AFRONDEN.BENEDEN (FLOOR)

Rondt een getal naar beneden af op het eerstvolgende gehele veelvoud van een opgegeven significantie.

Gebruiksvoorbeelden

AFRONDEN.BENEDEN(23,25;0,1)

AFRONDEN.BENEDEN(A2;1)

Syntaxis

AFRONDEN.BENEDEN(waarde; [factor])

• waarde - De waarde die naar beneden wordt afgerond op het eerstvolgende gehele veelvoud van de factor.

• factor - [OPTIONEEL - de standaardwaarde is 1 ] - De waarde wordt afgerond op een veelvoud van dit getal.

  • factor mag niet gelijk zijn aan 0.

Opmerkingen

• waarde en factor moeten hetzelfde teken hebben. Dat wil zeggen: ze moeten beide positief of beide negatief zijn.

• AFRONDEN.BENEDEN wordt meestal gebruikt met een min of meer 'rond' getal als factor, bijvoorbeeld 0,1 of 0,01, om af te ronden op een aantal decimalen. Maar factor kan elk getal met hetzelfde teken als waarde zijn, bijvoorbeeld AFRONDEN.BENEDEN(23,25;0,18) met als resultaat 23,22, het product van 0,18 * 129. Op deze manier kunt u bijvoorbeeld afronden op het bedrag van een munt voor een bepaalde valuta (zoals 0,25 of 0,05 euro).

Zie ook

AFRONDEN.BOVEN: Rondt het opgegeven getal naar boven af op het eerstvolgende gehele veelvoud van een opgegeven significantie.

GEHEEL: Kapt een getal af op een aantal significante cijfers door minder significante cijfers weg te laten.

AFRONDEN.NAAR.BOVEN: Rondt een getal af op een bepaald aantal decimalen, waarbij altijd naar boven wordt afgerond op de volgende geldige waarde.

AFRONDEN.NAAR.BENEDEN: Rondt een getal af op een bepaald aantal decimalen, waarbij altijd naar beneden wordt afgerond op de volgende geldige waarde.

AFRONDEN: Rondt een getal af op een bepaald aantal decimalen volgens de standaardregels.

AFRONDEN.N.VEELVOUD: Rondt een getal af op het eerstvolgende gehele veelvoud van een ander getal.

INTEGER: Rondt een getal naar beneden af op het eerstvolgende gehele getal dat kleiner is dan of gelijk is aan dit getal.

Voorbeelden