De functie SCHEEFHEID.P berekent de asymmetrie van een dataset die de hele populatie vertegenwoordigt. Scheefheid beschrijft de mate van symmetrie van die dataset rond het gemiddelde.
Onderdelen van de functie SCHEEFHEID.P
SCHEEFHEID.P(waarde1; waarde2)
| Onderdeel | Beschrijving |
waarde1 |
De eerste waarde of het eerste bereik van de dataset. |
waarde2 |
Aanvullende waarden of bereiken voor gebruik in de dataset. |
Opmerkingen
- Hoewel een maximum van 30 argumenten wordt aangegeven voor
SCHEEFHEID.Pondersteunt Google Spreadsheets een willekeurig aantal argumenten voor deze functie. - Er moeten ten minste twee
waarde-argumenten worden opgegeven, anders retourneertSCHEEFHEID.Pde foutwaarde#DIV/0!. - Tekst in de
waarde-argumenten wordt genegeerd. - Positieve scheefheid wijst op een verdeling met een langere staart in positieve richting, rechts van het gemiddelde. Negatieve scheefheid wijst op een verdeling met een langere staart in negatieve richting, links van het gemiddelde. Scheefheid die dichtbij nul ligt, wijst op een meer symmetrische verdeling.
Voorbeelden
| A | B | |
| 1 | waarde | |
| 2 | 2 | |
| 3 | 5 | |
| 4 | 8 | |
| 5 | 13 | |
| 6 | 10 | |
| 7 | 18 | |
| 8 | 23 | |
| 9 | 26 | |
| 10 | ||
| 11 | ||
| 12 | Resultaat | Formule |
| 13 | 0,2763070768 | =SCHEEFHEID.P(A2:A9) |
| 14 | 0,4621754338 | =SCHEEFHEID.P(A2:A9; 30; 40) |
Gerelateerde functies
- SCHEEFHEID: Berekent de asymmetrie van een gegevensset, waarmee de symmetrie van die gegevensset rond zijn gemiddelde wordt beschreven.
- VARPA: Berekent de variantie op basis van een hele populatie, waarbij tekst wordt ingesteld op de waarde '0'.
- VARP: Berekent de variantie op basis van een hele populatie.
- VARA: Berekent de variantie op basis van een steekproef, waarbij tekst wordt ingesteld op de waarde '0'.
- VAR: Berekent de variantie op basis van een steekproef.
- STDEVPA: Berekent de standaarddeviatie op basis van een hele populatie, waarbij tekst wordt ingesteld op de waarde '0'.
- STDEVP: Berekent de standaarddeviatie op basis van een hele populatie.
- KURTOSIS: Berekent de kurtosis van een gegevensset, die de vorm en in het bijzonder de 'piekvormigheid' van die gegevensset beschrijft.
- DBVARP: Retourneert de variantie van een hele populatie die is geselecteerd uit een matrix of bereik in de vorm van een databasetabel met behulp van een SQL-achtige query.
- DBVAR: Retourneert de variantie van een populatiesteekproef die is geselecteerd uit een matrix of bereik in de vorm van een databasetabel met behulp van een SQL-achtige query.
- DBSTDEVP: Retourneert de standaarddeviatie van een hele populatie die is geselecteerd uit een matrix of bereik in de vorm van een databasetabel met behulp van een SQL-achtige query.
- DBSTDEV: Retourneert de standaarddeviatie van een populatiesteekproef die is geselecteerd uit een matrix of bereik in de vorm van een databasetabel met behulp van een SQL-achtige query.
- DEV.KWAD: Retourneert de som van kwadraten van deviaties op basis van een steekproef.
- GEM.DEVIATIE: Berekent het gemiddelde van de groottes van deviaties van gegevens voor het gemiddelde van een gegevensset.