Retourneert de inhoud van een cel die wordt gedefinieerd met een rij- en kolomverschuiving.
Voorbeelden
Naam van de gast | Dieetwensen | Uitnodiging gestuurd | Tafelnummer |
---|---|---|---|
David | Vegetarisch | Nee | 3 |
Bob | Geen | Nee | 5 |
David | Geen | Ja | 1 |
Nancy | Geen | Nee | 4 |
Mary | Vegetarisch | Ja | 2 |
Formule | Uitvoer van de formule |
---|---|
=INDEX(A2:D6, 2, 1) | Bob |
=INDEX(A2:D6, 4, 4) | 4 |
=INDEX(A2:D6,1,1) | David |
=INDEX(A1:D6, 6, 2) | Vegetarisch |
Formule | Uitvoer van de formule | |||
---|---|---|---|---|
=INDEX(A2:D6, 2, 0) | Bob | Geen | Nee | 5 |
Formule | Uitvoer van de formule |
---|---|
=INDEX(A2:D6, 0, 4) | 3 |
5 | |
1 | |
4 | |
2 |
Retourneert de cel(len) die door de indexwaarde is/zijn gevonden in het bereik waarnaar wordt verwezen.
Gebruiksvoorbeeld
INDEX(A1:C20, 5, 1)
Syntaxis
INDEX(verwijzing; [rij], [kolom])
-
verwijzing
: het bereik van cellen waaruit de waarden worden geretourneerd -
rij
[OPTIONEEL - standaardwaarde 0]: de index van de rij die moet worden geretourneerd vanuit het bereik van cellen waarnaar wordt verwezen -
kolom
[OPTIONEEL - standaardwaarde0
]: de index van de kolom die moet worden geretourneerd vanuit het bereik van cellen waarnaar wordt verwezen
INDEX en MATCH gebruiken
INDEX en MATCH kunnen samen worden gebruikt om meer geavanceerde en dynamische opzoekbewerkingen uit te voeren.
- Tip: Gebruik VERT.ZOEKEN als de op te zoeken waarde links van het gewenste kenmerk staat dat moet worden geretourneerd. INDEX en MATCH kunnen worden gebruikt onafhankelijk van waar de op te zoeken waarde zich in de dataset bevindt.
Naam van de gast | Dieetwensen | Uitnodiging gestuurd | Tafelnummer |
---|---|---|---|
David | Vegetarisch | Nee | 3 |
Bob | Geen | Nee | 5 |
David | Geen | Ja | 1 |
Nancy | Geen | Nee | 4 |
Mary | Vegetarisch | Ja | 2 |
Doel | Formule | Uitvoer van de formule | Opmerking |
---|---|---|---|
De dieetwensen van Mary opzoeken | =VERT.ZOEKEN("Mary", A1:D6, 2, onwaar) | Vegetarisch | Zowel zoeksleutel als index is hardgecodeerd |
De dieetwensen van Mary opzoeken | =INDEX(A1:D6, MATCH("Mary", A1:A6, 0), 2) | Vegetarisch | Rijnummer is dynamisch en kolomnummer is hardgecodeerd |
De dieetwensen van Mary opzoeken | =INDEX(A1:D6, MATCH("Mary", A1:A6, 0), MATCH("Dieetwensen", A1:D1, 0)) | Vegetarisch | Zowel rijnummer als kolomnummer is dynamisch |
Opzoeken wie er aan tafel 2 zit | Met gebruik van VERT.ZOEKEN: dit is niet mogelijk | N.v.t. | VERT.ZOEKEN kan alleen worden gebruikt als de op te zoeken waarde zich links bevindt van het gewenste kenmerk dat moet worden geretourneerd |
Opzoeken wie er aan tafel 2 zit | =INDEX(A1:D6, MATCH(2, D1:D6, 0), MATCH("Naam van gast", A1:D1, 0)) | Mary | INDEX en MATCH kunnen worden gebruikt onafhankelijk van waar de op te zoeken waarde zich bevindt ten opzichte van het gewenste kenmerk dat moet worden geretourneerd |
Zie ook
MATCH
: Retourneert de relatieve positie van een item in een bereik dat overeenkomt met een opgegeven waarde.
OFFSET
: Retourneert een verwijzing naar een bereik die een opgegeven aantal rijen en kolommen is verschoven ten opzichte van de oorspronkelijke celverwijzing.
Opmerkingen
- Als je rij of kolom instelt op 0, retourneert
INDEX
de matrix van waarden voor de hele kolom of rij.