Melding

Dit artikel gaat over Looker Studio. Ga voor documentatie over Looker naar https://cloud.google.com/looker/docs/intro.

Informatie over kandelaardiagrammen

Uitleg over instelling van kandelaardiagrammen.

 Met kandelaardiagrammen kunt u bereiken in uw gegevens visualiseren, waaronder begin- en eindwaarden en de maximum- en minimumwaarden van elk bereik.

In dit artikel vindt u informatie over het volgende:

Kandelaardiagrammen in Looker Studio

Kandelaardiagrammen worden meestal gebruikt om financiële patronen in korte perioden weer te geven.

Het bodygedeelte van het diagram vertegenwoordigt de begin- en eindwaarden van een periode. De 'lont'-gedeelten van het diagram zijn de verticale lijnen die beginnen aan de boven- en onderkant van de body en eindigen in de maximum- en minimumwaarden in uw gegevens. Dit zijn de hoogste en laagste waarden gedurende een periode.

Als de eindwaarde lager is dan de beginwaarde, is de body gevuld.

Als de eindwaarde hoger is dan de beginwaarde, is de body leeg.

 Voorbeeld van een kandelaardiagram

Het volgende kandelaardiagram toont de begin-, eind-, maximum- en minimumwaarden van de maandelijkse aandelenkoerstrends voor januari, februari, maart, april en mei 2022.

De gevulde body's geven aan dat de eindwaarden voor januari, maart en april lager waren dan de beginwaarden. De lege body's geven aan dat de eindwaarden voor februari en mei hoger waren dan de beginwaarden.

 Een kandelaardiagram toont maandelijkse aandelentrends voor januari, februari, maart, april en mei 2022.

Plaats de cursor op de kolommen in een kandelaardiagram voor een tooltip met meer informatie over de gegevens.

Vereisten

Voor kandelaardiagrammen zijn 4 statistieken vereist:

  • Een maximumwaarde: deze wordt getoond als het hoogste punt van de bovenste lont van de kaars.
  • Een beginwaarde: deze wordt getoond als één rand van de body.
  • Een eindwaarde: deze wordt getoond als één rand van de body.
  • Een minimumwaarde: deze wordt getoond als het laagste punt van de onderste lont van de kaars.
De statistieken moeten worden gerangschikt in de volgorde maximumwaarde, beginwaarde, eindwaarde en minimumwaarde in het gedeelte Statistiek in het tabblad Instellen in het deelvenster Eigenschappen.

Het diagram instellen

Voeg een nieuw diagram toe of selecteer een bestaand diagram. Gebruik daarna aan de rechterkant het deelvenster Eigenschappen om de eigenschappen van het tabblad Instellen en Stijl van het diagram in te stellen.

De diagramgegevens instellen

 De opties op het tabblad Instellen bepalen hoe de gegevens van het diagram worden ingedeeld en getoond.

Gegevensbron

Een gegevensbron is de koppeling tussen de component en de onderliggende dataset. 

  • Als u de gegevensbron van het diagram wilt wijzigen, klikt u op de naam van de huidige gegevensbron.
  • Klik op Bewerken om de gegevensbron te tonen of te bewerken. (U moet minstens weergaverechten hebben om dit icoon te zien te krijgen.)
  • Klik op +GEGEVENS MENGEN voor gegevens uit meerdere gegevensbronnen in hetzelfde diagram. Meer informatie over gegevens mengen

Periodedimensie

Deze optie wordt getoond als uw gegevensbron een geldige datumdimensie bevat.

Let op: Deze optie wordt niet getoond voor Google Ads- of Google Analytics-gegevensbronnen, omdat die automatisch een dimensie van het type Datum uit de gegevensbron selecteren.

Met de dimensie Periode kunt u de periode voor een diagram begrenzen. Deze dimensie wordt bijvoorbeeld gebruikt als u een periode-eigenschap instelt voor het diagram of als een rapportkijker een periodekiezer gebruikt om de periode te beperken.

Dimensie

Dimensies zijn gegevenscategorieën. Dimensiewaarden (de gegevens die in de dimensie zijn opgenomen) zijn namen, beschrijvingen of andere kenmerken van een categorie.

Er is minimaal 1 dimensie vereist. De 1e dimensie die u invoert, dient als de primaire gegevensreeks in het diagram. Als u een specifieke uitsplitsingsdimensie toepast, wordt het diagram beperkt tot 1 statistiek.

Details

Selecteer de schakelaar Details om details voor het diagram aan te zetten en selecteer een detailveld in het dropdownmenu Standaard detailniveau.

Statistiek

Statistieken meten de items die in dimensies zijn opgenomen en leveren de numerieke schaal en gegevensreeksen voor het diagram.

Statistieken zijn aggregaties uit de onderliggende dataset of zijn het resultaat van de impliciete of expliciete toepassing van een aggregatiefunctie, zoals COUNT(), SUM() of AVG(). De statistiek zelf heeft geen gedefinieerde set waarden, dus u kunt er niet op groeperen zoals bij een dimensie.

Meer informatie over verzameling

Er zijn 4 statistieken vereist voor een kandelaardiagram. Ga naar het gedeelte Vereisten op deze pagina voor meer informatie.

Optionele statistieken

U kunt optionele statistieken toevoegen door de schakelaar Optionele statistieken te selecteren en dan statistieken in de veldkiezer Statistiek toevoegen te selecteren. U kunt ook statistieken uit de veldenlijst in het deelvenster Gegevens naar de kiezer Optionele statistieken slepen.

Schuifregelaars voor statistieken

Zet de schakelaar Schuifregelaars voor statistieken aan om een schuifregelaar voor statistieken aan uw kandelaardiagram toe te voegen.

Sorteren

Selecteer een veld waarmee de resultaten van uw kandelaardiagram worden gesorteerd. De standaard sorteervolgorde gaat uit van de 1e dimensie, tenzij anders aangegeven.

Selecteer de gewenste optie: Oplopend of Aflopend.

Standaardperiode

Met de eigenschap Standaardperiode kunt u een tijdsbestek instellen voor een afzonderlijk diagram.

Opties voor de standaardperiode

Automatisch Gebruikt de standaardperiode, die door de gegevensbron van het diagram wordt bepaald.
Aangepast Hiermee kunt u de agendawidget gebruiken om een aangepaste periode te kiezen voor het diagram.
Type datumvergelijking Geeft vergelijkingsgegevens weer voor de geselecteerde periode.

Meer informatie over werken met datums en tijd 

Filter

Met filters kunt u de gegevens in de component beperken door de waarden die u invoert op te nemen of uit te sluiten. Meer informatie over de filtereigenschap

Filteropties

Filternaam Klik op een bestaand filter om het te bewerken. Plaats de muisaanwijzer op de filternaam en klik op X om het filter te verwijderen.
+Een filter toevoegen Klik op deze optie om een nieuw filter voor het diagram te maken.

 

Diagraminteracties

In het gedeelte Diagraminteracties kunt u instellingen aanzetten waardoor gebruikers interactie kunnen hebben met diagrammen. De instellingen omvatten het volgende:

  • Cross-filteren: Hiermee kunt u met één diagram werken en de betreffende interactie als filter toepassen op andere diagrammen in het rapport. Als cross-filteren aanstaat voor een diagram, filtert u het rapport door met het diagram te werken. Daar zijn meerdere manieren voor:
    • Klikken op een of meer dimensiewaarden in het diagram.
    • De muis over een tijdreeks, lijndiagram of vlakdiagram slepen of 'vegen'.
  • Sortering wijzigen: Hiermee kunt u wijzigen hoe gegevens in het diagram worden gesorteerd.
  • Zoomen: Hiermee kunt u zoomen en schuiven om gedeelten van gegevens in het diagram te bekijken.

Google Analytics-segment

Deze optie wordt getoond voor diagrammen die gebaseerd zijn op een Universal Analytics-gegevensbron.

Een segment is een subset van uw gegevens in Google Analytics. U kunt segmenten toepassen op uw Looker Studio-diagrammen om ervoor te zorgen dat in uw Looker Studio- en Google Analytics-rapporten dezelfde gegevens worden getoond. Meer informatie over Analytics-segmenten in Looker Studio

De stijl van het diagram aanpassen

De opties op het tabblad Stijl bepalen de totale presentatie en het uiterlijk van het diagram.

Reeks

Dit gedeelte is hetzelfde voor elke statistiek die in het diagram wordt getoond. De volgorde van de gedeelten komt overeen met de volgorde van de statistieken op het tabblad GEGEVENS.

Lijndikte: selecteer het icoon Lijndikte om de randdikte van het vakgedeelte van het diagram te bepalen.

Reekskleur: selecteer het icoon Reekskleur om de opvul- en randkleur voor de body- en lontgedeelten van het kandelaardiagram te bepalen.

Referentielijnen

Voeg een referentielijn of referentiebereik toe aan uw diagram met de optie Een referentielijn toevoegen of Een referentiebereik toevoegen.

Op de pagina Referentielijnen en referentiebereiken toevoegen aan diagrammen vindt u hierover meer informatie.

Aantal punten

Met deze optie beperkt u het aantal gegevenspunten dat in het kandelaardiagram wordt getoond. Voer een getal in het tekstvak in om het aantal getoonde gegevenspunten te beperken.

Als u bijvoorbeeld 3 invoert, verschijnen er maar 3 vakken in een diagram.

Assen

Deze opties bepalen de weergave van de titel en schaal van de assen. Het gedeelte voor de rechter Y-as wordt getoond als het diagram meer dan één statistiek heeft.

As-opties

Assen tonen Hiermee toont of verbergt u de assen van het diagram.
Richting van Y-as omkeren Hiermee bepaalt u de verticale weergave van de Y-as.
Richting van X-as omkeren Hiermee bepaalt u de horizontale weergave van de X-as.
Beide assen uitlijnen op 0 Zorgt dat zowel linker- als rechterassen beginnen bij 0. Beschikbaar voor cartesische lijn-, staaf- en combinatiediagrammen met linker en rechter Y-assen.

Linker Y-as

Deze opties bepalen de weergave van de linker Y-as van het diagram. Het gedeelte voor de rechter Y-as wordt getoond als het diagram meer dan één statistiek heeft.

As-opties

Titel van as tonen Hiermee toont of verbergt u de labels van de as.
Min. en max. van as Hiermee stelt u de minimum- en maximumwaarden voor de as in.
Aangepaste interval van maatstreepjes Hiermee bepaalt u het interval tussen maatstreepjes in een as.
Logaritmische schaal Hiermee stelt u de schaal voor de as in op logaritmisch.

X-as

Met deze opties bepaalt u de weergave van de X-as van het diagram.

As-opties

Titel van as tonen Hiermee toont of verbergt u de labels van de as.

Raster

Met deze opties bepaalt u het uiterlijk van het diagramraster.

Askleur Hiermee stelt u de kleur van de aslijn(en) in.
Rasterkleur Hiermee stelt u de kleur in van de rasterlijnen.
Lettertypefamilie Hiermee stelt u het lettertype van de rasterlijntekst in.
Lettergrootte van as Hiermee stelt u de lettergrootte van de rasterlijntekst in.
Lettergrootte van label Hiermee stelt u de lettergrootte van de labeltekst van de rasterlijn in.
Diagramachtergrond Hiermee stelt u de kleur in van de diagramachtergrond.
Randkleur van diagram Hiermee stelt u de kleur in van de binnenrand van het diagram.

Legenda

Deze opties bepalen de plaatsing van de diagramlegenda.

Tekstkleur van legenda Hiermee stelt u de kleur van het legendalettertype in.
Tekengrootte Hiermee stelt u de grootte van het legendalettertype in.
Lettertypefamilie Hiermee stelt u het lettertype van de legenda in.
Geen

Er wordt geen legenda weergegeven.

Rechts De legenda wordt rechts weergegeven.
Onderkant De legenda wordt onderaan weergegeven.
Bovenkant De legenda staat bovenaan.
Uitlijning Hiermee wordt de legenda uitgelijnd op een positie die relatief is aan de geselecteerde positie.
Maximumaantal regels

Hiermee stelt u het aantal regels van de legenda in. Als er voor het aantal reeksen meer regels nodig zijn, kunt u items die overlopen tonen door op de pijlen < en > te klikken.

Houd er rekening mee dat deze instelling alleen van toepassing is als de legenda is ingesteld op Boven. Deze instelling heeft geen effect als de legenda is ingesteld op Rechts of Onder.

Achtergrond en rand

Met deze opties bepaalt u het uiterlijk van de achtergrond van de diagramcontainer.

Achtergrond Hiermee stelt u de achtergrondkleur in van het diagram.
Straal voor rand Hiermee voegt u afgeronde hoeken toe aan de diagramachtergrond. Als de straal 0 is, heeft de achtergrondvorm hoeken van 90°. Een rand met een straal van 100° levert een cirkelvorm op.
Ondoorzichtigheid Hiermee stelt u de ondoorzichtigheid in van het diagram. Met 100% ondoorzichtigheid worden objecten helemaal verborgen achter het diagram. 0% ondoorzichtigheid maakt het diagram onzichtbaar.
Randkleur Hiermee stelt u de randkleur in van het diagram.
Randdikte Hiermee stelt u de lijndikte in voor de rand van het diagram.
Randstijl Hiermee stelt u de lijnstijl in voor de rand van het diagram.
Randschaduw toevoegen Hiermee voegt u een schaduw toe aan de onderste en rechterrand van het diagram.

Diagramkop

Met de diagramkop kunnen kijkers verschillende acties uitvoeren in het diagram, zoals de gegevens exporteren, het diagram minder of meer gedetailleerd tonen of het diagram sorteren. De opties voor diagramkoppen zijn:

Tonen bij plaatsen cursor (standaard) Er verschijnen 3 verticale stippen als u de cursor op de diagramkop plaatst. Klik hierop om de koptekstopties te openen.
Altijd tonen De koptekstopties worden altijd getoond.
Niet tonen De koptekstopties worden nooit getoond. Houd er rekening mee dat rapportkijkers de opties altijd kunnen openen door met de rechtermuisknop op het diagram te klikken.
Kleur Stelt de kleur in van de opties voor de diagramkop.

Gerelateerde bronnen

Was dit nuttig?

Hoe kunnen we dit verbeteren?
Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Hoofdmenu
10153510352750953870
true
Zoeken in het Helpcentrum
true
true
true
true
true
102097
false
false