Met de trechtervisualisatie kunnen rapportmakers visualiseren hoe een statistiek verandert door gebeurtenissen in een opeenvolgend proces. Een trechterdiagram kan bijvoorbeeld de fasen van potentiële klanten in een verkooppijplijn, de betrokkenheid bij een marketingcampagne of de beweging van bezoekers op een website effectief visualiseren.
Trechterdiagrammen zijn vaak het effectiefst als de eerste fase van het proces het grootst is (bijvoorbeeld 100%) en elke volgende fase afneemt. Trechterdiagrammen tonen de waarde van elke categorie door de breedte van elke staaf te variëren. Grotere waarden hebben bredere staven en kleinere waarden hebben dunnere staven.
In dit artikel vindt u informatie over het volgende:- Vereisten
- Wat u moet weten
- Voorbeelden van trechterdiagrammen
- Het diagram instellen
- Gerelateerde bronnen
Vereisten
Voor trechterdiagrammen zijn de volgende velden vereist op het tabblad Instellen van het deelvenster Eigenschappen:
- Dimensie: Een dimensie waarvan de waarden de labels voor elke stap of gebeurtenis in het trechterdiagram bieden, zodat u het verschil tussen elke gebeurtenis kunt zien.
- Statistiek: Een statistiek die de gebeurtenissen in de dimensie meet en de breedte en plaatsing van elke gebeurtenis in het trechterdiagram bepaalt.
- Sorteerveld: Een veld dat als basis dient om de gebeurtenissen in het trechterdiagram te sorteren.
Wat u moet weten
Aandachtspunten voor trechterdiagrammen in Looker Studio:
- Rapportmakers kunnen trechterdiagrammen sorteren op de ingestelde statistiek, in oplopende of aflopende volgorde. Zo kunnen rapportmakers op verschillende manieren tonen hoe de statistiek verandert. Als u ervoor kiest te sorteren op iets anders dan de statistiek (een ingestelde dimensie of een dimensielabel), kan het trechterdiagram in alfabetische volgorde worden gesorteerd in plaats van op numerieke waarden.
- Gegevenslabels worden automatisch binnen of buiten de staven getoond (afhankelijk van of de tekst in de breedte van de staaf past), zelfs als de stijloptie Positie van label voor staaf is ingesteld op Binnen.
-
Plaats de cursor op een staaf in een trechterdiagram voor een tooltip met meer informatie over de waarde van een staaf.
Voorbeelden van trechterdiagrammen
U kunt trechterdiagrammen zo instellen dat ze gegevens op verschillende manieren tonen. Dit gedeelte bevat voorbeelden voor de volgende opties voor trechterstijlen:
Deze opties voor trechterstijlen vindt u op het tabblad Stijl van het deelvenster Eigenschappen van het diagram.
Vloeiende balk
Met de optie voor vloeiende balken worden de gegevens van het trechterdiagram getoond als staven met vloeiende randen die met elkaar zijn verbonden. De breedte van elke staaf varieert afhankelijk van de waarde. Grotere waarden hebben bredere balken en kleinere waarden hebben dunnere balken. Afgeronde trechters eindigen niet per se op een punt.
Een trechterdiagram visualiseert bijvoorbeeld de dimensie Websitegebeurtenissen en de statistiek Aantal gebeurtenissen om bij te houden hoeveel websitekijkers aankopen doen. Een trechterdiagram met vloeiende balken toont de volgende gebeurtenisnamen, gesorteerd op de statistiek Aantal gebeurtenissen in aflopende volgorde, en het % van de vorigegegevenslabel:
- Product bekijken (100%)
- Toevoegen aan winkelwagentje (63,45%)
- Aankoop (44,77%)
- Registreren voor account (13%)
- Bestelling annuleren (0,53%)
De bovenkant van elke balk heeft dezelfde breedte als de kleinste breedte van de vorige balk, zodat gebruikers snel kunnen vergelijken hoe de waarden van elke gebeurteniscategorie overeenkomen.
Getrapte balk
Met de optie voor getrapte balken worden gegevens van trechterdiagrammen getoond als getrapte balken, waarbij de breedte van elke balk varieert afhankelijk van de waarde. Grotere waarden hebben bredere balken en kleinere waarden hebben dunnere balken.
Een trechterdiagram visualiseert bijvoorbeeld de dimensie Websitegebeurtenissen en de statistiek Aantal gebeurtenissen om bij te houden hoeveel websitekijkers aankopen doen. Een trechterdiagram met getrapte balken toont de volgende gebeurtenisnamen, gesorteerd op de statistiek Aantal gebeurtenissen in aflopende volgorde, en het % van de vorigegegevenslabel:
- Product bekijken (100%)
- Toevoegen aan winkelwagentje (63,45%)
- Aankoop (44,77%)
- Registreren voor account (13%)
- Bestelling annuleren (0,53%)
De balk voor elke gebeurteniscategorie wordt duidelijk getoond ten opzichte van de voorgaande staven, wat een beter beeld geeft van de gegevens in het trechterdiagram.
Omgekeerde driehoek
Met de optie Omgekeerde driehoek worden gegevens van het trechterdiagram getoond in een meer uniforme driehoekige vorm met een punt onderaan. De breedte en volgorde van elke waarde in de driehoek varieert afhankelijk van de waarde. Gebeurtenissen met hogere statistiekwaarden worden getoond in bredere gedeelten, bij of dichter bij de basis van de driehoek.
Een trechterdiagram visualiseert bijvoorbeeld de dimensie Websitegebeurtenissen en de statistiek Aantal gebeurtenissen om bij te houden hoeveel websitekijkers aankopen doen. Een trechterdiagram met een omgekeerde driehoek toont de volgende gebeurtenisnamen, gesorteerd op de statistiek Aantal gebeurtenissen in aflopende volgorde, en het % van de vorigegegevenslabel:
- Product bekijken (100%)
- Toevoegen aan winkelwagentje (63,45%)
- Aankoop (44,77%)
- Registreren voor account (13%)
- Bestelling annuleren (0,53%)
De trechtergegevens worden gepresenteerd in een gestroomlijndere en uniforme vorm, zodat gebruikers snel de gebeurteniscategorieën met het hoogste en laagste aantal gebeurtenissen kunnen bepalen.
Het diagram instellen
Voeg een nieuw diagram toe of selecteer een bestaand diagram. Gebruik daarna het deelvenster Eigenschappen om de eigenschappen van het tabblad Instellen en Stijl van het diagram in te stellen.
De diagramgegevens instellen
Gegevensbron
Een gegevensbron is de koppeling tussen de component en de onderliggende dataset.
- Als u de gegevensbron van het diagram wilt wijzigen, klikt u op de naam van de huidige gegevensbron.
- Als u de gegevensbron wilt bekijken of bewerken, selecteert u het potloodje
voor Gegevensbron bewerken. (Dit icoon wordt alleen getoond als u minstens
weergaverechten heeft.) - Klik op +GEGEVENS MENGEN voor gegevens uit meerdere gegevensbronnen in hetzelfde diagram. Meer informatie over gegevens mengen
Periodedimensie
Deze optie wordt getoond als uw gegevensbron een geldige datumdimensie bevat.
Deze optie wordt niet getoond voor Google Ads- of Google Analytics-gegevensbronnen, omdat die automatisch een dimensie van het type datum uit de gegevensbron selecteren.
Met de dimensie Periode kunt u de periode voor een diagram begrenzen. Voorbeeld: Periode is de dimensie die wordt gebruikt als u een periode-eigenschap instelt voor het diagram of als een rapportkijker een periodekiezer gebruikt om de periode te beperken.
Dit veld is optioneel voor trechterdiagrammen.
Dimensie
Dimensies zijn gegevenscategorieën. Dimensiewaarden (de gegevens die in de dimensie zijn opgenomen) zijn namen, beschrijvingen of andere kenmerken van een categorie.
De dimensie levert de labels voor de balken in het trechterdiagram.
Statistiek
Statistieken meten de items die in dimensies zijn opgenomen en leveren de numerieke schaal voor het diagram.
Statistieken zijn aggregaties uit de onderliggende dataset of zijn het resultaat van de impliciete of expliciete toepassing van een aggregatiefunctie, zoals COUNT(), SUM() of AVG(). De statistiek zelf heeft geen gedefinieerde set waarden, dus u kunt er niet op groeperen zoals bij een dimensie.
Meer informatie over aggregatie.
Sorteren
Met het veld Sorteren kunt u een dimensie kiezen waarmee u de staven in het trechterdiagram wilt sorteren in Oplopend of Aflopend.
Het veld dat is ingesteld als Statistiek, is standaard ook het veld Sorteren.
Als u ervoor kiest te sorteren op een ander veld dan de statistiek (bijvoorbeeld als u sorteert op een dimensie van het type tekenreeks), wordt het trechterdiagram misschien in alfabetische volgorde gesorteerd in plaats van op numerieke waarden.
Filter
Met filters kunt u de gegevens in de component beperken door de waarden die u invoert op te nemen of uit te sluiten. Meer informatie over de filtereigenschap
Filteropties
| Filternaam | Klik op een bestaand filter om het te bewerken. Plaats de muisaanwijzer op de filternaam en klik op X om het filter te verwijderen. |
| +Een filter toevoegen | Klik op deze optie om een nieuw filter voor het diagram te maken. |
Diagraminteracties
Met cross-filteren kunnen rapportkijkers met één diagram werken en de betreffende interactie als filter toepassen op andere diagrammen in het rapport. Als cross-filteren aanstaat voor een diagram, filtert u het rapport door op een of meer dimensiewaarden in het diagram te klikken. Meer informatie over cross-filteren
De stijl van het diagram aanpassen
De opties op het tabblad Stijl bepalen de algehele presentatie en het uiterlijk van het diagram.
Titel
Als u het selectievakje Titel tonen aanvinkt, kunt u een titel toevoegen en de weergave en plaatsing ervan in het diagram aanpassen.
Titelopties
| Titel | Biedt een tekstveld waarin rapportbewerkers een aangepaste titel voor het diagram kunnen invoeren. |
|
Lettertype van titel |
Stelt het lettertype in voor de titeltekst. |
| Lettergrootte van titel | Stelt de lettergrootte in voor de titeltekst. |
| Opties voor lettertypestijl | Past vetgedrukte, cursieve of onderstreepte stijl toe op de titeltekst. |
| Lettertypekleur van titel | Stelt de lettertypekleur in voor de titeltekst. |
| Links | Lijnt de diagramtitel uit aan de linkerkant van het diagram. |
| Midden |
Centreert de diagramtitel boven of onder het diagram. |
| Rechts | Lijnt de diagramtitel uit aan de rechterkant van het diagram. |
| Boven | Plaatst de diagramtitel bovenaan het diagram. |
| Onderkant | Plaatst de diagramtitel onderaan het diagram. |
Trechterdiagram
Met de instelling Trechtervorm in het gedeelte Trechterdiagram kunt u kiezen hoe u de gegevens van het trechterdiagram wilt tonen. De opties omvatten de volgende:
| Vloeiende balk | Toont gegevens van trechterdiagrammen als balken met vloeiende randen die met elkaar zijn verbonden. De breedte van elke staaf varieert afhankelijk van de waarde. Grotere waarden hebben bredere balken en kleinere waarden hebben dunnere balken. Trechters met vloeiende balken eindigen niet per se op een punt. Bekijk het voorbeeld van een vloeiende balk op deze pagina. |
| Getrapte balk | Toont trechterdiagramgegevens als getrapte balken, waarbij de breedte van elke balk varieert afhankelijk van de waarde. Grotere waarden hebben bredere balken en kleinere waarden hebben dunnere balken. Bekijk het voorbeeld van een getrapte balk op deze pagina. |
| Omgekeerde driehoek |
Toont gegevens van trechterdiagrammen in een uniformere vorm, waarbij de breedte en volgorde van elke waarde in de driehoek varieert afhankelijk van de waarde. Bekijk het voorbeeld van een omgekeerde driehoek op deze pagina. |
Ga naar het voorbeeldgedeelte op deze pagina voor meer informatie over hoe elke trechtervorm wordt getoond.
Gegevenslabels tonen
Als deze instelling aanstaat, worden de labels voor elke balk in het trechterdiagram getoond via Gegevenslabels tonen in het gedeelte Trechterdiagram. Vink het selectievakje aan of uit om de instelling Gegevenslabels tonen aan of uit te zetten.
Gegevenslabel
In dit gedeelte bepaalt u de weergave van gegevenslabels voor balken in trechterdiagrammen. Als u deze opties wilt bekijken, vinkt u het selectievakje Gegevenslabels tonen aan om de instelling aan te zetten.
| Gegevenslabels tonen als | Hiermee stelt u in hoe labels worden getoond. De opties zijn Nummer of Percentage. | |
| Percentagetype |
Als het gegevenslabeltype Percentage is geselecteerd, kunt u kiezen welk percentage u wilt tonen. De opties omvatten de volgende:
|
|
| Dimensie tonen | Als deze instelling aanstaat, toont de instelling Dimensie tonen in het gedeelte Gegevenslabel de dimensiewaarde voor elke staaf in het trechterdiagram. Klik op de schakelaar om de instelling Dimensie tonen aan of uit te zetten. | |
| Compacte getallen |
Hiermee worden nummers afgerond en wordt de eenheid getoond. Voorbeeld: 553.939 wordt 553,9K. Deze optie is alleen beschikbaar als Gegevenslabels tonen als is ingesteld op Getal. |
|
| Decimale nauwkeurigheid |
Hiermee stelt u het aantal decimalen in dat in statistiekwaarden wordt getoond. Deze optie is alleen beschikbaar als de instelling Gegevenslabels tonen als is ingesteld op Getal. Als de instelling Gegevenslabels tonen als is ingesteld op Percentage, is de decimale nauwkeurigheid altijd 2. |
|
| Lettergrootte voor labels | Stelt de lettergrootte in voor de labeltekst. | |
| Lettertypefamilie voor labels | Stelt het lettertype in voor de labeltekst. | |
| Opties voor lettertypestijl | Past vet of cursief toe op de labeltekst. | |
| Positie van label voor staaf |
Hiermee stelt u de positie van labels in ten opzichte van de staaf. De opties zijn Binnen of Buiten. Staaflabels worden automatisch binnen of buiten de balk getoond (afhankelijk van of de tekst in de breedte van de balk past), zelfs als de stijloptie Positie van label voor staaf is ingesteld op Binnen.
|
|
| Achtergrond van labels |
Stelt een achtergrondkleur in voor de labeltekst. |
|
Kleuren op
Met deze opties bepaalt u de kleuren van de tijdlijnvisualisatie:
| Eén kleur |
Als deze optie geselecteerd is, worden de gegevensreeksen in diverse tinten van één kleur getoond. Anders gebruikt het diagram meerdere kleuren, op basis van uw rapportthema.
|
| Staafvolgorde |
Gebruik het huidige thema om de gegevens te kleuren op basis van de positie in het diagram. Deze optie benadrukt vooral de positie van de gegevens in plaats van de identiteit van de gegevens. U kunt op elke kleurstaal klikken om een kleur te kiezen voor elke kleurstaalpositie. (De volgorde is: van de staal linksboven naar rechts.) |
| Dimensiewaarden |
Met deze optie wordt elke dimensiewaarde in het diagram gekleurd met de kleur die is toegewezen in het menu Kleurwaarden voor dimensies beheren. Deze optie zorgt ervoor dat het kleurgebruik voor uw gegevens consequent is, ongeacht de positie van die gegevens in het diagram.
|
Randkleur voor staaf
Met de optie Randkleur voor staaf in het gedeelte Kleuren op kunt u de kleur van de omtrek van de staven in het trechterdiagram wijzigen. Op het tabblad Indeling van het menu Thema's kunt u ook een randkleur voor alle staafdiagrammen in uw rapport aangeven.
Achtergrond en rand
Met de hieronder genoemde opties bepaalt u het uiterlijk van de achtergrond van de diagramcontainer.
| Achtergrond | Hiermee stelt u de achtergrondkleur in van het diagram. |
| Straal voor rand | Hiermee voegt u afgeronde hoeken toe aan de diagramachtergrond. Wanneer de straal 0 is, heeft de achtergrondvorm hoeken van 90°. Een rand met een straal van 100° levert een cirkelvorm op. |
| Ondoorzichtigheid | Hiermee stelt u de ondoorzichtigheid in van het diagram. Met 100% ondoorzichtigheid worden objecten helemaal verborgen achter het diagram. 0% ondoorzichtigheid maakt het diagram onzichtbaar. |
| Randkleur | Hiermee stelt u de randkleur in van het diagram. |
| Randdikte | Hiermee stelt u de lijndikte in voor de rand van het diagram. |
| Randstijl | Hiermee stelt u de lijnstijl in voor de rand van het diagram. |
| Randschaduw toevoegen | Hiermee voegt u een schaduw toe aan de onderste en rechterrand van het diagram. |
Diagramkop
Met de diagramkop kunnen kijkers verschillende acties uitvoeren in het diagram, zoals de gegevens exporteren, het diagram minder of meer gedetailleerd tonen of het diagram sorteren. De opties voor diagramkoppen zijn:
| Tonen bij plaatsen cursor (standaard) | Het menu Meer met 3 stippen verschijnt als gebruikers de cursor op de diagramkop plaatsen. Gebruikers kunnen in een diagram op het menu met 3 stippen Meer klikken om de kopopties te openen. |
| Altijd tonen | Het menu Meer met 3 stippen staat altijd in de diagramkop. |
| Niet tonen | De koptekstopties worden nooit getoond. Houd er rekening mee dat rapportkijkers de opties altijd kunnen openen door met de rechtermuisknop op het diagram te klikken. |
| Kleur koptekst | Stelt de kleur in van de opties voor de diagramkop. |
Gerelateerde bronnen