Gebruik een joystick of sneltoetsen om de wereld te verkennen in een vluchtsimulator.
Vereisten voor vluchtsimulator
U heeft het volgende nodig om de vluchtsimulator te gebruiken:
- Google Earth geïnstalleerd op een Mac-, Windows- of Linux-computer
- Een joystick of een muis en toetsenbord
De vluchtsimulator starten
U kunt de vluchtsimulator openen via het menu of met de volgende sneltoetsen:
- Via het menu: klik op Tools Vluchtsimulator openen.
- Windows: druk op Ctrl + Alt + a.
- Mac: druk op ⌘ + Option + a.
Kies met welk vliegtuig u wilt vliegen, waarvandaan u uw vlucht wilt laten vertrekken en hoe u het vliegtuig wilt besturen.
Opmerking: Als u het vliegtuig, het vertrekpunt of de controller wilt wijzigen, moet u eerst de vluchtsimulator afsluiten.
- Kies een vliegtuig
- Als u een beginnende piloot bent, gebruikt u de SR22 om te leren vliegen.
- Als u een ervaren piloot bent, gebruikt u de F-16 om direct omhoog te klimmen en door te blijven vliegen.
- Kies uw vertrekpunt
- Als u wilt vertrekken vanuit uw huidige locatie, kiest u Huidige weergave.
- Als u wilt vertrekken vanaf een vliegveld, kiest u Vliegveld en kiest u een luchthaven in het dropdown-menu.
- Stel de vliegtuigbesturing in
- Joystick (optioneel): Vink onder 'Joystickondersteuning' de optie Joystick ingeschakeld aan. Raadpleeg de handleiding van uw joystick voor gedetailleerdere instructies.
- Muis: plaats de cursor in het midden van het scherm. Klik vervolgens één keer met de muisknop.
Uw vliegtuig besturen
Houd alles tijdens de vlucht in de gaten met het head-up display (HUD). Als u hulp nodig heeft terwijl u het vliegtuig bestuurt, drukt u op Ctrl + h (Windows en Linux).
- Richting: de richting waarin het vliegtuig wijst
- Snelheid: huidige snelheid in knopen
- Hellingshoek: de hoek waaronder u het vliegtuig langzaam in een andere richting draait
- Verticale snelheid: de snelheid waarmee het vliegtuig stijgt of daalt in voeten per minuut
- Vluchtsimulator afsluiten: klik op deze knop om de vluchtsimulator af te sluiten
- Gashendel: niveau van het motorvermogen
- Roer: hoek van de verticale as van het vliegtuig
- Rolroer: hoek van het vliegtuig wanneer u het rolt of draait
- Lift: hoek en lift van de vleugels van het vliegtuig
- Aanduidingen voor welvingsklep en landingsgestel: waar de welvingskleppen en het landingsgestel worden ingesteld
- Pitch: de hoek in graden tussen de richting waarnaar het vliegtuig wijst en de horizon
- Hoogte: hoeveel voet boven zeeniveau het vliegtuig vliegt
-
Om over de startbaan te taxiën voordat u opstijgt, drukt u de joystick naar voren om snelheid te maken.
- Zodra het vliegtuig snel beweegt, trekt u de joystick een stukje naar achteren om op te stijgen.
- Wanneer uw vliegtuig de gewenste hoogte heeft bereikt en de vleugels horizontaal zijn, houdt u de joystick in het midden.
- Als u de richting wilt wijzigen, koersaanpassingen wilt maken of naar links of rechts wilt hellen, duwt u de joystick in de gewenste richting. Kleine bewegingen zorgen voor optimale besturing.
Een vlucht onderbreken of hervatten: Druk op de spatiebalk om een vlucht te onderbreken. Druk opnieuw op de spatiebalk om de vlucht te hervatten.
- Druk op de toets Page Up om de stuwkracht te vergroten en het vliegtuig over de startbaan te taxiën.
- Als het vliegtuig eenmaal beweegt, verplaatst u de muis een beetje naar beneden. Wanneer u de gewenste snelheid bereikt, stijgt uw vliegtuig op.
- Wanneer uw vliegtuig de gewenste hoogte heeft bereikt en de vleugels horizontaal zijn, houdt u de muis in het midden van het scherm.
- Gebruik de pijltoetsen om van richting te veranderen, koerscorrecties aan te brengen of naar links of rechts te zwenken. Kleine aanpassingen zorgen voor optimale besturing.
- Als u rond wilt kijken, drukt u op pijltoetsen + Alt om langzaam rond te kijken of + Ctrl om snel rond te kijken.
Zie de sneltoetsen voor meer besturingsopties met het toetsenbord.
De vluchtsimulator afsluiten
U kunt op twee manieren de vluchtsimulator afsluiten:
- Klik in de rechterbovenhoek van het scherm op Vluchtsimulator afsluiten.
- Druk op Ctrl + Alt + a (Windows) of ⌘ + Option + a (Mac).