Lijndiagrammen zijn handig als u wilt weten hoe uw gegevens veranderen of fluctueren in de loop van de tijd of in vergelijking met een niet op tijd gebaseerde dimensie. In een lijndiagram kunt u gegevensreeksen tonen als lijndiagram, staafdiagram of combinatiediagram met zowel lijnen als staven.
In een lijndiagram kunt u 1 dimensie tonen met maximaal 5 statistieken of 2 dimensies met 1 statistiek.
In dit artikel vindt u informatie over het volgende:Lijndiagrammen in Looker Studio
Lijndiagrammen en tijdreeksen lijken uiterlijk op elkaar, maar hebben deze verschillen:
-
In een lijndiagram kunt u elk type dimensie als X-as gebruiken. In tijdreeksen kunt u alleen de dimensie
Datum
ofDatum en tijd
als X-as gebruiken. - Als u een lijndiagram maakt op basis van de dimensie
Datum
ofDatum en tijd
, zitten er gaten in de X-as als voor bepaalde velden gegevens ontbreken voor de geselecteerde periode. Ter vergelijking: een tijdreeks biedt een doorlopende X-as van datums en biedt opties voor hoe u wilt omgaan met ontbrekende gegevens. - U kunt het aantal gegevenspunten beperken dat in het lijndiagram wordt getoond. In tijdreeksen worden alle gegevens voor de aangegeven periode getoond.
- In lijndiagrammen kunt u geen trendlijnen tonen. In tijdreeksen kan dat wel.
Voorbeelden van lijndiagrammen
U lanceert een reeks mobiele apps en wilt de statistieken Downloads
en Activiteit
7 dagen
visualiseren voor de verschillende productversies. Uw gegevens kunnen er zo uitzien:
Product | Dagen sinds lancering | Downloads | Activiteit 7 dagen |
---|---|---|---|
MijnApp 2.0 | 1 | 1000 | 0 |
MijnApp 2.0 | 2 | 1330 | 0 |
MijnApp 2.0 | 3 | 1800 | 0 |
MijnApp 2.0 | 4 | 3600 | 0 |
MijnApp 2.0 | 5 | 3501 | 0 |
MijnApp 2.0 | 6 | 3700 | 898 |
MijnApp 2.0 | 7 | 3333 | 1194 |
MijnApp 2.1 | 8 | 3000 | 1381 |
MijnApp 2.1 | 9 | 3200 | 1515 |
Hieronder staat een illustratie van een gegevensbron die is gebaseerd op deze gegevens:
De volgende lijndiagrammen tonen 2 manieren waarop u deze gegevens kunt visualiseren. Beide diagrammen gebruiken de primaire dimensie Dagen sinds lancering
voor de X-as. Het diagram links toont de statistiek Downloads
, onderverdeeld volgens de dimensie Product
. Het diagram rechts toont zowel de statistiek Downloads
als de statistiek Activiteit 7 dagen
. De diagramvariant rechts kan tot wel 5 statistieken plotten.
Het diagram instellen
Voeg een nieuw diagram toe of selecteer een bestaand diagram. Gebruik daarna aan de rechterkant het deelvenster Eigenschappen om de eigenschappen van het tabblad Instellen en Stijl van het diagram in te stellen.
De diagramgegevens instellen
De opties op het tabblad Instellen van het deelvenster Eigenschappen bepalen hoe de gegevens van het diagram worden ingedeeld en getoond.
Gegevensbron
Een gegevensbron is de koppeling tussen de component en de onderliggende dataset.
- Als u de gegevensbron van het diagram wilt wijzigen, klikt u op de naam van de huidige gegevensbron.
- Klik op
om de gegevensbron te tonen of te bewerken. (U moet minstens weergaverechten hebben om dit icoon te zien te krijgen.)
- Klik op +GEGEVENS MENGEN voor gegevens uit meerdere gegevensbronnen in hetzelfde diagram. Meer informatie over gegevens mengen.
Dimensie
Dimensies zijn gegevenscategorieën. Dimensiewaarden (de gegevens die in de dimensie zijn opgenomen) zijn namen, beschrijvingen of andere kenmerken van een categorie.
Er is minimaal 1 dimensie vereist. De 1e dimensie die u invoert, dient als de primaire gegevensreeks in het diagram. Als u een specifieke uitsplitsingsdimensie toepast, wordt het diagram beperkt tot één statistiek.
Details
Deze optie wordt getoond voor diagrammen die deze ondersteunen.
Details bieden kijkers een manier om aanvullende detailniveaus in een diagram te zien. Als u de optie Details aanzet, wordt elke dimensie die u toevoegt een extra detailniveau. Meer informatie over details van diagrammen.
Specificatiedimensie
Met deze optie worden de statistische gegevens uitgesplitst op basis van de geselecteerde dimensie. U kunt een diagram dat de jaarlijkse verkoopgegevens toont bijvoorbeeld uitsplitsen naar verkoop per regio met de dimensie Verkoopregio of naar verkoop per verkoopmedewerker met de dimensie Werknemers-ID.
Periodedimensie
Deze optie wordt getoond als uw gegevensbron een geldige datumdimensie bevat.
Let op: Deze optie wordt niet getoond voor Google Ads- of Google Analytics-gegevensbronnen, omdat die automatisch een dimensie van het type Datum uit de gegevensbron selecteren.
Met de dimensie Periode kunt u de periode voor een diagram begrenzen. Deze dimensie wordt bijvoorbeeld gebruikt als u een periode-eigenschap instelt voor het diagram of als een rapportkijker een periodekiezer gebruikt om de periode te beperken.
Statistiek
Statistieken meten de items die in dimensies zijn opgenomen en leveren de numerieke schaal en gegevensreeksen voor het diagram.
Statistieken zijn aggregaties uit de onderliggende dataset of zijn het resultaat van de impliciete of expliciete toepassing van een aggregatiefunctie, zoals COUNT()
, SUM()
of AVG()
. De statistiek zelf heeft geen gedefinieerde set waarden, dus u kunt er niet op groeperen zoals bij een dimensie.
Er is minimaal 1 statistiek nodig. Voor diagrammen met 1 dimensie kunt u maximaal 20 statistieken hebben. Voor grafieken met 2 dimensies kunt u 1 statistiek hebben.
De standaard sorteermethode instellen
De opties Sorteren en Secundair sorteren in het instellingsvenster van het diagram bepalen het standaard sorteergedrag. U kunt elke statistiek in de gegevensbron van het diagram en elke dimensie die in het diagram staat, selecteren als primair of secundair sorteercriterium.
Standaardperiode
Met de eigenschap Standaardperiode kunt u een tijdsbestek instellen voor een afzonderlijk diagram.
Opties voor de standaardperiode
Automatisch | Gebruikt de standaardperiode, die door de gegevensbron van het diagram wordt bepaald. |
Aangepast | Hiermee kunt u de agendawidget gebruiken om een aangepaste periode te kiezen voor het diagram. |
Type datumvergelijking | Geeft vergelijkingsgegevens weer voor de geselecteerde periode. |
Filter
Met filters kunt u de gegevens in de component beperken door de waarden die u invoert op te nemen of uit te sluiten. Meer informatie over de filtereigenschap.
Filteropties
Filternaam | Klik op een bestaand filter om het te bewerken. Plaats de muisaanwijzer op de filternaam en klik op X om het filter te verwijderen. |
+Een filter toevoegen | Klik op deze optie om een nieuw filter voor het diagram te maken. |
Google Analytics-segment
Deze optie wordt getoond voor diagrammen die gebaseerd zijn op een Universal Analytics-gegevensbron.
Een segment is een subset van uw gegevens in Google Analytics. U kunt segmenten toepassen op uw Looker Studio-diagrammen om ervoor te zorgen dat in uw Looker Studio- en Google Analytics-rapporten dezelfde gegevens worden getoond. Meer informatie over Analytics-segmenten in Looker Studio.
Diagraminteracties
Als de optie Cross-filteren aanstaat voor een diagram, werkt dat diagram als filteroptie. U kunt het rapport filteren door de cursor over het diagram te verplaatsen. Meer informatie over cross-filteren.
Met de optie Zoomen kunt u inzoomen op een diagram en het diagram meedraaien om alle aanwezige gegevens te bekijken. Meer informatie over zoomen en meedraaien in cartesische diagrammen.
De opties op het tabblad Stijl bepalen de algehele presentatie en het uiterlijk van het diagram.
Kleuren op
In dit gedeelte bepaalt u hoe u uw gegevens kleurt. Meer informatie over hoe u kleuren voor uw gegevens kiest.
Deze opties worden getoond als uw diagram een secundaire dimensie (uitsplitsing) bevat.
Eén kleur |
Als deze optie is geselecteerd, worden de gegevensreeksen in diverse tinten van één kleur getoond. Anders gebruikt het diagram meerdere kleuren, op basis van uw rapportthema.
U kunt specifieke kleuren instellen met de kleurkiezer van elke gegevensreeks. |
Reeksvolgorde |
Gebruik het huidige thema om de gegevens te kleuren op basis van de positie in het diagram. Deze optie benadrukt vooral de positie van de gegevens in plaats van de identiteit van de gegevens. U kunt specifieke kleuren instellen met de kleurkiezer van elke gegevensreeks. |
Dimensiewaarden |
Met deze optie wordt elke dimensiewaarde in het diagram gekleurd met de kleur die is aangegeven in de kleurenkaart van dimensiewaarden. Deze optie zorgt ervoor dat het kleurgebruik voor uw gegevens consequent is, ongeacht de positie van die gegevens in het diagram. |
Randkleur voor staaf
Met deze optie kunt u de kleur van de omtrek van de staven in het diagram wijzigen. Op het tabblad Indeling van het menu Thema's kunt u ook een randkleur voor alle staafdiagrammen in uw rapport aangeven.
Reeksen
Dit gedeelte is hetzelfde voor elke statistiek die in het diagram wordt getoond. De volgorde van de gedeelten komt overeen met de volgorde van de statistieken die worden vermeld op het tabblad GEGEVENS.
Lijn of Staven | Geeft de gegevenspunten voor deze reeks op een lijn of als staven weer. |
Lijndikte | Hiermee wordt de dikte van de reekslijn bepaald. |
Lijnstijl | Hiermee bepaalt u de stijl en het uiterlijk van de reekslijn. |
Kleur van reeks | Hiermee stelt u de kleur in van de lijn of staven van een reeks. |
Cumulatief | Als deze optie is geselecteerd, worden de gegevens voor deze reeks over een bepaalde periode bij elkaar opgeteld. Zo niet, dan worden de gegevens niet als totaal van de afzonderlijke waarden getoond. |
Punten tonen | Geeft de afzonderlijke gegevenspunten van een lijnreeks weer. Kijkers kunnen de cursor op een gegevenspunt plaatsen om de waarde ervan te tonen. |
Gegevenslabels tonen | Hiermee worden afzonderlijke waarden getoond voor de gegevenspunten in de reeks. |
Getrapte lijnen | Hiermee wordt een lijn met een reeks stappen tussen gegevenspunten getoond in plaats van een vloeiende lijn die de gegevenspunten met elkaar verbindt. |
Compacte getallen | Zet Gegevenslabels tonen aan om deze optie te zien: Hiermee worden getallen afgerond en wordt de eenheid getoond. Voorbeeld: 553.939 wordt 553,9K. |
Decimale nauwkeurigheid | Zet Gegevenslabels tonen aan om deze optie te zien: Stelt het aantal decimalen in statistiekwaarden in. |
Algemeen
Vloeiend | Geeft lijnen in reeksen weer als curven. |
Gestapelde staven | Geeft balken weer als gestapelde staven. |
Aantal punten | Bepaalt het aantal gegevenselementen dat op de X-as van het diagram wordt getoond. Als het aantal geselecteerde punten kleiner is dan het aantal waarden in de dimensie voor de X-as, worden alleen de top N punten getoond (waarbij N gelijk is aan het aantal punten dat u heeft geselecteerd). |
Aantal reeksen | Bepaalt het aantal secundaire dimensiereeksen dat in het diagram wordt getoond. Als het aantal geselecteerde reeksen kleiner is dan het aantal reeksen in uw gegevens, worden alleen de top N reeksen getoond (waarbij N gelijk is aan het aantal reeksen dat u heeft geselecteerd). De resterende reeksen worden gegroepeerd in de categorie (overig). |
Referentielijnen
Voeg een referentielijn of referentiebereik toe aan uw diagram met de optie Een referentielijn toevoegen of Een referentiebereik toevoegen.
Ga naar de pagina Referentielijnen en referentiebereiken toevoegen aan diagrammen voor meer informatie hierover.
Gegevenslabel
In dit gedeelte bepaalt u de weergave van gegevenslabels voor staven. Zet Gegevenslabels tonen aan om deze opties te bekijken.
Type label voor staaf |
Deze optie is alleen beschikbaar voor gestapelde staven. In het dropdownmenu Type staaflabel staan de volgende opties:
|
Compacte getallen | Hiermee worden getallen afgerond en wordt de eenheid getoond. Voorbeeld: 553.939 wordt 553,9K. |
Decimale nauwkeurigheid | Hiermee stelt u het aantal decimalen in dat in statistiekwaarden wordt getoond. |
Positie van label voor staaf | Hiermee stelt u de positie van labels in ten opzichte van de staaf of kolom. |
Diagramspatiëring
Met deze optie kunt u de afstand tussen staven in een diagram aanpassen.
Voor gestapelde staafdiagrammen gebruikt u de schuifregelaar Breedte van groepsbalk om een aangepaste staafbreedte op te geven tussen 0% en 100%.
Voor niet-gestapelde meerdere staafdiagrammen gebruikt u de schuifregelaar Breedte van balk om een aangepaste breedte aan te geven voor elke afzonderlijke staaf. Gebruik de schuifregelaar Breedte van groepsbalk om voor elk staafdiagram een aangepaste staafbreedte aan te geven.
Zoomen
Nadat u de optie Zoomen op het tabblad Instellen van het deelvenster Eigenschappen heeft aangezet voor een diagram, kunt u een van de volgende opties selecteren:
- Klik en sleep om te zoomen: Zoom door te klikken en te slepen om het deel van de visualisatie te selecteren dat u wilt vergroten.
- Scroll om te zoomen: Zoom door met uw muis te scrollen.
Assen
Deze opties bepalen de weergave van de titel en schaal van de assen. Het gedeelte voor de rechter Y-as wordt getoond als het diagram meer dan één statistiek heeft.
As-opties
Assen tonen | Hiermee toont of verbergt u de assen van het diagram. |
Richting van Y-as omkeren | Hiermee bepaalt u de verticale weergave van de Y-as. |
Richting van X-as omkeren | Hiermee bepaalt u de horizontale weergave van de X-as. |
Beide assen uitlijnen op 0 | Zorgt dat zowel linker- als rechterassen beginnen bij 0. Beschikbaar voor cartesische lijn-, staaf- en combinatiediagrammen met linker en rechter Y-assen. |
Linker Y-as
Deze opties bepalen de weergave van de linker Y-as van het diagram. Het gedeelte voor de rechter Y-as wordt getoond als het diagram meer dan één statistiek heeft.
As-opties
Titel van as tonen | Hiermee toont of verbergt u de labels van de as. | |
Min. en max. van as | Hiermee stelt u de minimum- en maximumwaarden voor de as in. | |
Aangepaste interval van maatstreepjes | Hiermee bepaalt u het interval tussen maatstreepjes in een as. | |
Logaritmische schaal | Hiermee stelt u de schaal voor de as in op logaritmisch. |
X-as
Met deze opties bepaalt u de weergave van de X-as van het diagram.
As-opties
Titel van as tonen | Hiermee toont of verbergt u de labels van de as. |
Raster
Met deze opties bepaalt u het uiterlijk van het diagramraster.
Askleur | Hiermee stelt u de kleur van de aslijn(en) in. | |
Rasterkleur | Hiermee stelt u de kleur in van de rasterlijnen. | |
Lettertypefamilie | Hiermee stelt u het lettertype van de rasterlijntekst in. | |
Lettergrootte van as | Hiermee stelt u de lettergrootte van de rasterlijntekst in. | |
Lettergrootte van label | Hiermee stelt u de lettergrootte van de labeltekst van de rasterlijn in. | |
Diagramachtergrond | Hiermee stelt u de kleur in van de diagramachtergrond. | |
Randkleur van diagram | Hiermee stelt u de kleur in van de binnenrand van het diagram. |
Achtergrond en rand
Met deze opties bepaalt u het uiterlijk van de achtergrond van de diagramcontainer.
Achtergrond | Hiermee stelt u de achtergrondkleur in van het diagram. |
Straal voor rand | Hiermee voegt u afgeronde hoeken toe aan de diagramachtergrond. Wanneer de straal 0 is, heeft de achtergrondvorm hoeken van 90°. Een rand met een straal van 100° levert een cirkelvorm op. |
Ondoorzichtigheid | Hiermee stelt u de ondoorzichtigheid in van het diagram. Met 100% ondoorzichtigheid worden objecten helemaal verborgen achter het diagram. 0% ondoorzichtigheid maakt het diagram onzichtbaar. |
Randkleur | Hiermee stelt u de randkleur in van het diagram. |
Randdikte | Hiermee stelt u de lijndikte in voor de rand van het diagram. |
Randstijl | Hiermee stelt u de lijnstijl in voor de rand van het diagram. |
Randschaduw toevoegen | Hiermee voegt u een schaduw toe aan de onderste en rechterrand van het diagram. |
Legenda
Deze opties bepalen de plaatsing van de diagramlegenda.
Tekstkleur van legenda | Hiermee stelt u de kleur van het legendalettertype in. |
Tekengrootte | Hiermee stelt u de grootte van het legendalettertype in. |
Lettertypefamilie | Hiermee stelt u het lettertype van de legenda in. |
Geen |
Er wordt geen legenda getoond. |
Rechts | De legenda wordt rechts getoond. |
Onderkant | De legenda wordt onderaan getoond. |
Bovenkant | De legenda wordt bovenaan getoond. |
Uitlijning | Hiermee wordt de legenda uitgelijnd op een positie die relatief is aan de geselecteerde positie. |
Maximumaantal regels | Hiermee stelt u het aantal regels van de legenda in. Als er voor het aantal reeksen meer regels nodig zijn, kunt u items die overlopen tonen door op de pijlen < en > te klikken. Houd er rekening mee dat deze instelling alleen van toepassing is als de legenda is ingesteld op Boven. Deze instelling heeft geen effect als de legenda is ingesteld op Rechts of Onder. |
Diagramkop
Met de diagramkop kunnen kijkers verschillende acties uitvoeren in het diagram, zoals de gegevens exporteren, het diagram minder of meer gedetailleerd tonen of het diagram sorteren. De opties voor diagramkoppen zijn:
Tonen bij plaatsen cursor (standaard) | Er verschijnen 3 verticale stippen als u de cursor op de diagramkop plaatst. Klik hierop om de koptekstopties te openen. |
Altijd tonen | De koptekstopties worden altijd getoond. |
Niet tonen | De koptekstopties worden nooit getoond. Houd er rekening mee dat rapportkijkers de opties altijd kunnen openen door met de rechtermuisknop op het diagram te klikken. |
Kleur | Stelt de kleur in van de opties voor de diagramkop. |