VERGELIJKEN (MATCH)

Retourneert de relatieve positie van een item in een bereik dat overeenkomt met een opgegeven waarde.

Gebruiksvoorbeeld

VERGELIJKEN("Sunday";A2:A9;0)

VERGELIJKEN(DATUM(2012;1;1);A2:F2)

Syntaxis

VERGELIJKEN(zoeksleutel; bereik; zoektype)

• zoeksleutel: de waarde waarnaar wordt gezocht. Bijvoorbeeld: 42, Katten of I24.

• bereik: de eendimensionale matrix waarin wordt gezocht.

  • Als u een bereik gebruikt waarvan zowel de hoogte als de breedte groter dan 1 is, retourneert VERGELIJKEN de fout #N/A.

• zoektype [OPTIONEEL - standaardwaarde 1]: de zoekmethode.

  • 1 is de standaardwaarde. Hierbij neemt VERGELIJKEN aan dat het bereik in oplopende volgorde is gesorteerd en wordt de grootste waarde geretourneerd die kleiner dan of gelijk aan zoeksleutel is.

  • 0 staat voor exacte overeenkomst, en wordt gebruikt voor gevallen waarin bereik niet is gesorteerd.

  • -1: VERGELIJKEN neemt aan dat het bereik in aflopende volgorde is gesorteerd en de kleinste waarde de groter dan of gelijk aan zoeksleutel wordt geretourneerd.

Opmerkingen

• VERGELIJKEN retourneert de positie in een matrix of bereik van de overeenkomende waarde in plaats van de waarde zelf. Als u de waarde zelf wilt retourneren of een andere waarde die overeenkomt met de rij of kolom waarin de overeenkomst is gevonden, gebruikt u INDEX, HORIZ.ZOEKEN of VERT.ZOEKEN.

Zie ook

VERT.ZOEKEN: Verticaal zoeken. Zoekt omlaag in de eerste kolom van een bereik naar een sleutel en retourneert de waarde van een opgegeven cel in de gevonden rij.

HORIZ.ZOEKEN: Horizontaal zoeken. Zoekt op de eerste rij van een bereik naar een sleutel en retourneert de waarde van een opgegeven cel in de gevonden kolom.

INDEX: Retourneert de inhoud van een cel die wordt gedefinieerd met een rij- en kolomverschuiving.

Voorbeelden

Retourneert de relatieve positie van een item in een matrix die overeenkomt met een opgegeven waarde volgens verschillende zoektypen.