Melding

Deze instructies hebben betrekking op oudere versies van Google Earth. Klik hier voor hulp voor de nieuwe versie van Google Earth.

De hoogte van plaatsmarkeringen wijzigen

In Google Earth voor uw computer kunt u nauwkeurigere hoogtes opgeven voor opgeslagen locaties (plaatsmarkeringen). U kunt de hoogte wijzigen voor één plaatsmarkering of voor alle plaatsmarkeringen in een map.

Opmerking: Mappen kunnen plaatsmarkeringen met verschillende hoogte-instellingen bevatten. Als dit het geval is, is de hoogte-instelling van de map 'Verschillende modi'.

Hoogte-instellingen voor plaatsmarkeringen

  • Vast aan de grond: De hoogte is vastgezet op grondniveau. U kunt voor deze instelling geen hoogtewaarde opgeven.
  • Vast aan de zeebodem: De hoogte is vastgezet op de zeebodem. U kunt voor deze instelling geen hoogtewaarde opgeven.
  • Ten opzichte van de grond: De hoogte is relatief ten opzichte van de hoogte van het terrein.
  • Ten opzichte van de zeebodem: De hoogte is relatief ten opzichte van de zeebodem.
  • Absoluut: De hoogte is relatief ten opzichte van het zeeniveau.

Hoogte-instellingen wijzigen

  1. Open Google Earth.
  2. Klik onder 'Mijn plaatsen', in het linkerdeelvenster, met de rechtermuisknop op de plaatsmarkering waarvan u de hoogte wilt wijzigen.
    • Windows, Linux: Klik op Eigenschappen en dan Hoogte. Kies in het venster 'Plaatsmarkering/map bewerken' een hoogte-instelling. Selecteer bijvoorbeeld Vast aan de grond of Ten opzichte van de grond.
    • Mac: Klik op Toon info en dan Hoogte. Kies vervolgens een hoogte-instelling.
  3. U kunt in het veld Hoogte een waarde in meters opgeven voor elke instelling behalve Vast aan de grond.

Als u verschillende hoogtes wilt vergelijken: kantel de weergave en schakel de functie Terrein in of uit.

Zoeken
Zoekopdracht wissen
Zoekfunctie sluiten
Hoofdmenu
1703469539223775421
true
Zoeken in het Helpcentrum
true
true
true
true
true
87057
false
false