkosten voor de transactie	getal
transactionTax (optioneel)	Btw-bedrag voor de transactie	getal
transactionProducts (optioneel)	Lijst met artikelen die zijn gekocht in de transactie	matrix van productobjecten

Productgegevens

Naam van variabele	Beschrijving	Type
name (vereist)	Productnaam	tekenreeks
sku (vereist)	Product-SKU	tekenreeks
category (optioneel)	Productcategorie	tekenreeks
price (vereist)	Eenheidsprijs	getal
quantity (vereist)	Aantal items	getal

Plaats deze code boven het Tag Manager-containerfragment, zodat de gegevenslaag klaar is als Tag Manager de Google Analytics-tag activeert.

Als het om een of andere reden niet lukt de e-commercegegevens boven het Tag Manager-containerfragment te plaatsen, kunt u een van deze oplossingen gebruiken:

Laat de tag activeren op basis van een aangepaste gebeurtenis lager op de pagina (bijv. door de gegevens en de gebeurtenispush te combineren, zoals wordt beschreven in de ontwikkelaarsdocumentatie.)
Stel het triggertype in op DOM gereed”.

Meer informatie over e-commerce met Google Analytics.

Geoptimaliseerde e-commerce

Er zijn 2 methoden die worden gebruikt om geoptimaliseerde e-commerce te implementeren met Tag Manager:

Gegevenslaag: de voorkeursmethode; push e-commercegegevens naar de gegevenslaag vanuit uw code.
Aangepaste JavaScript-variabele: maak een aangepaste JavaScript-variabele in Tag Manager. Deze variabele moet ervoor zorgen dat een object wordt opgevraagd met de gegevens die u anders naar de gegevenslaag zou pushen.

Voor beide methoden moet u eerst bekend zijn met geoptimaliseerde e-commerce in Google Analytics voordat u Tag Manager gebruikt om geoptimaliseerde e-commercetags te implementeren. Mogelijk moet u voor de implementatie van uw gegevenslaag de hulp van een ontwikkelaar inschakelen.

Belangrijk: Er zijn verschillende specifieke soorten informatie beschikbaar om mee te werken in implementaties van Geoptimaliseerde e-commerce. In de ontwikkelaarsdocumentatie vindt u een volledige lijst met ondersteunde gegevenstypen.

Implementatie van gegevenslagen

Voeg in uw code de e-commerce-informatie toe aan een gegevenslaagobject met de naam ecommerce. Raadpleeg de ontwikkelaarsdocumentatie van Tag Manager voor meer informatie over de implementatie van een gegevenslaag.
Maak in Tag Manager een Universal Analytics-tag met deze aanvullende instellingen:
- Stel het Trackingtype in op Paginaweergave of Gebeurtenis.
- Zet in de variabele voor Google Analytics-instellingen onder Meer instellingen E-commerce de optie Geoptimaliseerde e-commercefuncties inschakelen op Waar.
- Selecteer Gegevenslaag gebruiken.

Implementatie van een aangepaste JavaScript-variabele

Maak een aangepaste JavaScript-variabele. Deze variabele moet een object retourneren dat het e-commerceobject bevat.
Gebruik in deze variabele dezelfde syntaxis die wordt gebruikt om deze gegevens naar de gegevenslaag te pushen.
Maak in Tag Manager een Universal Analytics-tag met deze aanvullende instellingen:
- Stel het Trackingtype in op Paginaweergave of Gebeurtenis.
- Zet in de variabele voor Google Analytics-instellingen onder Meer instellingen Advertenties de optie Geoptimaliseerde e-commercefuncties inschakelen op Waar.
- Selecteer Gegevenslaag gebruiken.

Gerelateerde bronnen

Was dit nuttig?

Hoe kunnen we dit verbeteren?