Geschikte apparaten voor je app bekijken en beperken

Nadat je minimaal één app-bundel naar de Play Console hebt geüpload, kun je de catalogus met beschikbare apparaten bekijken en nagaan welke apparaten compatibel zijn met je app. Check regelmatig je lijsten met ondersteunde en uitgesloten apparaten om de grootst mogelijke beschikbaarheid van je app te garanderen.

Ga naar de pagina Apparaatcatalogus (

Testen en releasen

> Bereik en apparaten > Apparaatcatalogus).

Houd er rekening mee dat de apparaatcatalogus niet van toepassing is op instant apps.

Aan de slag gaan met de apparaatcatalogus

Hier vind je alle benodigde informatie over het gebruik van de apparaatcatalogus.

De Servicevoorwaarden voor de apparaatcatalogus accepteren

De 1e keer dat je de apparaatcatalogus opent, moet je de Servicevoorwaarden doornemen en accepteren. Je moet de accounteigenaar zijn of een gebruiker met het algemene recht Productiereleases beheren om de nieuwe voorwaarden te kunnen accepteren. Nadat je de voorwaarden voor één app in je account hebt geaccepteerd, kun je de apparaatcatalogus gebruiken voor al je apps.

Als je de Servicevoorwaarden niet accepteert, is het volgende van toepassing:

  • Je kunt geen toegang meer krijgen tot de apparaatcatalogus.
  • Je kunt apparaten niet uitsluiten van distributie.

Inzicht krijgen in kernconcepten

De vragen hieronder gaan over de kernconcepten voor de apparaatcatalogus en apparaatbeperking. Klik op een vraag om het antwoord uit of samen te vouwen.

Wat is een apparaatmodel? Wat is een apparaatvariant?

Een apparaatmodel wordt bepaald door een original equipment manufacturer (OEM). In de Play Console worden vergelijkbare actieve Android-apparaten samengevoegd in clusters en worden de apparaten en hun eigenschappen beschreven.

Een apparaatmodel heeft 2 kenmerken: merk en apparaat. Beide worden bepaald door de OEM.

  • Merk: android.os.Build.Brand. (Het merk geeft aan hoe het apparaat op de markt wordt gebracht en is misschien niet hetzelfde als de fabrikant.) Meer informatie
  • Apparaat: android.os.Build.Device. Meer informatie

Een apparaatmodel is bijvoorbeeld google oriole.

Elk apparaatmodel heeft ook een naam voor de gebruikers, ook wel de marketingnaam genoemd. De marketingnaam voor 'google oriole' is bijvoorbeeld Pixel 6.

Een apparaatmodel heeft verschillende hardware- en softwarekenmerken. Het apparaatmodel alleen is soms onvoldoende om deze kenmerken uniek te specificeren. Apparaatmodellen hebben bijvoorbeeld vaak varianten met verschillende Android-versies, RAM of opslag.

Samengevat zijn dit de belangrijkste zaken die je moet weten over apparaatmodellen:

  • Het apparaat alleen is niet uniek en kan door meerdere fabrikanten worden gebruikt. Daarom mag het niet zonder het merk worden gebruikt.
  • Het apparaatmodel is niet altijd voldoende om de apparaatspecificaties aan te geven, omdat er varianten kunnen zijn.
  • De marketingnaam is niet voldoende om het apparaatmodel te specificeren, omdat een fabrikant dezelfde marketingnaam kan gebruiken voor veel verschillende combinaties van {brand device}.

In de Play Console worden apparaten vermeld in de vorm '{brand device} (marketingnaam)', bijvoorbeeld: 'google oriole (Pixel 6)'. Zo kan de naam voor gebruikers makkelijk worden gekoppeld aan de specifiekere onderliggende apparaatspecificaties.

Welke apparaten staan in de catalogus? Wanneer worden nieuwe apparaten toegevoegd?

Apparaten worden in de catalogus vermeld als er een minimaal aantal gebruikers zijn.

In de catalogus vind je zowel gecertificeerde als niet-gecertificeerde apparaten. Hieronder vind je meer informatie over apparaatcertificering.

Komt mijn app of game beschikbaar op een nieuw apparaat?

Nieuwe apparaten kunnen apps en games weergeven, zelfs al voordat ze in de catalogus zichtbaar zijn, onder de volgende voorwaarden:

  • Het apparaat valt onder de apparaatdeclaraties in je app-manifest, en
  • Het apparaat is niet uitgesloten in de Play Console.

Dit betekent dat gebruikers je app kunnen installeren op niet-gecertificeerde apparaatmodellen, tenzij je stappen neemt om dit te beperken. Hieronder vind je meer informatie over apparaatcertificering.

Wat is apparaatcertificering? Hoe worden niet-gecertificeerde apparaten behandeld op Google Play?

Een gecertificeerd apparaatmodel is een apparaatmodel dat door de OEM is gecertificeerd als geschikt voor Android. Hiervoor is een kopie van de testresultaten voor Android-compatibiliteit geüpload naar Google. Een niet-gecertificeerd apparaatmodel is een apparaatmodel dat de OEM niet heeft gecertificeerd als geschikt voor Android en waarvoor geen Android-testresultaten zijn geüpload naar Google. Het resultaat:

  • Niet-gecertificeerde apparaten zijn mogelijk niet veilig.
  • Niet-gecertificeerde apparaten ontvangen misschien geen Android-systeemupdates of app-updates.
  • Apps en functies op niet-gecertificeerde apparaten werken mogelijk niet correct.
  • Er worden misschien geen beveiligde back-ups gemaakt van gegevens op niet-gecertificeerde apparaten.

Enkele belangrijke punten over de behandeling en het gedrag van gecertificeerde en niet-gecertificeerde apparaten:

  • Zichtbaarheid in de catalogus: Niet-gecertificeerde apparaatmodellen staan in de apparaatcatalogus als er voldoende gebruikers zijn. Filter op apparaatcertificeringsstatus in de apparaatlijst om ze te bekijken. Gecertificeerde apparaatmodellen kunnen niet-gecertificeerde varianten hebben. Dit doet zich voor als apparaten zelfstandig worden gemeld als gecertificeerd apparaatmodel, maar niet door de Play Integrity-controles komen. Deze staan niet in de apparaatcatalogus.
  • Distributie: Je app kan misschien via Google Play worden geïnstalleerd op niet-gecertificeerde apparaatmodellen, tenzij je stappen neemt om dit te beperken. Ga voor meer informatie naar het gedeelte De distributie van je app beheren op apparaten die niet voldoen aan de vereisten voor apparaatintegriteit.
  • App-vitaliteitsstatistieken: Alleen gecertificeerde apparaten met volledige integriteit tellen mee voor de technische kwaliteitsstatistieken in App-vitaliteit. Deze statistieken beïnvloeden de vindbaarheid en promotiemogelijkheden van je app op Google Play.

Inzicht krijgen in apparaattargeting voor je app

De reeks apparaatmodellen waarop gebruikers je app kunnen vinden en installeren op Google Play, worden je doelapparaten genoemd. De doelapparaten worden bepaald door 2 factoren: je manifestdeclaraties en je uitsluitingsregels voor de console. Deze declaraties en regels werken op apparaten en in apps op verschillende detailniveaus.

Manifestdeclaraties definiëren welke apparaten je app ondersteunt. Ze gelden voor het niveau van het afzonderlijke apparaat. Als je bijvoorbeeld minSdk instelt op Android 9, komen alleen apparaten met Android 9 of hoger in aanmerking voor je app. Als een apparaatmodel enkele varianten heeft met Android 9 en andere met lagere versies, komen de varianten met Android 9 in aanmerking, maar de varianten met lagere versies niet.

Je kunt console-uitsluitingen op 2 niveaus toepassen:

  1. Op apparaatmodelniveau: In dit scenario worden alle apparaten met dit model uitgesloten.
  2. Op regelniveau: Op regels gebaseerde uitsluitingen zijn van toepassing op het niveau van het afzonderlijke apparaat, net als manifestdeclaraties. Dit betekent dat sommige apparaatmodellen misschien in de catalogus staan als gedeeltelijk uitgesloten.

Opmerking: Uitsluitingen overschrijven de ondersteunde apparaten die in het manifest van je app staan.

Je kunt hier alle beschikbare apparaten bekijken en zien waar je app beschikbaar is voor distributie op Google Play:

  1. Open de Play Console en ga naar de pagina Apparaatcatalogus (

    Testen en releasen

    > Bereik en apparaten > Apparaatcatalogus).
  2. Selecteer het tabblad Alle, Ondersteund, Uitgesloten of Getarget.
  3. Als je een lijst met apparaten wilt downloaden als csv-bestand, klik je aan de rechterkant van de pagina op Apparaatlijst exporteren.

Bekijk de kolom Status op de pagina Apparaatlijst of Apparaatgegevens voor meer informatie over de targetingstatus van een afzonderlijk apparaatmodel. Hier staat de targetingstatus van het apparaat voor alle actieve app-bundels of APK's die aan je app gekoppeld zijn. Vouw het onderstaande gedeelte uit voor de mogelijke targetingstatussen van apparaatmodellen.

Targetingstatussen van apparaatmodellen
  • Ondersteund: Je app is op Google Play beschikbaar voor gebruikers van dit apparaat.
  • Gedeeltelijk ondersteund: Je app is beschikbaar voor sommige varianten van dit apparaatmodel, maar niet alle.
  • Uitgesloten door regel: Je app is niet beschikbaar voor dit apparaatmodel. Je ziet deze status als je een uitsluitingsregel hebt die voor dit apparaatmodel geldt.
  • Gedeeltelijk uitgesloten door regel: Je app is beschikbaar voor sommige varianten van dit apparaatmodel, maar niet alle. Deze status kun je zien als je een uitsluitingsregel hebt voor het RAM-geheugen (dat kan verschillen tussen varianten van een apparaatmodel).
  • Handmatig uitgesloten: Je app is niet beschikbaar voor dit apparaatmodel. Je ziet deze status alleen als je het apparaatmodel handmatig hebt uitgesloten.
  • Niet ondersteund: Je app is niet beschikbaar voor apparaten met dit apparaatmodel. Je ziet deze status als je manifest een functie of eigenschap vereist (bijvoorbeeld schermformaat of SDK-niveau) die niet beschikbaar is op het apparaat. Bepaalde apparaten hebben bijvoorbeeld geen kompassensor. Als voor de kernfunctionaliteit van je app een kompassensor is vereist, is je app niet geschikt voor die apparaten.
    • Opmerking: Je ziet deze status als geen van de varianten van een apparaatmodel geschikt zijn. Als sommige varianten worden ondersteund, is de status Gedeeltelijk ondersteund.

Houd bij apparaattargeting rekening met het volgende:

  • Apparaatuitsluiting wordt per app beheerd.
  • De ondersteuningsstatus van apparaten wordt weergegeven op trackniveau, omdat deze in je manifest wordt aangegeven. Omdat je verschillende bundels kunt hebben die via verschillende tracks worden uitgebracht (productie, open en gesloten test, interne test), zie je voor elke track ook een status in de apparaatgegevens. Als de bètaversie van je app bijvoorbeeld meer functies vereist dan de productieversie, wordt een apparaat mogelijk wel in de productietrack ondersteund maar niet in de bètatrack.

Zoeken en filteren in de apparaatlijst

De apparaatlijst toont alle apparaatmodellen voor het tabblad dat je hebt geselecteerd (alle apparaten, ondersteunde apparaten, enzovoort), gesorteerd op apparaatmodel.

Je kunt de apparaatlijst op 2 manieren verfijnen:

  1. Gebruik de zoekbalk bovenaan de pagina om de lijst met modellen te filteren of te zoeken naar afzonderlijke apparaatmodellen.
  2. Filter de lijst met apparaatmodellen op fabrikant, apparaat of andere kenmerken.

Apparaatgegevens bekijken

Klik door naar de detailpagina voor meer informatie over een apparaatmodel, waaronder varianten.

De detailpagina bevat meer informatie over de apparaatspecificaties en -varianten voor het geselecteerde apparaatmodel. Vouw het onderstaande gedeelte uit voor mogelijke apparaatgegevens.

Apparaatgegevens
  • Overzicht : Belangrijke statistieken voor dit apparaatmodel over je app, en distributies van dit apparaatmodel per RAM en Android-versie voor je app. Met behulp van deze informatie kun je de juiste targetinglogica instellen voor dit apparaat en problemen met het apparaatmodel oplossen.

    Consistente kenmerken: Kenmerken die voor alle varianten van dat apparaatmodel hetzelfde zijn.

    Variabele kenmerken: Kenmerken die kunnen variëren voor verschillende versies of varianten van het apparaatmodel. Selecteer belangrijke kenmerken om te filteren op relevante varianten.

    Lijst met varianten: De lijst met alle bekende varianten van dit apparaatmodel, rekening houdend met alle filters die je hebt toegepast op variabele kenmerken. In de lijst staan alleen gecertificeerde varianten.

    Populairste variant : De variant van dit apparaatmodel met de meeste installaties via Google Play. Dit omvat alle apps op Google Play en is niet specifiek voor jouw app. Als een apparaatmodel veel varianten heeft, kan de populairste variant een referentiepunt zijn bij de beslissing welk apparaatmodel (voor tests) moet worden gebruikt.

Je app uitsluiten van distributie naar bepaalde apparaten

Je kunt regels instellen om apparaten uit te sluiten van de distributie van je app op Google Play. Uitgesloten apparaten kunnen je app in Google Play niet zien of installeren.

Tips:

  • Uitsluitingsregels voor apparaten zijn niet van toepassing op interne testers.
  • Apparaatuitsluiting op basis van integriteitscontroles wordt beheerd via de pagina App-integriteit (

    Testen en releasen

    > App-integriteit). Ga naar deze pagina in het Helpcentrum voor meer informatie over hoe je integriteitscontroles voor je winkelvermelding aanzet, zodat Google Play kan checken of apparaten de integriteitscontroles doorstaan voordat je je winkelvermelding zichtbaar maakt voor gebruikers.

Vouw de onderstaande gedeelten uit voor meer informatie over verschillende opties voor app-distributiebeheer.

De distributie van je app op specifieke apparaatmodellen beheren

Als je apparaten met bekende ondersteuningsproblemen handmatig uitsluit, kun je betere functionaliteit leveren aan je gebruikers. Dit wordt handmatige uitsluiting genoemd.

Houd wel rekening met het volgende:

  • Als je dit doet, worden de geselecteerde apparaatmodellen voor je hele app uitgesloten. Je kunt geen afzonderlijke app-bundels of APK's uitsluiten.
  • Als je apparaatmodellen uitsluit, geldt dit voor alle varianten, ook toekomstige. Als je wilt dat je app niet beschikbaar is voor apparaatmodellen met lage specificaties, kun je in plaats daarvan op regels gebaseerde uitsluitingen gebruiken.

Een apparaat uitsluiten

  1. Open de Play Console en ga naar de pagina Apparaatcatalogus (

    Testen en releasen

    > Bereik en apparaten > Apparaatcatalogus).
  2. Selecteer het apparaatmodel dat je wilt uitsluiten en ga naar de detailpagina.
  3. Selecteer rechtsboven in het scherm de optie Apparaat uitsluiten. Het apparaatmodel dat je in stap 2 hebt geselecteerd wordt nu uitgesloten, inclusief alle varianten.
De distributie van je app beheren met regels op basis van apparaatspecificatie

Als je prestatie-indicatoren wilt gebruiken om apparaten uit te sluiten, kun je targetingregels maken op basis van RAM-grootte of system-on-chip (SoC).

Als je app bijvoorbeeld veel gegevensopslag nodig heeft, kun je een regel instellen om apparaten met minder dan 512 MB RAM uit te sluiten.

Houd rekening met het volgende voordat je op regels gebaseerde uitsluitingen instelt:

  • Op regels gebaseerde uitsluitingen gelden voor nieuwe apparaten die aan de catalogus worden toegevoegd en voldoen aan de uitsluitingscriteria.
  • RAM-regels werken alleen voor apparaten met Android 4.1 en hoger (SDK 16+) en zijn niet van toepassing op APK's voor Wear OS. RAM-regels zijn gebaseerd op het totale geheugen van het apparaat (TotalMem), niet de hoeveelheid geheugen die voor het apparaat wordt geadverteerd.

Een regel instellen

  1. Open de Play Console en ga naar de pagina Apparaatcatalogus (

    Testen en releasen

    > Bereik en apparaten > Apparaatcatalogus).
  2. Selecteer rechtsboven Uitsluitingsregels beheren.
  3. Selecteer RAM of System-on-chip.
    • Als je meerdere regels wilt toevoegen, selecteer je de knop OF. Er wordt nog een kiezer weergegeven.
    • Als je een regel wilt verwijderen, selecteer je het icoon Annuleren .
  4. Bekijk de lijst met apparaten onderaan het scherm.
  5. Zodra je regel de juiste lijst met apparaten target, sla je de wijzigingen op.

De distributie van je app beheren op apparaten met Android Go-compatibiliteit

Je kunt je app uitsluiten van bepaalde apparaten op basis van de compatibiliteit met Android (Go-editie).

Details van Android (Go-editie)

Met Android (Go-editie) wordt de Android-functionaliteit geoptimaliseerd voor apparaten op instapniveau met Android 8.1 (API-niveau 27) of hoger en 1 GB RAM of minder. Meer informatie over hoe je je apps kunt optimaliseren voor apparaten met Android (Go-editie).

Uitsluitingsregels voor apparaten instellen voor Android (Go-editie)

  1. Open de Play Console en ga naar de pagina Apparaatcatalogus (

    Testen en releasen

    > Bereik en apparaten > Apparaatcatalogus).
  2. Selecteer het tabblad Uitgesloten apparaten.
  3. Selecteer Uitsluitingsregels beheren naast Uitsluitingsregels.

  4. Selecteer een optie naast Android Go-uitsluitingen:
    • Android Go-uitsluitingen
      • Android Go-apparaten niet uitsluiten: standaard geselecteerd.
      • Android Go-apparaten uitsluiten: voorkomen dat je app op Google Play wordt geïnstalleerd op apparaten met Android Oreo (Go-editie).

Was dit nuttig?

Hoe kunnen we dit verbeteren?

Meer hulp nodig?

Probeer de volgende stappen:

Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Hoofdmenu
5880323513352127530
true
Zoeken in het Helpcentrum
true
true
true
true
true
92637
false
false