De functie COVARIANTIE.S berekent de covariantie van een dataset, waarbij de dataset een steekproef van de totale populatie is.
Onderdelen van de functie COVARIANTIE.S
COVARIANTIE.S(gegevens_y;gegevens_x)
Onderdeel | Beschrijving |
gegevens_y |
Het bereik dat de matrix van afhankelijke gegevens voorstelt. |
gegevens_x |
Het bereik dat de matrix van onafhankelijke gegevens voorstelt. |
Voorbeeldformules
SOM(A1:A10)
SOM(1;2;3;4)
SOM(B1:B5;10)
Opmerkingen
- Tekst in de
waarde
-argumenten wordt genegeerd. - Positieve covariantie betekent dat de onafhankelijke gegevens en de afhankelijke gegevens tegelijk veranderen in dezelfde richting.
- Negatieve covariantie betekent dat ze veranderen in tegengestelde richting. Als de ene groter wordt, wordt de andere kleiner. De grootte van de covariantie is moeilijk te interpreteren.
Voorbeelden
A | B | |
1 | gegevens_1 | gegevens_2 |
2 | 2 | 4 |
3 | 5 | 3 |
4 | 7 | 6 |
5 | 1 | 1 |
6 | 8 | 5 |
7 | ||
8 | ||
9 | Covariantie | Formule |
10 | 4,65 | =COVARIANTIE.S(A2:A6;B2:B6) |
11 | 7 | =COVARIANTIE.S({1,3};{-1,6}) |
Gerelateerde functies
- COVARIANTIE: Berekent de covariantie van een gegevensset.