Operators

Operators worden voorgesteld aan de hand van speciale tekens of sleutelwoorden en maken geen gebruik van de syntaxis van functieaanroepen. Een operator manipuleert een willekeurig aantal gegevensinvoeren, ook wel operanden genoemd, en retourneert een resultaat.

Rekenkundige operators

• Optellen: +
• Aftrekken: -
• Delen: /
• Vermenigvuldigen: *

Vergelijkingsoperatoren

• =
• !=
• >
• >=
• <
• <=

De operanden aan beide zijden van de vergelijkingsoperators moeten van hetzelfde type zijn: tekst, getal of Booleaanse waarde.

Logische operators

Logische operators retourneren true, false of null. Looker Studio ondersteunt de operators AND, OR, IN, IS NULL en NOT.

AND / OR

Gebruik AND en OR om expressies met meerdere invoerwaarden te maken. Gebruik haakjes om voorwaarden te groeperen en indien nodig de prioriteitsvolgorde aan te passen.

Boolean expression A AND (Boolean expression B OR Boolean expression C)

IS NULL

Als het invoerveld leeg is, wordt de waarde 'true' geretourneerd.

Syntaxis

field IS NULL

Parameters

field: de te evalueren dimensie of statistiek.

Voorbeelden

Veld bevat	Formule	Resultaten
a	Field IS NULL	false
	Field IS NULL	true

Meer informatie over NULL

Tenzij anders aangegeven, retourneren alle operators NULL als een van de operanden NULL is.

NULL verschilt van de lege tekenreeks (""). De lege tekenreeks gebruiken in rekenkunde leidt over het algemeen tot een fout, maar het gebruik van NULL retourneert de waarde 'null':

1+NULL = NULL

1*NULL = NULL

1/NULL = NULL

enzovoort

Aan de andere kant kunt u waarden samenvoegen met de lege tekenreeks, maar als een waarde wordt samenvoegd met NULL, is het resultaat de waarde 'null':

CONCAT("A", "", "B") = "AB"

CONCAT("A", NULL, "B") = null

IN

Als het invoerveld een van de vermelde waarden bevat, wordt 'waar' geretourneerd. Het veld en de opgegeven waarden moeten van hetzelfde type zijn. IN vraagt hele waarden op en is hoofdlettergevoelig. Als u deelwaarden of niet-hoofdlettergevoelige waarden wilt opvragen, gebruikt u REGEXP_MATCH.

Syntaxis

field IN (value1, value2, ... valueN)

Parameters

field: de te evalueren dimensie of statistiek.

value1,value2,...valueN: de gezochte waarden.

 

Voorbeelden

Veld bevat	Veldtype	Formule	Resultaten
Bob	Tekst	Field IN ('Bob', 'Alice')	true
Alice	Tekst	Field IN ('Bob', 'Alice')	true
Jorge	Tekst	Field IN ('Bob', 'Alice')	false
20	Getal	Field IN (10, 20)	true
10	Getal	Field IN (10, 20)	true
100	Getal	Field IN (10, 20)	false
Bob	Tekst	Field IN ('Bob', 20)	fout (Het veldtype is namelijk tekst, terwijl 20 een getal is. Dit is op te lossen door "20" tussen aanhalingstekens te zetten.)

NOT

Invoerexpressies worden genegeerd.

Voorbeelden

Formule	Resultaten
IF(2+2=4,"YES","NO")	JA
IF(NOT 2+2=4,"YES","NO")	NEE
"abc" IN ("abc")	waar
"abc" NOT IN ("abc")	onwaar