Manipulatie van gegevens ter ondersteuning van uw bedrijfsdoelen wordt gegevensmodellering genoemd.
In Looker Studio hebben de velden in een gegevensbron bepaalde eigenschappen, zoals naam, gegevenstype en aggregatie. Deze eigenschappen worden geleverd door de connector die zijn gebruikt toen de gegevensbron werd gemaakt.
In dit artikel beschrijven we de eigenschappen van deze gegevensbronvelden en hoe u ze kunt aanpassen om te zorgen dat de gegevens in uw rapporten worden getoond zoals u dat wilt.
Voordat u begint, moet u bekend zijn met deze onderwerpen:Typen velden
Een gegevensbron kan de volgende veldtypen bevatten:
- Dimensies beschrijven of categoriseren uw gegevens. Dimensies bevatten niet-geaggregeerde gegevens. Dimensies worden weergegeven als groene velden in de gegevensbroneditor en in het deelvenster Eigenschappen in een rapport.
Als u dimensies toevoegt aan een diagram, worden de gegevens gegroepeerd op die dimensies. Campagnenaam, Product-ID en Land zijn allemaal voorbeelden van dimensies die u kunt gebruiken om de informatie in een diagram te groeperen. Houd er rekening mee dat elk type gegevens een dimensie kan zijn, ook een kolom met niet-geaggregeerde getallen.
Meer informatie over dimensies - Statistieken meten uw dimensies. Statistieken bevatten geaggregeerde gegevens. Statistieken worden getoond als blauwe velden in de gegevensbroneditor en het deelvenster Eigenschappen in een rapport.
Een statistiek is het resultaat van de toepassing van een aggregatie op een set waarden. Die aggregatie kan afkomstig zijn van de onderliggende dataset of het resultaat zijn van de impliciete of expliciete toepassing van een aggregatiefunctie, zoalsCOUNT(),SUM()ofAVG().
Meer informatie over statistieken - Berekende velden zijn velden die u maakt door functies, operatoren en/of vertakkingslogica op uw gegevens toe te passen. Afhankelijk van de uitvoer van de formule wordt een berekend veld getoond als statistiek of dimensie.
Meer informatie over berekende velden - Parameters slaan door de gebruiker gedefinieerde gegevens op. U kunt parameters gebruiken om uw rapporten en gegevensbronnen aan te passen of te personaliseren op basis van de gebruikersinvoer of variabelen die in de onderliggende dataset zijn bepaald, zoals een aangepaste BigQuery-queryparameter.
Meer informatie over parameters
Veldeigenschappen
Alle velden hebben de volgende property's die worden weergegeven op de gegevensbronpagina van een dataset. Deze property's worden afgeleid van de onderliggende dataset en worden in de volgende subgedeelten vermeld.
Veld
In de kolom Veld staan de namen van de velden in een dataset. U vindt de naam in elk diagram waarin een veld wordt gebruikt. Als de naam te lang is om helemaal te tonen, plaatst u de cursor op de naam totdat de hele naam verschijnt.
Als u de naam van een veld wilt wijzigen, klikt u op de veldnaam en voert u een nieuwe naam in.
Type
De kolom Type toont het gegevenstype van een veld. Het gegevenstype laat Looker Studio weten wat de mogelijke gegevens zijn bij de verwerking van het veld. Het gegevenstype bepaalt hoe de gegevens in uw rapporten worden weergegeven en ook welke bewerkingen ervoor zijn toegestaan en welke niet. U kunt bijvoorbeeld geen rekenkundige functie toepassen op een tekstveld of een getalveld gebruiken als de periodedimensie in een rapport.
Gebruik het dropdownmenu om het gegevenstype van een veld te wijzigen.
Meer informatie over gegevenstypen
Standaardaggregatie
Aggregatie is de methode die wordt gebruikt om de gegevens van een veld samen te vatten. U kunt de standaard aggregatiemethode van een veld bekijken in de kolom Standaardaggregatie van de gegevensbron. De standaardaggregatie wordt toegepast als u een veld als statistiek in een diagram gebruikt. Als u een veld als dimensie gebruikt, groepeert u in plaats daarvan een diagram op dat veld. Rapportbewerkers kunnen dit op diagramniveau wijzigen.
Er zijn 3 mogelijke standaardaggregaties, afhankelijk van waar de gegevens vandaan komen en hoe ze zijn gedefinieerd in de onderliggende dataset:
- Geen. Dit is de standaardaggregatie voor alle dimensies die niet-numerieke gegevens bevatten. Velden met de aggregatie Geen worden in Looker Studio beschouwd als dimensies.
AANTAL(Naam van klant) retourneert bijvoorbeeld het aantal niet-unieke klanten in uw gegevens. U kunt wiskundige functies niet toepassen op niet-numerieke dimensies: SUM(Naam van klant) retourneert een fout.- Totaal. Dit is de standaardaggregatie voor alle dimensies die niet-geaggregeerde, numerieke gegevens bevatten. Over het algemeen geldt dit voor getalkolommen in tabellen met datasets, zoals Google Spreadsheets, csv-bestanden en BigQuery-tabellen. Velden met de aggregatie Totaal kunnen worden gebruikt als dimensies of als statistieken in Looker Studio.
- Automatisch. Dit is de standaardaggregatie voor alle statistieken die afkomstig zijn uit de dataset, de connector of een berekend veld. Automatisch betekent dat de aggregatiemethode van het veld vastligt en niet kan worden gewijzigd. Automatische velden zijn altijd statistieken in Looker Studio.
Meer informatie over aggregatie
Beschrijving
Sommige gegevensbronnen bieden annotaties, zoals de onderliggende veldnaam of een beschrijving van het veld. In de kolom Beschrijving worden deze beschrijvingen weergegeven. U kunt een beschrijving bewerken of toevoegen door op het tekstvak in de kolom Beschrijving te klikken. Voor Looker- en Search Ads 360-koppelingen wordt de beschrijving automatisch ingevuld op basis van de gegevensbron.
U kunt beschrijvingen weergeven in tabeldiagrammen door de stijloptie Veldbeschrijvingen tonen aan te zetten. Veldbeschrijvingen tonen wordt automatisch aangezet voor diagrammen die zijn gekoppeld aan een Looker - of Search Ads 360-gegevensbron.
Berekende velden, type en aggregatie
Met berekende velden kunt u nieuwe velden maken die zijn afgeleid van uw gegevens. Berekende velden worden in de lijst met velden weergegeven met een fx-symbool.
De formule die u gebruikt om het veld te maken, bepaalt het gegevenstype en of het resultaat een niet-geaggregeerde dimensie of een geaggregeerde statistiek wordt. Een formule die CONCAT() gebruikt om een URL te maken op basis van productcodes, maakt bijvoorbeeld een dimensie van het type URL met de aggregatie Geen.
Als u een veld wilt maken dat een winstmarge weergeeft, kunt u de formule SUM(Winst) / SUM(Verkoop) gebruiken. Het veld dat wordt gemaakt, is van het type Getal met een aggregatie Automatisch.
Meer informatie over berekende velden
Dimensies en statistieken in rapporten
Als u een gegevensbron aan een rapport toevoegt, kan iedereen die het rapport kan bewerken, diagrammen maken en bedieningselementen instellen met behulp van de gegevensbronvelden.
Dimensies en statistieken in diagrammen
Dimensies van groepsgegevens, waarbij elke dimensie in een diagram meer informatie verschaft. Statistieken in diagrammen zijn altijd geaggregeerde getallen: het aggregatieniveau is afhankelijk van de aanwezige dimensies, indien van toepassing.
Meer informatie over hoe u velden kunt toevoegen, vervangen of verwijderen
Bijvoorbeeld een tabel met de dimensie Land en één statistiek groepeert die statistiek per land. Een toevoeging van de dimensie Plaats biedt een verdere verdeling, eerst op land en daarna op plaats.
Diagrammen zonder dimensies, zoals de scorekaart of een tabel waarin alle dimensies zijn verwijderd, geven de niet-gegroepeerde waarde van een statistiek weer.
Het standaardtype en de aggregatie in diagrammen overschrijven
U kunt standaard velddefinities op diagramniveau wijzigen op de manieren die in de volgende subgedeelten worden beschreven.
Een dimensie gebruiken als statistiek
- Als u een niet-numeriek dimensieveld als waarde gebruikt, wordt de aggregatiemethode 'Aantal unieke waarden' op die gegevens toegepast.
- Als u een numeriek dimensieveld als statistiek gebruikt, wordt de standaardaggregatie toegepast die in de gegevensbron is opgegeven. Is er geen standaardaggregatie opgegeven? Dan wordt de aggregatie Totaal toegepast.
Het veld handmatig bewerken
Klik in het eigenschappenvenster op het bewerkingsicoon van een veld om de definitie van dat veld te wijzigen. U kunt het gegevenstype en de aggregatiemethode wijzigen (voor niet-automatisch geaggregeerde velden) en vergelijkende en actieve berekeningen toepassen.
Als u wilt voorkomen dat rapportbewerkers deze standaardinstellingen wijzigen, bewerkt u de gegevensbron en zet u Bewerken van rapportvelden uit. Meer informatie over hoe u velden bewerkt