De functie GAUSS retourneert de kans dat een willekeurige variabele, afkomstig uit een normale verdeling, zich tussen het gemiddelde en z standaarddeviaties boven (of onder) het gemiddelde bevindt. Een normale verdeling wordt ook vaak een gaussverdeling genoemd. De naam van deze functie is hieraan ontleend.
Onderdelen van de functie GAUSS
GAUSS(z)
Onderdeel | Beschrijving | Opmerkingen |
z |
Het aantal standaarddeviaties van het gemiddelde. |
|
Voorbeeldformules
GAUSS(1)
GAUSS(B2)
Opmerkingen
- Als voor z een negatieve waarde wordt gebruikt, retourneert GAUSS(z) een negatief getal.
- Als voor z een waarde in een andere cel wordt gebruikt (bijvoorbeeld 'GAUSS(B2)'), retourneert GAUSS het getal 0 als de cel geen gegevens bevat.
- Als GAUSS(z) wordt aangeroepen, staat dit gelijk aan het stellen van de vraag: 'Wat is de kans dat een willekeurig getal zich tussen μ en de standaarddeviatie z * σ bevindt?'
Voorbeelden
A | B | C | |
1 | Functie | Resultaat | Opmerking |
2 | =GAUSS(1) | 0,3413447461 | De kans dat een variabele tussen het gemiddelde en 1 standaarddeviatie boven het gemiddelde valt. |
3 | =GAUSS(-1) | -0,3413447461 | De kans dat een variabele tussen het gemiddelde en 1 standaarddeviatie onder het gemiddelde valt. Het resultaat is een negatieve waarde. |
4 | =2*GAUSS(1) | 0,6826894921 | De kans dat een variabele binnen 1 standaarddeviatie van het gemiddelde valt. |
Verwante functie
NORM.VERD: Retourneert de waarde van de normale verdelingsfunctie (of cumulatieve normale verdelingsfunctie) voor een waarde, gemiddelde en standaarddeviatie.