Bediening voor in huis werkt met geschikte apparaten die je hebt verbonden en kunnen worden bediend via de Google Home-app , zoals lampen, camera's, thermostaten en tv's.
Deze functie is alleen beschikbaar op telefoons met Android 11 of hoger.
Opmerking: In Smarthome-apparaten bedienen die zijn toegevoegd aan de Google Home-app vind je algemene informatie over hoe je je smartapparaten kunt bedienen.
Bediening voor in huis instellen
Gebruik je telefoon om je smartapparaten in te stellen in de Google Home-app (als je dat nog niet hebt gedaan).
Gekoppelde apparaten bedienen
Als u uw apparaten snel wilt bedienen, houdt u de aan/uit-knop op uw telefoon ingedrukt. Afhankelijk van het apparaat kunt u het volgende doen:
- Apparaten in- of uitschakelen.
- De helderheid van de lampen wijzigen.
- De temperatuur van de thermostaat wijzigen.
- Live video's van camera's bekijken.
- Muziek of video's pauzeren.
- Smartsloten bedienen
- Opmerking: Je kunt alleen sloten bedienen die van het slot kunnen worden gehaald met de Home-app.
Tip: Als u voor het eerst naar het dashboard voor bediening voor in huis gaat, voegt uw telefoon automatisch bepaalde apparaten toe. Als u meer apparaten wilt toevoegen, gaat u naar het startscherm voor bediening voor in huis en tikt u op Meer
Bedieningselementen toevoegen.
Kiezen welke apparaten worden weergegeven in bediening voor in huis
- Houd de aan/uit-knop van uw telefoon ingedrukt.
- Tik boven de bedieningselementen aan de rechterkant op Meer
Bedieningselementen bewerken.
- Als u een apparaat wilt verwijderen, tikt u op het selectievakje naast de apparaatnaam. Als u de volgorde van apparaten wilt wijzigen, sleept u de apparaatnaam.
- Tik op Opslaan.