Gebruik staafdiagrammen om verschillende informatiecategorieën te vergelijken. Elke categorie wordt aangeduid met een staaf. De lengte van elke staaf (of de hoogte van elke kolom) vertegenwoordigt de waarde van die categorie. Hoe langer de staaf, hoe hoger de waarde.
In dit artikel vindt u informatie over het volgende:Staafdiagrammen in Looker Studio
Met staafdiagrammen kunt u uw gegevens op 2 manieren visualiseren:
- 1 dimensie met meerdere statistieken. Met deze methode kunt u één informatiecategorie analyseren aan de hand van maximaal 20 statistieken.
- 2 dimensies met 1 statistiek. Met deze methode kunt u een uitsplitsingsdimensie toepassen op de primaire dimensie en die uitsplitsing meten met één statistiek.
Andere typen staafdiagrammen
U kunt kiezen uit de volgende vooraf ingestelde diagramtypen als u een diagram toevoegt via de werkbalk.
Gestapeld staafdiagram
100% gestapeld staafdiagram
Kolomdiagram
Toon de gegevens met verticale kolommen, met de uitsplitsingsdimensies naast elkaar.
Gestapeld kolomdiagram
100% gestapeld kolomdiagram
Voorbeeld van een kolomdiagram
De kolomdiagrammen hieronder zijn 2 verschillende weergaven van webverkeersgegevens van Google Analytics. De basisdimensie voor beide diagrammen is Medium. Het diagram aan de linkerkant toont verschillende statistieken voor het medium (Sessies, Gebruikers en Uitstappunten) in gestapelde kolommen. In het diagram aan de rechterkant wordt een 2e dimensie gebruikt, ISO-code van land, om elk medium uit te splitsen naar het land van herkomst. In plaats van gestapelde kolommen bevat dit diagram gegroepeerde kolommen. Elke kolom is een gegevensreeks die overeenkomt met een van de landen. Tweedimensionale diagrammen kunnen maar één statistiek plotten (in dit voorbeeld is dat opnieuw Sessies).
Het diagram instellen
Voeg een nieuw diagram toe of selecteer een bestaand diagram. Gebruik daarna aan de rechterkant het deelvenster Eigenschappen om de eigenschappen van het tabblad Instellen en Stijl van het diagram in te stellen.
De opties op het tabblad Instellen van het deelvenster Eigenschappen bepalen hoe de gegevens van het diagram worden ingedeeld en getoond.
Gegevensbron
Een gegevensbron is de koppeling tussen de component en de onderliggende dataset.
- Als u de gegevensbron van het diagram wilt wijzigen, klikt u op de naam van de huidige gegevensbron.
- Klik op om de gegevensbron te tonen of te bewerken. (U moet minstens weergaverechten hebben om dit icoon te zien te krijgen.)
- Klik op +GEGEVENS MENGEN voor gegevens uit meerdere gegevensbronnen in hetzelfde diagram. Meer informatie over gegevens mengen.
Periodedimensie
Deze optie wordt getoond als uw gegevensbron een geldige datumdimensie bevat.
Let op: Deze optie wordt niet getoond voor Google Ads- of Google Analytics-gegevensbronnen, omdat die automatisch een dimensie van het type Datum uit de gegevensbron selecteren.
Met de dimensie Periode kunt u de periode voor een diagram begrenzen. Deze dimensie wordt bijvoorbeeld gebruikt als u een periode-eigenschap instelt voor het diagram of als een rapportkijker een periodekiezer gebruikt om de periode te beperken.
Dimensie
Dimensies zijn gegevenscategorieën. Dimensiewaarden (de gegevens die in de dimensie zijn opgenomen) zijn namen, beschrijvingen of andere kenmerken van een categorie.
Er is minimaal één dimensie vereist. De 1e dimensie die u invoert, dient als de primaire gegevensreeks in het diagram. Als u een specifieke uitsplitsingsdimensie toepast, wordt het diagram beperkt tot één statistiek.
Details
Deze optie wordt getoond voor diagrammen die deze ondersteunen.
Details bieden kijkers een manier om aanvullende detailniveaus in een diagram te zien. Als u de optie Details aanzet, wordt elke dimensie die u toevoegt een extra detailniveau. Meer informatie over details van diagrammen.
Specificatiedimensie
Met deze optie worden de statistische gegevens uitgesplitst op basis van de geselecteerde dimensie. U kunt een diagram dat de jaarlijkse verkoopgegevens toont bijvoorbeeld uitsplitsen naar verkoop per regio met de dimensie Verkoopregio of naar verkoop per verkoopmedewerker met de dimensie Werknemers-ID.
Statistiek
Statistieken meten de items die in dimensies zijn opgenomen en leveren de numerieke schaal en gegevensreeksen voor het diagram.
Statistieken zijn aggregaties uit de onderliggende dataset of zijn het resultaat van de impliciete of expliciete toepassing van een aggregatiefunctie, zoals COUNT()
, SUM()
of AVG()
. De statistiek zelf heeft geen gedefinieerde set waarden, dus u kunt er niet op groeperen zoals bij een dimensie.
Er is minimaal 1 statistiek vereist. Voor diagrammen met 1 dimensie kunt u maximaal 20 statistieken hebben. Voor diagrammen met 2 dimensies kunt u 1 statistiek gebruiken.
Optionele statistieken
U kunt optionele statistieken toevoegen door de schakelaar Optionele statistieken te selecteren en een keuze te maken in de veldkiezer Statistiek toevoegen. U kunt statistieken uit de lijst met velden in het deelvenster Gegevens ook naar de kiezer Optionele statistieken slepen.
Schuifregelaars voor statistieken
Zet de schakelaar Schuifregelaars voor statistieken aan om een schuifregelaar voor statistieken toe te voegen aan het boxplot-diagram.
De standaard sorteermethode instellen
De opties Sorteren en Secundair sorteren in het instellingsvenster van het diagram bepalen het standaard sorteergedrag. U kunt elke statistiek in de gegevensbron van het diagram en elke dimensie die in het diagram staat, selecteren als primair of secundair sorteercriterium.
Standaardperiode
Met de eigenschap Standaardperiode kunt u een tijdsbestek instellen voor een afzonderlijk diagram.
Opties voor de standaardperiode
Automatisch | Gebruikt de standaardperiode, die door de gegevensbron van het diagram wordt bepaald. |
Aangepast | Hiermee kunt u de agendawidget gebruiken om een aangepaste periode te kiezen voor het diagram. |
Type datumvergelijking | Geeft vergelijkingsgegevens weer voor de geselecteerde periode. |
Filter
Met filters kunt u de gegevens in de component beperken door de waarden die u invoert op te nemen of uit te sluiten. Meer informatie over de filtereigenschap.
Filteropties
Filternaam | Klik op een bestaand filter om het te bewerken. Plaats de muisaanwijzer op de filternaam en klik op X om het filter te verwijderen. |
+Een filter toevoegen | Klik op deze optie om een nieuw filter voor het diagram te maken. |
Google Analytics-segment
Deze optie wordt getoond voor diagrammen die gebaseerd zijn op een Universal Analytics-gegevensbron.
Een segment is een subset van uw gegevens in Google Analytics. U kunt segmenten toepassen op uw Looker Studio-diagrammen om ervoor te zorgen dat in uw Looker Studio- en Google Analytics-rapporten dezelfde gegevens worden getoond. Meer informatie over Analytics-segmenten in Looker Studio.
Diagraminteracties
Als de optie Cross-filteren aanstaat voor een diagram, werkt dat diagram als filteroptie. U kunt het rapport filteren door de cursor over het diagram te verplaatsen. Meer informatie over cross-filteren.
Met de optie Zoomen kunt u inzoomen op een diagram en het diagram meedraaien om alle aanwezige gegevens te bekijken. Meer informatie over zoomen en meedraaien in cartesische diagrammen.
De opties op het tabblad Stijl bepalen de algehele presentatie en het uiterlijk van het diagram.
Titel
Als u het selectievakje Titel tonen aanvinkt, kunt u een titel toevoegen en de weergave en plaatsing ervan in het diagram aanpassen.
Titelopties
Titel | Biedt een tekstveld waarin rapportbewerkers een aangepaste titel voor het diagram kunnen invoeren. |
Lettertype van titel |
Stelt het lettertype in voor de titeltekst. |
Lettergrootte van titel | Stelt de lettergrootte in voor de titeltekst. |
Opties voor lettertypestijl | Past vetgedrukte, cursieve of onderstreepte stijl toe op de titeltekst. |
Lettertypekleur van titel | Stelt de lettertypekleur in voor de titeltekst. |
Links | Lijnt de diagramtitel uit aan de linkerkant van het diagram. |
Centreren |
Lijnt de diagramtitel uit aan de rechterkant van het diagram. |
Rechts | Centreert de diagramtitel boven of onder het diagram. |
Bovenkant | Plaatst de diagramtitel bovenaan het diagram. |
Onderkant | Plaatst de diagramtitel onderaan het diagram. |
Staafdiagram
Dit gedeelte bepaalt de algemene weergave en indeling van uw diagram. Deze opties gelden voor zowel staaf- als kolomdiagrammen.
Verticaal | Toont de gegevensreeks als verticale staven. |
Horizontaal |
Toont de gegevensreeks als horizontale staven. |
|
Bepaalt het aantal staven, of reeksen, dat in het diagram wordt getoond. Als het aantal geselecteerde reeksen kleiner is dan het aantal reeksen in uw gegevens, wordt alleen het aangegeven aantal reeksen getoond. Vink het selectievakje Andere groeperen aan om de resultaten die buiten de aangegeven limiet voor Staven vallen, te aggregeren in één balk met het label Anders. Als u Andere groeperen selecteert, kunt u de top N resultaten vergelijken met de context van de overige resultaten. Als Andere groeperen niet is aangevinkt, toont het diagram misschien niet alle gegevens, afhankelijk van de configuratie van het diagram.
|
Reeksen |
Bepaalt het aantal reeksen met een uitsplitsingsdimensie dat in het diagram wordt getoond. Deze instelling is beschikbaar als u een waarde voor Uitsplitsingsdimensie heeft ingesteld. Selecteer in het dropdownmenu het aantal reeksen om te tonen. De getoonde reeksen zijn gebaseerd op de specificaties voor Secundair sorteren. Vink het selectievakje Andere groeperen aan om de resultaten die buiten de aangegeven limiet voor Reeksen vallen, te aggregeren in een balk of kolom met het label Anders. Met dit selectievakje kunt u andere reeksen vergelijken met de context van de overige resultaten. Als Andere groeperen niet is aangevinkt, toont het diagram misschien niet alle gegevens, afhankelijk van de configuratie van het diagram.
|
Gestapelde staven | Als deze optie is geselecteerd, bestaat het diagram uit gestapelde staven of kolommen. Anders worden er gegroepeerde staven of kolommen getoond. |
100% stapelen | Als deze optie is geselecteerd, geven gestapelde diagrammen de bijdrage van elke gegevensreeks aan tot 100% van de totale waarde. |
Kaart Totaal tonen | Toont de totale waarde van de statistieken voor een geselecteerde gestapelde staaf. Plaats de cursor op de balk om de kaart weer te geven. |
Gegevenslabels tonen | Als u deze optie selecteert, geeft het diagram de waarde voor elke reeks weer. Ook wordt dan het gedeelte Gegevenslabel geopend. Hier kunt u bepalen hoe de labels in het diagram worden getoond. |
Gegevenslabel
In dit gedeelte bepaalt u de weergave van gegevenslabels voor staven. Als u deze opties wilt zien, vinkt u het selectievakje Gegevenslabels tonen aan.
Type label voor staaf |
Deze optie is alleen beschikbaar voor gestapelde staafdiagrammen en 100% gestapelde staafdiagrammen. Het dropdownmenu Type label voor staaf bevat de volgende opties:
|
|
Gegevenslabel tonen als | Hiermee stelt u in of labels worden getoond als cijfers of percentages. Deze optie is alleen beschikbaar voor 100% gestapelde staafdiagrammen. | |
Compacte getallen |
Hiermee worden getallen afgerond en wordt de eenheid getoond. Voorbeeld: 553.939 wordt 553,9K. Deze optie is alleen beschikbaar als Gegevenslabel tonen als is ingesteld op Cijfer.
|
|
Decimale nauwkeurigheid |
Hiermee stelt u het aantal decimalen in dat in statistiekwaarden wordt getoond. Deze optie is alleen beschikbaar als Gegevenslabel tonen als is ingesteld op Cijfer. Als Gegevenslabel tonen als is ingesteld op Percentage, is de decimale nauwkeurigheid altijd 2. |
|
Lettergrootte voor labels | Stelt de lettergrootte in voor de labeltekst. | |
Tekstkleur voor labels |
Stelt de lettertypekleur in voor de labeltekst. Deze optie is alleen beschikbaar als de optie Positie van label voor staaf is ingesteld op Links (voor staafdiagrammen) of op Onder (voor kolomdiagrammen).
|
|
Lettertypefamilie voor labels | Stelt het lettertype in voor de labeltekst. | |
Opties voor lettertypestijl | Past vet of cursief toe op de labeltekst. | |
Positie van label voor staaf | Hiermee stelt u de positie van labels in ten opzichte van de staaf of kolom. | |
Achtergrond van labels |
Stelt een achtergrondkleur in voor de labeltekst. Deze optie is alleen beschikbaar als de optie Positie van label voor staaf is ingesteld op Rechts (voor staafdiagrammen) of op Boven (voor kolomdiagrammen).
|
|
Ondoorzichtigheid van labels |
Voor labels met een aangepaste achtergrondkleur past deze instelling de ondoorzichtigheid van de achtergrond voor de labeltekst aan. Met een ondoorzichtigheid van 100% wordt de achtergrond effen, en met een ondoorzichtigheid van 0% wordt de achtergrond helemaal transparant. |
|
Radius van rand van labels | Voor labels met een aangepaste achtergrondkleur voegt deze instelling afgeronde randen toe aan de diagramachtergrond. Kies een waarde van 0px (hoeken van 90°) tot 20px (maximale afronding). |
Kleuren op
In dit gedeelte bepaalt u hoe u uw gegevens kleurt. Meer informatie over hoe u kleuren voor uw gegevens kiest.
Deze opties worden getoond als uw diagram een secundaire dimensie (uitsplitsing) bevat.
Eén kleur |
Als deze optie is geselecteerd, worden de gegevensreeksen in diverse tinten van één kleur getoond. Anders gebruikt het diagram meerdere kleuren, op basis van uw rapportthema.
U kunt specifieke kleuren instellen met de kleurkiezer van elke gegevensreeks. |
Reeksvolgorde |
Gebruik het huidige thema om de gegevens te kleuren op basis van de positie in het diagram. Deze optie benadrukt vooral de positie van de gegevens in plaats van de identiteit van de gegevens. U kunt specifieke kleuren instellen met de kleurkiezer van elke gegevensreeks. |
Dimensiewaarden |
Met deze optie wordt elke dimensiewaarde in het diagram gekleurd met de kleur die is aangegeven in de kleurenkaart van dimensiewaarden. Deze optie zorgt ervoor dat het kleurgebruik voor uw gegevens consequent is, ongeacht de positie van die gegevens in het diagram. |
Randkleur voor staaf
Met deze optie kunt u de kleur van de omtrek van de staven in het diagram wijzigen. Op het tabblad Indeling van het menu Thema's kunt u ook een randkleur voor alle staafdiagrammen in uw rapport aangeven.
Referentielijnen
Voeg een referentielijn of referentiebereik toe aan uw diagram met de optie Een referentielijn toevoegen of Een referentiebereik toevoegen.
Ga naar de pagina Referentielijnen en referentiebereiken toevoegen aan diagrammen voor meer informatie hierover.
Referentielijnen zijn niet beschikbaar voor 100% gestapelde staafdiagrammen en 100% gestapelde kolomdiagrammen.
Zoomen
Nadat u de optie Zoomen op het tabblad Instellen van het deelvenster Eigenschappen heeft aangezet voor een diagram, kunt u een van de volgende opties selecteren:
- Klik en sleep om te zoomen: Zoom door te klikken en te slepen om het deel van de visualisatie te selecteren dat u wilt vergroten.
- Scroll om te zoomen: Zoom door met uw muis te scrollen.
Assen
Deze opties bepalen de weergave van de titel en schaal van de assen. Het gedeelte voor de rechter Y-as wordt getoond als het diagram meer dan één statistiek heeft.
As-opties
Assen tonen | Hiermee toont of verbergt u de assen van het diagram. |
Richting van Y-as omkeren | Hiermee bepaalt u de verticale weergave van de Y-as. |
Richting van X-as omkeren | Hiermee bepaalt u de horizontale weergave van de X-as. |
Beide assen uitlijnen op 0 |
Zorgt dat zowel linker- als rechterassen beginnen bij 0. Beschikbaar voor cartesische lijn-, staaf- en combinatiediagrammen met linker en rechter Y-assen. |
Diagramspatiëring
Met deze optie kunt u de afstand tussen staven in een diagram aanpassen.
Voor gestapelde staafdiagrammen gebruikt u de schuifregelaar Breedte van groepsbalk om een aangepaste staafbreedte op te geven tussen 0% en 100%.
Voor niet-gestapelde meerdere staafdiagrammen gebruikt u de schuifregelaar Breedte van balk om een aangepaste breedte aan te geven voor elke afzonderlijke staaf. Gebruik de schuifregelaar Breedte van groepsbalk om voor elk staafdiagram een aangepaste staafbreedte aan te geven.
Linker Y-as
Deze opties bepalen de weergave van de linker Y-as van het diagram. Het gedeelte voor de rechter Y-as wordt getoond als het diagram meer dan één statistiek heeft.
As-opties
Titel van as tonen | Hiermee toont of verbergt u de labels van de as. | |
Min. en max. van as | Hiermee stelt u de minimum- en maximumwaarden voor de as in. | |
Aangepaste interval van maatstreepjes | Hiermee bepaalt u het interval tussen maatstreepjes in een as. | |
Logaritmische schaal | Hiermee stelt u de schaal voor de as in op logaritmisch. |
X-as
Met deze opties bepaalt u de weergave van de X-as van het diagram.
As-opties
Titel van as tonen | Hiermee toont of verbergt u de labels van de as. |
Raster
Met deze opties bepaalt u het uiterlijk van het diagramraster.
Askleur | Hiermee stelt u de kleur van de aslijn(en) in. | |
Rasterkleur | Hiermee stelt u de kleur in van de rasterlijnen. | |
Lettertypefamilie | Hiermee stelt u het lettertype van de rasterlijntekst in. | |
Lettergrootte van as | Hiermee stelt u de lettergrootte van de rasterlijntekst in. | |
Diagramachtergrond | Hiermee stelt u de kleur in van de diagramachtergrond. | |
Randkleur van diagram | Hiermee stelt u de kleur in van de binnenrand van het diagram. |
Legenda
Deze opties bepalen de plaatsing van de diagramlegenda.
Tekstkleur van legenda | Hiermee stelt u de kleur van het legendalettertype in. |
Tekengrootte | Hiermee stelt u de grootte van het legendalettertype in. |
Lettertypefamilie | Hiermee stelt u het lettertype van de legenda in. |
Geen |
Er wordt geen legenda getoond. |
Rechts | De legenda wordt rechts getoond. |
Onderkant | De legenda wordt onderaan getoond. |
Bovenkant | De legenda wordt bovenaan getoond. |
Uitlijning | Hiermee wordt de legenda uitgelijnd op een positie die relatief is aan de geselecteerde positie. |
Maximumaantal regels | Hiermee stelt u het aantal regels van de legenda in. Als er voor het aantal reeksen meer regels nodig zijn, kunt u items die overlopen tonen door op de pijlen < en > te klikken. Houd er rekening mee dat deze instelling alleen van toepassing is als de legenda is ingesteld op Boven. Deze instelling heeft geen effect als de legenda is ingesteld op Rechts of Onder. |
Achtergrond en rand
Met deze opties bepaalt u het uiterlijk van de achtergrond van de diagramcontainer.
Achtergrond | Hiermee stelt u de achtergrondkleur in van het diagram. |
Straal voor rand | Hiermee voegt u afgeronde hoeken toe aan de diagramachtergrond. Wanneer de straal 0 is, heeft de achtergrondvorm hoeken van 90°. Een rand met een straal van 100° levert een cirkelvorm op. |
Ondoorzichtigheid | Hiermee stelt u de ondoorzichtigheid in van het diagram. Met 100% ondoorzichtigheid worden objecten helemaal verborgen achter het diagram. 0% ondoorzichtigheid maakt het diagram onzichtbaar. |
Randkleur | Hiermee stelt u de randkleur in van het diagram. |
Randdikte | Hiermee stelt u de lijndikte in voor de rand van het diagram. |
Randstijl | Hiermee stelt u de lijnstijl in voor de rand van het diagram. |
Randschaduw toevoegen | Hiermee voegt u een schaduw toe aan de onderste en rechterrand van het diagram. |
Diagramkop
Met de diagramkop kunnen kijkers verschillende acties uitvoeren in het diagram, zoals de gegevens exporteren, het diagram minder of meer gedetailleerd tonen of het diagram sorteren. De opties voor diagramkoppen zijn:
Tonen bij plaatsen cursor (standaard) | Er verschijnen 3 verticale stippen als u de cursor op de diagramkop plaatst. Klik hierop om de koptekstopties te openen. |
Altijd tonen | De koptekstopties worden altijd getoond. |
Niet tonen | De koptekstopties worden nooit getoond. Houd er rekening mee dat rapportkijkers de opties altijd kunnen openen door met de rechtermuisknop op het diagram te klikken. |
Kleur | Stelt de kleur in van de opties voor de diagramkop. |