KIEZEN (CHOOSE)

Retourneert een element uit een lijst van keuzes op basis van een index.

Gebruiksvoorbeeld

KIEZEN(2;"A";"B";"C")

Syntaxis

KIEZEN(index; keuze1; [keuze2; ...])

• index: welke keuze (uit maximaal 30 mogelijkheden) wordt geretourneerd.

  • Als index gelijk is aan nul, negatief of groter dan het aantal opgegeven keuzen, wordt de foutwaarde #WAARDE! geretourneerd.

• keuze1: een waarde die kan worden geretourneerd. Vereist. Kan een verwijzing naar een cel of een individuele waarde zijn.

• keuze2: meer waarden waaruit wordt gekozen.

Zie ook

VERSCHUIVING: Retourneert een verwijzing naar een bereik die een opgegeven aantal rijen en kolommen is verschoven ten opzichte van de oorspronkelijke celverwijzing.

Voorbeelden

Gebruikt een index om een waarde uit een lijst met maximaal 30 waarden te retourneren.