Je kunt de Google Nest-temperatuursensor eenvoudig aan de Nest-app en de thermostaat koppelen. Ook de installatie is makkelijk, maar je moet wel weten waar je de sensor het best kunt plaatsen.
Volg deze stappen om je temperatuursensor in te stellen en te installeren:
|
Dit artikel is van toepassing op de volgende Google Nest-thermostaatmodellen in de Verenigde Staten en Canada: |
|
|
Nest Thermostat E |
Nest Learning Thermostat |
Opmerking: De Nest-temperatuursensor werkt alleen met de Google Nest Thermostat E en Google Nest Learning Thermostat. Gebruik de Nest-app om je sensor aan de thermostaat te koppelen en de instellingen te wijzigen
1. Voeg de sensor toe aan je account- Tik op het startscherm van de Nest-app op het icoon Instellingen
.
- Tik op Product toevoegen
.
-
Scan de QR-code op het treklipje voor de batterij van de Nest-temperatuursensor. De app voegt de sensor toe aan je account.
Tip: Als je het treklipje voor de batterij al hebt verwijderd, plaats je een munt in de sleuf aan de achterkant van de sensor. Draai deze om de montagesteun los te schroeven. Je vindt de QR-code aan de binnenkant. Heb je hulp nodig met het scannen van de QR-code, tik dan op Laat me zien hoe dit moet in de Nest-app.
- Verwijder het treklipje voor de batterij.
- Kies een plek voor de sensor en kies aan welke thermostaat je deze wilt koppelen. De Nest-app test de verbinding om te checken of je een geschikte plek hebt gekozen.
- Kies een naam voor de ruimte waarin je de sensor hebt geïnstalleerd.
.
.Problemen oplossen met het toevoegen van een sensor aan je account
Voordat je de sensor installeert, is het belangrijk om te weten wat een geschikte plek is en wat niet.
Afhankelijk van de plek van de sensor moet het systeem mogelijk langer werken en gebruikt het meer energie om de temperatuur in huis aangenaam te houden.
Meer informatie over de Nest-temperatuursensor en hoe je instellingen kunt wijzigen >>
De beste plekken voor de temperatuursensor:
- In een ruimte waar je veel tijd doorbrengt, zoals je slaapkamer of woonkamer. De sensor kan de thermostaat dan de temperatuur laten wijzigen op basis van de ruimte waar je bent.
- Ongeveer op borsthoogte. Lucht is meestal warmer bij het plafond en koeler bij de vloer. Als je de sensor te hoog of te laag installeert, kan het systeem de kamer te warm of te koud maken omdat de thermostaat op de verkeerde temperatuur reageert.
- Binnen 15 meter van de thermostaat, zodat de sensor en thermostaat draadloos kunnen communiceren. Misschien moet je ze nog dichter bij elkaar plaatsen. Het draadloze bereik kan namelijk worden beperkt door muren, vloeren, apparaten, meubels en andere elektronica.
Tip: Zelfs in dezelfde ruimte is de temperatuur anders op een hoge plank dan op een lage tafel. Denk dus goed na over de plek die je kiest. Verschillende ruimten kunnen ook warmer of kouder zijn vanwege het aantal ramen, de hoeveelheid zon die de ruimte krijgt of de hoogte van het plafond.
Ongeschikte plekken voor de temperatuursensor:
- In de buurt van warmtebronnen zoals ventilatieopeningen, kachels of warmwaterleidingen.
- Buiten.
- Op of in de buurt van een raam of ander niet-geïsoleerd oppervlak (zoals een bakstenen muur) dat veel warmer of koeler kan zijn dan de ruimte.
- In direct zonlicht.
- Op een gedeeltelijk of volledig afgesloten locatie waar de lucht niet voldoende kan circuleren. Plaats de sensor bijvoorbeeld niet achter een schilderij, in een kast, in een vaas of achter boeken op een boekenplank.
- In ruimten die veel kouder of warmer zijn dan de rest van je huis, zoals de kelder of de zolder. Door het temperatuurverschil kan de thermostaat de rest van je huis tot een onaangename temperatuur verwarmen of koelen.
- Te hoog of te laag in een ruimte. Plaats de sensor ongeveer op borsthoogte.
- Buiten de door de thermostaat geregelde zone, als je een systeem hebt met 2 of meer thermostaten. Je kunt de app gebruiken om de sensor aan een andere thermostaat te koppelen.
- De Nest-temperatuursensor is niet ontworpen voor gebruik in of rond apparaten in je huis, zoals koelkasten, kachels, magnetrons of televisies.
Belangrijk: Verf of bedek de Nest-temperatuursensor niet.
Andere ruimten waar een sensor nuttig kan zijn
- Babykamer: Met een sensor in de babykamer kun je de kamer op een ideale temperatuur houden.
- Slaapkamers: Met een sensor in de slaapkamer houd je de kamer comfortabel terwijl je slaapt.
- Extra grote ruimten: Zeer grote ruimten verwarmen of koelen mogelijk niet zo snel als de rest van het huis. Een sensor in een extra grote kamer zorgt voor een comfortabele temperatuur.
Temperatuursensoren in zonesystemen plaatsen
Zonesystemen gebruiken meerdere thermostaten om de verwarming en koeling in verschillende ruimten of vloeren in huis te regelen.
- Als je een zonesysteem hebt, plaats je de temperatuursensoren in dezelfde zone als de thermostaat waaraan ze zijn gekoppeld. Als je thermostaat bijvoorbeeld de begane grond van je huis regelt, plaats je de sensor op de begane grond.
- Als je een sensor buiten de zone van de thermostaat plaatst, worden de zones in je huis waarschijnlijk te warm of koud. Je systeem verbruikt mogelijk meer energie dan je verwacht en start of stopt waarschijnlijk op onverwachte momenten.
Opmerking: Je kunt een sensor aan meerdere thermostaten koppelen. We raden deze instelling alleen aan als je een Nest-thermostaat hebt waarmee alleen de verwarming wordt geregeld en een andere Nest-thermostaat die alleen de koeling regelt.
De Nest-temperatuursensor is draadloos en makkelijk te installeren. Je hebt 2 opties:
Optie 1: Plaats de sensor op een vlakke ondergrond
De sensor heeft een rubberen voet aan de onderkant. Zo kun je deze op een vlakke ondergrond (zoals een plank) plaatsen zonder dat de sensor verschuift.
Optie 2: Bevestig de sensor aan de muur
Plaats de schroef op de gewenste plek en hang de sensor op aan het schroefgat aan de achterkant. Nest-schroeven zijn zo ontworpen dat je in de meeste gevallen geen gat hoeft te boren om de sensor te installeren. Als je de sensor op een hard oppervlak bevestigt, moet je misschien wel een gat boren.
Tip: Voordat je de sensor bevestigt, raden we je aan deze een week of 2 te gebruiken om te checken of de sensor op de gekozen plek goed werkt. Zo laat je geen gat in de muur achter als je de sensor moet verplaatsen.
Nadat je alle sensoren hebt geïnstalleerd, kun je het volgende doen:
- Een schema instellen om verschillende sensoren op verschillende momenten van de dag te gebruiken
- Handmatig 1 sensor selecteren om altijd te gebruiken
- Je sensor alleen gebruiken om de temperatuur in de gaten te houden, niet om je thermostaat te regelen
Als je wilt dat de sensor de thermostaat kan regelen, stel je voor je thermostaat een schema in of selecteer je handmatig een sensor. Anders geeft de sensor nog steeds de temperatuur door aan je thermostaat, maar regelt de sensor niet wanneer de thermostaat aan- of uitgaat.
Je kunt de temperatuur van de sensor nog steeds in de gaten houden door de gewenste thermostaat te selecteren in het startscherm van de Nest-app. Je kunt alle sensoren bekijken die de temperatuur aan je thermostaat doorgeven. Ook zie je welke temperatuur ze doorgeven. De sensor met de ingevulde stip is de actieve sensor.
In een ruimte die je niet vaak gebruikt, zoals een kantoor of een logeerkamer, kun je de sensor gebruiken om de temperatuur in de gaten houden zonder de thermostaat te regelen.