Combineert de tekst van meerdere tekenreeksen en/of matrices, met een definieerbaar scheidingsteken dat de verschillende teksten van elkaar scheidt.
Gebruiksvoorbeelden
TEXTJOIN(“ “; WAAR; “hallo”; “wereld”)
TEXTJOIN(“; ”; ONWAAR; A1:A5)
Syntaxis
TEXTJOIN(scheidingsteken; lege_negeren; tekst1; [tekst2; ...])
-
scheidingsteken
: een tekenreeks, die mogelijk leeg is, of een verwijzing naar een geldige tekenreeks. Indien de tekenreeks leeg is, wordt de tekst eenvoudig samengevoegd. -
lege_negeren
: een booleaanse waarde; indienWAAR
, worden lege cellen die zijn geselecteerd in de tekstargumenten, niet opgenomen in het resultaat. -
tekst1
: elk tekstitem. Dit kan een tekenreeks of een matrix van tekenreeksen in een bereik zijn. -
tekst2; ... [OPTIONEEL]
: aanvullend(e) tekstitem(s).
Zie ook
JOIN
: Voegt de elementen van een of meer eendimensionale matrices samen met behulp van een opgegeven scheidingsteken.
TEKST.SAMENVOEGEN
: Voegt tekenreeksen samen.
Voorbeeld
A | B | |
---|---|---|
1 | Gegevens | |
2 | Hallo | |
3 | daar | |
4 | ||
5 | ||
6 | Spreadsheets | |
8 | Resultaat | Formule |
9 | Hallo daar Spreadsheets | =TEXTJOIN(" "; WAAR; A2:A6) |
10 | Hallo daar Spreadsheets | =TEXTJOIN(" "; ONWAAR; A2:A6) |